12 voordelen van uitstelgedrag (ja die bestaan écht!)

Uitstelgedrag heeft nogal een slechte reputatie. Totaal ten onrechte, vindt Merel. Denk je dat het recht tegenover efficiëntie en productiviteit staat? Think again. Vervelende taken vooruit schuiven heeft echt verrassende voordelen.

Lees ook: Waarom we uitstellen wat we echt willen (en wat we eraan kunnen doen!)

Al driekwart jaar wandelen er ‘herinneringen’ mee in mijn digitale agenda. Ooit ingevoerd om morgen te doen (morgen oh morgen, dat mythische land waarin alles zal worden opgelost, maar dat vreemd genoeg nooit lijkt aan te breken). Facturen declareren bij de zorgverzekeraar. Deur van keukenkastje fixen. Ik doe het niet. En dus kijken mijn pannen me vanuit het gapende kastje de hele dag door spottend aan: Nog steeds niet aan toegekomen he?!

Het is natuurlijk verschrikkelijk, uitstelgedrag. Maar toen ik laatst weer eens op de bank lag en met een mengeling van zelfhaat en -medelijden naar al die onaffe dingen om me heen keek, bedacht ik me opeens: Het is niet alleen maar onhandig, dat uitstellen. Want dankzij dat gruwelijke werkproject waar ik maar niet aan begon heb ik wel mijn hele laptop opgeschoond. En dankzij het gapende keukenkastje zitten wel al mijn uitgescheurde recepten netjes in een mapje geplakt.

Ik heb deze en meer fantastische voordelen van uitstelgedrag even op een rijtje gezet voor jullie:

1. Al die kleine taakjes waar je nooit aan toe komt, zijn opeens allemaal gedaan.
Zoals het opschonen van je laptop en het inplakken van recepten. Want ja, waarom een boor gaan regelen en met een keukenkastdeurtje gaan hannesen, als je ook gewoon met schaar en prittstift aan de gang kan. Die berg recepten wegwerken komt dan opeens een stuk aantrekkelijker over. En haalbaarder. En weet je, als je geluk hebt dan voel je je daarna zó goed dat je prompt aan je vervelende grote klus begint.

2. Als je eenmaal aan het werk bent, ben je super efficiënt.
Dat moet ook wel, want ja, inmiddels heb je het zo lang uitgesteld dat je die rapportage in zes minuten moet schrijven of je huis met één stofzuigerzwaai aan kant moet krijgen. Maar dat lukt je dan ook opeens. Omdat je zo lekker gefocust bent. En misschien ook een beetje gestrest. Dus uiteindelijk scheelt het kostbare tijd. Tijd die je kunt besteden aan het uitstellen van andere dingen.

3. Je traint je inventiviteit en creativiteit.
Dat móet ook wel, want anders zou je die klussen echt nooit afkrijgen, zo vlak voor de deadline. Je wordt opeens enorm innovatief als je een paar minuten voor een meeting nog een presentatie in elkaar aan het draaien bent. Waarom moeilijk doen als het ook gewoon hoppa zó kan. Gelikte PowerPoint presentaties zijn sowieso erg vorige eeuw. Spontaniteit, dat doet het hem.

4. Langer wachten betekent langer beraden betekent betere ideeën.
Als je iets aan het uitstellen bent, betekent dat niet dat je ergens niet aan denkt. Bewust of onbewust suddert er van alles door. Terwijl je iets totaal onnuttigs aan het doen bent komt er misschien wel een briljant idee in je op! Gelukkig dat je niet meteen aan de slag bent gegaan!

5. Uitstelgedrag voorkomt onnodige moeite.
Heb je wel eens gehad dat je een opdracht kreeg en toen je er uiteindelijk aan toekwam, het eigenlijk niet meer hoefde? Juist. Onnodig dus. Als jij telkens bij elke opdracht als een gek gaat rennen en tikken en boren, dan ben je eigenlijk een heleboel tijd en energie aan het verdoen. Want wil iemand ‘s ochtends A, ‘s middags is het opeens B geworden. Bovendien lossen veel dingen zich wonderbaarlijk genoeg zelf op.

6. Eigenlijk is uitstellen tamelijk perfect voor perfectionisten.
Want met al die tijdsdruk heb je helemaal geen ruimte om alles drie keer na te lezen. Gewoon als een malle doortikken en zonder enige check het document op de mail slingeren. Of je morgen je baan nog hebt valt te bezien, maar je leert er wel lekker nonchalant van worden.

7. Je komt erachter wat je écht wil.
Omdat je al vijf weken die ene walgelijke opdracht vooruit aan het schuiven bent en het idee dat je die nog steeds moet doen met de dag walgelijker wordt, weet je opeens: Dit moet anders. En dan word je buschauffeur. Heerlijk, niks vooruitschuiven, gewoon lekker rondtuffen.

8. Je krijgt geen last minute opdrachten.
Niemand die je nog even wat laatste voorbereidingswerk voor een meeting in de schoenen wil schuiven, als je al als een malle aan het werk bent om jouw bijdrage überhaupt af te krijgen. Nee hoor, dat doen die naievelingen maar die altijd alles als eerste af hebben.

9. Hoe langer je iets uitstelt, hoe langer je niet hoeft te dealen met de negatieve emoties die erbij horen.
Om er daarna zo kort mogelijk mee bezig te zijn. Is eigenlijk heel erg geestelijk gezond.

10. Je leeft gewoon heel erg in het moment.
En dat is reuze mindful. Je maakt genoeg tijd vrij voor de dingen die op dat moment belangrijk zijn. Het leven is immers nu, right? Als je níet bezig bent om je to do list af te werken.

11. Het is lekker eigenzinnig en rebels.
Je bent niet zomaar een schaapje dat de meute volgt. Jij beslist wat jij doet en wanneer jij dat doet.

12. Die adrenaline boost die je voelt als je het uiteindelijk wél hebt gedaan.
Jooeehoooeee! Zo lekker! Dat zou je toch voor geen goud willen missen?

Dus houd maar op met jezelf haten om je zogenaamde luiheid. Niks lui. Het is slim, effectief en efficiënt. BAM.

Lees ook: Als je er stapelgek van wordt dat je altijd alles uitstelt

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button