Dit zijn de 9 lessen die ik leerde van mijn 100-jarige oma

Goed luisteren naar oudere mensen kan je heel veel wijzer maken. Jannekes oma werd honderd en dit zijn haar belangrijkste levenslessen.

LEES OOK: De 10 belangrijkste levenslessen van oude mensen

  1. Maak het leven leuk.

    Mijn oma kreeg zeven kinderen en dat zal vast heel druk zijn geweest, en ook best duur, dus mijn opa werkte hard. Toch gingen ze elke zomer met vakantie. Mijn opa en oma propten dan al hun zeven kinderen in een auto en reden helemaal naar Italië. Als ze onderweg ergens stopten, rolden er eerst een paar wc-rollen uit de auto, en dan rolden de kinderen eruit, en dan de tent. Daar zijn foto’s van.

  2. Blijf nieuwsgierig.

    Ze leerde op haar vijftigste nog skiën. Nu mag vijftig tegenwoordig niet meer zo oud zijn, vijftig jaar geleden was je dan bijna bejaard. Ze ging ook nog steeds elke zomer kamperen met mijn opa, tot op hoge leeftijd. Ze bleef ook nieuwsgierig naar wat wij, haar kleinkinderen, te vertellen hadden. Als ik een nieuwe vlam had, wilde ze meteen een foto zien. ‘Wat een leuke jongen!’ riep ze dan uit, met twinkelende ogen.

  3. Blijf verliefd.

    Ja, mijn oma wist wel wat een leuke jongen was, want die had ze namelijk zestig jaar geleden aan de haak geslagen. Mijn opa. Mijn opa was heel lief, maar niet bepaald de makkelijkste. Toch bleef ze hem altijd heel verliefd aankijken. Ik geloof dat ze geleerd had zijn mindere kanten te accepteren, en hem lief te hebben om al zijn goede eigenschappen.

  4. Klaag niet.

    De hongerwinter, de Watersnoodramp, een auto-ongeluk, kanker: mijn oma heeft het allemaal meegemaakt. Maar ze klaagde nooit. Er zijn foto’s van haar nadat ze, op haar 95ste, zojuist uit de auto was gehesen die op de snelweg over de kop was geslagen. Het bijzondere is: op die foto glimlacht ze. Naar de mannen die haar uit de auto hadden geholpen.

  5. Heb het fijn in je eentje.

    Toen mijn opa stierf, was mijn oma een tijd heel verdrietig. Er was een periode dat het van haar niet meer zo hoefde, het leven. Maar ze krabbelde weer op, en ging, aanvankelijk met frisse tegenzin, naar de dagbesteding, waar ze nieuwe mensen leerde kennen (en iedereen erg op haar gesteld raakte). Ze bloeide helemaal op! Zo kwam het dat ze tot haar 98ste op zichzelf kon blijven wonen.

  6. Lach.

    Met Kerstmis verbleef mijn oma een paar dagen bij mijn moeder, waar ik ook logeerde. Op kerstavond zouden we naar de kerk gaan, maar de auto startte niet. Mijn oma moedigde ons aan om samen op de fiets te gaan; wij installeerden haar voor de televisie. Mijn moeder en ik waren nog maar nauwelijks op pad, toen we rechtsomkeert besloten te maken. Eenmaal thuis lag mijn oma op de grond: ze had haar sloffen willen halen en was uitgegleden. Ze had veel pijn. Zo belandden we op kerstavond met zijn drieën in het ziekenhuis. Mijn oma’s schouder bleek gebroken. En wat deed mijn oma? Ze flirtte met de arts. Of ze ooit eerder iets had gehad, wilde hij weten. ‘Nee,’ zei mijn oma beslist. ‘Nog nooit.’ ‘Nou,’ zei mijn mijn moeder toen, ‘je hebt toch kanker gehad, en die tia, en je hebt een kunstheup…’ en mijn moeder somde nog een aantal ziekten en kwalen op. ‘O dat,’ zei mijn oma. En ze lachte.

  7. Wees dankbaar.

    Mijn oma was de laatste jaren van haar leven veel alleen en ze wilde niets liever dan een hondje of een poes, maar dat was lastig in haar flat. Bij de dierenwinkel kocht ik een pluchen puppy voor haar, die, als je er batterijen in deed, echt kon ademen. Er zat ook een hondenmand bij en een borstel. Toen mijn oma het cadeau uitpakte, sprongen de tranen in haar ogen. ‘Dit is het mooiste wat ik ooit heb gekregen!,’ riep ze uit. En die zin herhaalde ze die middag nog zo’n twintig keer.

  8. Wees gul.

    Oma had niet veel geld, maar elk jaar gaf ze een geldbedrag aan haar zeven kinderen en vaak ook aan haar zestien kleinkinderen. Ze gaf het liever weg tijdens haar leven, zodat ze kon zien hoe blij we er mee waren, dan dat er later nog iets te erven zou zijn. Oma gaf niet alleen veel, ze kreeg er ook veel voor terug. Ook was ze nooit een weekend alleen. En dat was niet uit plichtsbesef: al haar kinderen en kleinkinderen waren graag bij haar in de buurt.

  9. Wees tevreden.

    ‘Wat is uw beste tip voor een gelukkig leven?’ vroeg ik, een van de laatste keren dat ik bij mijn oma thuis op bezoek was. ‘Tevreden zijn,’ zei ze toen. En dat is denk ik de kern van dit hele verhaal. Mijn oma was niet rijk, niet succesvol, niet groot behuisd, maar ze was wél tevreden. Sterker nog, ze zei die dag tegen me dat ze ‘nog nooit zo gelukkig was geweest als nu’. Ze stierf drie weken voor haar honderdste verjaardag. Dat grote feest, dat hoefde voor haar denk ik niet meer. Het was goed zo. Ze kon tevreden afscheid nemen van het leven.

Beeld: iStock

LEES OOK: Levenslessen: om te onthouden bij het ouder worden

 

Gerelateerde artikelen

Back to top button