Iedereen een mening. Maar eh…anders houd je die gewoon lekker voor je!

Ik vind, dus ik besta. Dat lijkt het credo van de huidige tijd. We vinden namelijk overal wat van, altijd. En die mening moet ook vooral verkondigd worden, te pas en te onpas. Want daar hebben we récht op. Of die mening onderbouwd is, of überhaupt relevant, dat doet er eigenlijk niet meer toe.

“Ik vind hem wel heel druk,” zei een kennis van een vriendin van mij laatst over diens zoontje, toen ze bij haar op bezoek was. Alsof de moeder in kwestie dat zelf niet ook al wist. Er restte haar dus weinig anders dan een schamper schouder ophalen en een bevestigend “Jaaa…” als weerwoord. Wat moet je ook anders met zo’n opmerking? En belangrijker nog: waarom voelt iemand de behoefte om je met een dergelijk assessment om de oren te slaan? Is het de bedoeling dat je met een verklaring komt, moet je je verdedigen, of moet je je gesprekspartner gewoon even over je heen laten pissen? Want, lets face it: dat is het toch gewoon?

Iedereen mag tegenwoordig alles gewoon maar zeggen. We lijden collectief aan het Theo van Gogh syndroom: verbale diarree hoeft vooral niet opgehouden te worden. Dat dat je misschien duur komt te staan (zoals Van Gogh helaas aan den lijve moest ondervinden) is wat ons betreft belachelijk. Want: wat maakt het uit als iets misschien kwetsend of ongenuanceerd is? Het is nou eenmaal jouw mening en dus heb je récht om die te uiten. Ongeacht op wiens hart je daarbij trapt. Laat ik heel duidelijk zijn: natuurlijk had ons Theo niet vermoord mogen worden om het uiten van zijn mening. Dergelijke daden zijn absurd en daarvoor is nooit een excuus. Maar, was het niet beter geweest als hij het één en ander gewoon voor zich had gehouden? Omdat er nou eenmaal eigenlijk helemaal nooit een reden is voor het beledigen van iemand anders, ook al ben je het niet met hem eens?

We vormen allemaal heel snel een mening over van alles en nog wat. Omdat we mensen zijn en dat nou eenmaal is wat we doen. We beoordelen dat wat om ons heen gebeurt en spiegelen dat aan onszelf. Zouden wij het heel anders doen? Zo ja, dan hebben we al snel de neiging om iets te veroordelen en ons standpunt aan iemand anders op te dringen. Terwijl we eigenlijk totaal niet weten waar we over lullen. Wij zitten namelijk niet in die situatie, met alle factoren die daarop van invloed zijn en dus kunnen we gewoon niet weten wat wij op zo’n moment nou eigenlijk zouden doen. Dus waarom dan toch iemand om de oren slaan met wijsheid die we simpelweg niet eens in pacht hebben?

Waarschijnlijk omdat we het slachtoffer zijn van de steeds individualistischer wordende wereld, waarin we onszelf tot het middelpunt van het universum hebben verheven en onze waarheid dus dé waarheid is. We hebben onszelf wijsgemaakt dat we heel belangrijk zijn en dat iedereen wel op onze mening zit te wachten. Terwijl het andere mensen niet zelden aan hun reet zal roesten wat jij er eigenlijk van vindt. En dat is niet meer dan terecht. Net zo goed als het er niet toe doet dat ik het belachelijk vind dat een vriendin van mij vast blijft zitten in een doodongelukkig huwelijk, is het volstrekt irrelevant dat zij van mening is dat ik niet had moeten scheiden. Omdat we namelijk allebei gewoon niet van de hoed en ook niet van de rand weten. Dat je er in je hoofd van alles over te zeggen hebt is prima, maar eigenlijk hoeft dat helemaal je lippen niet over te komen.

De wereld is een soort openbaar toilet geworden dat we ongegeneerd volspetteren, zonder rekening te houden met wie er na ons komt. Heb ik récht om iets te vinden over het leven en de keuzes van iemand anders? Eh nee, want het zijn mijn leven en mijn keuzes niet. Heb ik recht om iets te vinden van de maatschappelijke en politieke situaties in de wereld? Ja, want dat gaat ook mij aan en dus heb ik er iets van te vinden. Maar dan nog kan ik nadenken over wat er in mijn hoofd zit, voordat het daadwerkelijk mijn mond uit komt. Want een mening hébben, betekent nog niet altijd automatisch dat die ook geoorloofd is.

Ja, vrijheid van meningsuiting is een groot goed. En iedereen mag aan het woord komen. Maar ongefundeerd roeptoeteren is iets anders dan een gefundeerde en respectvolle discussie voeren. En zelfs dat is gewoon niet altijd nodig. Want spreken mag dan weliswaar zilver zijn, in heel veel gevallen is zwijgen toch nog altijd goud.

Gerelateerde artikelen

Back to top button