23 dingen die je denkt als je ook impostor hebt

Dat je vandaag echt door de mand gaat vallen, dat je eigenlijk niets kunt – deze gedachten herken je ongetwijfeld als je ook impostor syndrome hebt.

Ik had het er laatst over met een collega. Een leuke, slimme vrouw met veel ervaring in het vak. Zo iemand van wie je denkt: die hoeft nooit onzeker te zijn. Die heeft alles al eens meegemaakt, die heeft aanzien, die weet wat ze doet. Maar nee hoor, ineens stond ze me te vertellen dat ze altijd bloednerveus is voor een verhaal inlevert. En niet alleen een ingewikkeld interview met een nukkige BN’er die nog geen vier woorden wilde zeggen en waarbij je die nervositeit nog zou verwachten, maar ook een gedegen achtergrondverhaal van het soort waar zij nou juist zo goed in is. Ik was verbaasd, maar ook behoorlijk opgelucht. Ik ben blijkbaar niet de enige die er altijd van overtuigd is binnenkort door de mand te vallen als nietskunner. Want dat ben ik dus. Er is ook een naam voor: impostor syndrome. Als jij het ook hebt, herken je deze 23 gedachten ongetwijfeld (ik heb even mijn eigen werk als voorbeeld genomen, maar hier kun je natuurlijk ook een heleboel andere dingen invullen).

1. Oké, goed, ik heb dit al honderd keer gedaan, dus het zou nu ook moeten lukken.
2. Hoewel, dat zou je denken, maar misschien kon ik het die honderd keer hiervoor ook niet.
3. Nee, dat heeft niemand gezegd, maar ‘ze’ hebben het vast gedacht. Zo van: die doet nou wel alsof ze een heel goed verhaal heeft geschreven, maar als je goed kijkt, valt er echt een hoop op af te dingen.
4. Of misschien hebben ze dat niet gedacht, maar dan heb ik het waarschijnlijk door toeval goed gedaan. Of met hulp.
5. Ja, want die grappige vondst in dat ene verhaal, die was natuurlijk wel half bedacht door mijn collega, die laatst iets in die richting zei.
6. En als je het goed bekijkt, was die grappige vondst de basis van het hele verhaal. Dus de basis is helemaal niet van mij.
7. Goed, beginnen dus. Even denken. Als ik nou briljant begin, dan wordt het misschien toch nog wat met dit verhaal.
8. Echt even goed nadenken… Maar dan ook echt goed… Misschien kan ik… Laat maar. Eerst koffie halen.
9. Oké, ik moet nu toch echt beginnen. Hoewel, als ik nu heel even op Facebook… Heel even maar…
10. Shit, weer een kwartier voorbij. Beginnen nu. Mezelf dwingen.
11. Zo, ik heb een begin.
12. Een stom, slecht begin, dat wel. Waarom kan ik niet iets beters bedenken?
13. Ja zie je, dat komt dus doordat ik eigenlijk helemaal geen goed verhaal kan schrijven. Dit stomme, slechte begin is het beste wat ik kan.
14. Het is nog maar een kwestie van tijd voordat mensen daar achter komen.
15. Sommigen zijn er al achter. Laatst had ik iemand een vernietigende recensie over een van mijn boeken geschreven. Die had het natuurlijk door.
16. Raar eigenlijk dat ik nog niet op grote schaal door de mand ben gevallen. Dat mensen nog steeds zeggen dat ik een leuk verhaal of leuk boek heb geschreven.
17. Dat zeggen ze natuurlijk alleen omdat ze me kennen.
18. Stom eigenlijk dat ik dat denk. Alsof al die mensen moedwillig tegen me liegen.
19. Misschien vinden ze wel echt dat ik iets goeds heb geschreven.
20. Maar dan hebben ze dit nieuwe verhaal nog niet gelezen. Want dat wordt dramatisch. Elke zin is stom.
21. Ik denk dat ik het vandaag maar niet inlever. Durf ik nog niet.
22. Al maakt het vast weinig uit. Want dit heel slechte verhaal is het beste wat ik kan, vandaag, morgen, volgende week.
23. Dus ja, nu gaat het echt gebeuren: hiermee val ik door de mand. Het moest er ook wel een keer van komen.

Lees ook: Altijd angst om door de mand te vallen. Merel heeft Imposter Syndrome

Leuk: Mynd organiseert samen met de Vrije Academie en relatietherapeut Jean-Pierre van de Ven de allereerste MYNDmasterclass. De aftrap is zondag 27 november en we gaan het hebben over communiceren in relaties. Geef je nu hier op!