Genezen van een burn-out: leven in lijn met wie je bent

Hoe herstel je van een burn-out? Voor Janita kwam het omslagpunt toen ze haar klachten wat minder op zichzelf ging betrekken.

Lees ook: Dingen je niet moet zeggen tegen iemand met een burnout

Als ik door de burn-out die ik op mijn vierentwintigste kreeg iets heb geleerd, dan is het wel geduldig zijn. Althans, geduldiger zijn. Als je lichaam en brein na jaren van te veel en te hard werken besluiten dat het genoeg is geweest en je dagelijks niet meer kunt dan twintig minuten wandelen op tempo-slak, moét je op den duur wel bereid zijn tot overgave.

En toch kan ik nu, zeven jaar later, eigenlijk nog steeds niet zeggen dat ik helemaal genezen ben. Ja, ik heb mijn leven op de rit. Ik werk, ik heb goede vrienden, een fijne relatie en de lichamelijke klachten zijn zo goed als verdwenen. Maar tegelijkertijd zijn mijn ideeën over wat genezen van een burn-out betekent, radicaal veranderd.

Gaat een burn-out wel over werk? Waarom relateren we het met name daaraan? Zouden we een burn-out niet veel meer moeten zien als een moment van crisis waarop onontkoombaar duidelijk wordt dat je hele manier van leven en zijn niet meer werkt?

Dina Glouberman, auteur van The Joy of Burn Out: how the end of the world can be a new beginning, geeft haar lezers een fantastisch advies: vat een burn-out niet te persoonlijk op. Want als zoveel mensen burn-out raken of zich op het randje van overspannenheid bevinden, zegt dat misschien wel meer over de tijdgeest en de manier waarop de maatschappij is ingericht, dan over jou als opgebrand persoon.

Dat advies heeft me lucht gegeven en doet dat nog steeds. Het helpt me om met wat meer afstand naar mijn eigen struggles te kijken. Mankeert er iets aan mij als ik me na een hele dag achter de computer een wandelend hoofd voel? Is het kleinzerig als ik me te goed voel voor werk dat honderdduizend anderen net zo goed zouden kunnen als ik? Ben ik te fijngevoelig omdat ik blijf verlangen naar een maatschappij, of nee naar een wereld, met meer rechtvaardigheid, zachtheid, menselijkheid, kwaliteit en aandacht?

‘Ja’, ‘absoluut’ en ‘duh!? Dat is toch overduidelijk’, waren voorheen mijn antwoorden op deze vragen. Het ligt aan mij. Ik ben nog niet helemaal genezen, maar als ik maar hard genoeg mijn best doe, kan ik vanzelf weer ‘normaal’ meedraaien in de maatschappij.

Maar wat ik in de jaren na de burn-out ook deed, dat ‘normaal meedraaien’ bleef inhouden dat ik dagelijks moe was, last had van hoofdpijn en een gespannen nek en schouders.

Tot dat advies van Dina Glouberman: vat een burn-out niet te persoonlijk op. Het heeft minder met jou te maken dan je denkt. Door dat te beseffen, ging ik pas écht verantwoordelijkheid nemen voor mijn welzijn. Omdat ik kritischer ging kijken naar de oververhitte maatschappij en steeds minder het idee had dat mijn oververmoeidheid mijn eigen schuld was, verzamelde ik moed om mijn eigen pad te gaan. Om mijn grenzen te respecteren en daarnaar te handelen, om steeds meer te werken volgens mijn eigen ritme en maatstaven – ook als dat betekent dat ik daarmee radicaal tegen de stroom inga.

Leven in lijn met wie je bent. Leven in de volle breedte, vanuit je hart mét gezond verstand. Dat is wat genezen inmiddels voor mij betekent en dat is wat ik iedereen – met en zonder burn-out toewens.

In lijn met die visie kun je het trouwens ook als een positieve ontwikkeling zien dat zoveel mensen tegenwoordig opbranden. Het geeft aan dat de enorme werkdruk in sectoren als de zorg en het onderwijs, maar ook gebrek aan zingeving  en een goede zelfzorg, steeds meer hun tol eisen. En als steeds meer mensen dat letterlijk aan den lijve ondervinden, is de kans groot dat de voor velen nu nog onpersoonlijke tijdgeest vanzelf weer persoonlijk wordt.

‘You have to keep breaking your heart until it opens’, schreef Rumi. Het mijne heeft bijna geen hartzeer meer nodig.

Lees ook Deze man kreeg een burn-out en haalde daar 20 levenslessen uit

Gerelateerde artikelen

Back to top button