Ik vertrok! Dagboek van een emigratie (deel 2)

Paula besloot het roer om te gooien en met haar gezin naar Frankrijk te emigreren. Dit keer deel 2: “Willem kijkt mij aan en zegt: ‘wij kunnen dit gewoon heel goed samen.'”

Lees ook: Ik vertrok! Dagboek van een emigratie (deel !)

Zo ontsteeg het onderwerp de borreltafel. Om zo reëel mogelijk te zijn bespraken we het met voor ons belangrijke mensen. Mijn vader en zijn vrouw vermijden nooit lastige onderwerpen en stelden kritische vragen. Waarbij de belangrijkste aan mij “ un je blijven doen wat je zo leuk vindt” De vader van Willem: “redden jullie dat financieel?” We stelden goede vrienden de vraag: “Waarom zou jij het wel of niet doen?” Op die manier hoopten we voor nieuwe onderwerpen en thema’s te worden gezet die we dan weer konden uitpluizen. En natuurlijk was daar “Ik Vertrek”. Ons zelfhulpprogramma voor zelf-analyse!

We bestudeerden na iedere uitzending het thema dat aangeroerd werd. Uitzendingen waarbij de taal de mensen in hun hemd liet staan, genoeg. Maar Frans spraken we. De afleveringen waarbij mensen terug moeten om bij te klussen in Nederland omdat ze erachter komen dat ze met 10.000 euro niet ver komen is een belangrijke en zette vooral Willem weer aan het rekenen. Ons budget was ruimer dus dat gaf betrekkelijke rust. Maar wat is genoeg? En hoe verdien je je geld nadat je geïnvesteerd hebt?

Kennis van de Franse cultuur, die zou voldoende zijn. De aflevering waarin een geëmigreerd stel “Gatver, wat is dat, dat eet ik niet!” roept bij het zien van een bord rauw gesneden biefstuk met een mooi eigeel erop, dat zou ons niet overkomen. Hoopten we. We kwamen al jaren in Frankrijk, we zijn er getrouwd, hebben er familie. We hadden een beetje ervaring met burgemeesters, de manier van omgaan met elkaar. Dus de “Ik Vertrek” die gaat over “oeps we krijgen geen vergunning, nou dat is raar” dat zou ons niet overkomen. Van tevoren aan de slag dus. En we lezen over het Franse onderwijs, hopen dat het niet waar is, en over emigreren met kinderen. We denken vooral na over de emigratie met kinderen. Verhuizen is immers zo gedaan. Het gaat om de tijd daarna.

We denken na over onze sterke punten en of we dit zouden kunnen. Hij is goed in cijfers, en in processen. Met heel veel geduld en tot op de bodem zal Willem alles uitzoeken. In dit voorbereidende proces maak ik Willem voor de eerste keer op een professionele manier mee. Hij geeft niet op, belt banken en hypotheekverstrekkers. Stuurt mails aan Fransen. Mail is nog niet zo ontwikkeld in dat land dus moet er veel nagebeld worden. En ik, impulsief, creatief ,een magische denker. Maar ook iemand die heel praktisch en direct oplossingsgericht denkt. Ik zie ook wel beren op de weg, maar die beren zijn heel goed te begeleiden en weer terug te stoppen waar ze horen. Wij zijn Venus en Mars en dan nog een schepje er boven op. Kunnen we dit samen?

Misschien is dat verschil ook wel tegelijk onze zwakte. Maar dat pluizen we niet zo uit. Want hoe verschillend we zijn, extreem, blijkt uit zoveel dingen. Dat komt misschien in een geregeld leven als in Nederland minder uit de verf. Bijvoorbeeld in de wensen die we hebben in de keuze voor de plek die we zochten: ik wilde liever een oude boerderij en hij een statig oud herenhuis met kasteeldetails.

En natuurlijk het onderwerp sociaal leven en niet alleen die van ons: zielsverwante vrienden zijn zoveel waard. Krijg je die ooit in Frankrijk? Bovendien neem je de beslissing ook voor drie kinderen. Hoe goed of slecht is het voor de kinderen? We nemen ze niet mee naar Parijs, maar naar het echte platteland! Natuurlijk ben je zo bij je familie als je verdriet of vreugde wil delen maar wat doet de afstand echt? Nederland is gezien zijn progressieve waarden een fijn land om in te wonen. Je weet dat het liberaal is en dat we bepaalde vaardigheden beheersen die voor ons normaal zijn maar voor een ander misschien niet. Bijvoorbeeld vreemde talen spreken en wat dat met zich meebrengt. Verder is Nederland een land waar je de administratieve cultuur enigszins kent. Je kan je wel ergeren maar telefoontjes pleeg je makkelijk, iets uitzoeken doe je redelijk snel en je kent de weg om iets te bereiken. We maakten ons geen illusies over de bekende bureaucratie in Frankrijk. We probeerden ons sowieso geen illusies te maken. Het was serieus genoeg.

Op al deze vragen en thema’s krijgen we natuurlijk geen antwoord. We kunnen wel beter inschatten door het er over hebben. Alsof we een bewustwording forceren die ons later wat minder voor het blok zal zetten als zich moeilijkheden voordoen. Maar eigenlijk geeft Willem het verlossende en simpele antwoord na al dit gepieker. Hij zegt: “Wij kunnen dit gewoon heel goed samen”. Tussen al dit gereken en deze nadenkerij reizen we een voor een heen en weer naar Frankrijk om allerlei huizen te bezoeken. Ook wel eens met de kinderen, dat gebeurt tijdens een zomervakantie als zich ineens een prachtig aanbod voordoet. Dat overigens niets werd uiteindelijk. Ze zijn nog klein, maar de oudste vermoedt wel iets. Hij wordt echter snel genoeg afgeleid door zijn broer en zus die in een grote hooiberg aan het rollen zijn. Misschien is doorvragen ook wel te eng. Toen we het bijna opgaven, we wilden gaan voordat onze oudste 8 zou worden, kwam ineens Le Mas d’en Haut voorbij. Willem vloog erheen, liep rond, at een andouillette en voelde ondanks dat, dat het goed was.

Le Mas d’en Haut stond symbool voor ons samen: en het oude herenhuis en een oude boerderij op het domein. Plus heel veel vervallen gebouwen en gebouwtjes, mega veel onderhoud en zo mooi! Nogal wat middeleeuwse krakkemikkigheid, niets volgens de normen en geen centrale verwarming. We hadden ons hart verloren aan deze plek en het voldeed aan alle eisen die we stelden: vlakbij een dorp, veel terrein, 8 uur van Nederland en een lagere school op loopafstand.

Binnenkort deel 3: “De eerste hobbels dienen zich aan”

Lees ook: Waarom je to do-lijstje de prullenbak in kan

Gerelateerde artikelen

Back to top button