Jankend in de auto op vakantie: niet alleen kinderen hebben heimwee

Ik weet nog goed dat ik het altijd een beetje griezelig vond om vroeger bij mijn opa en oma te gaan logeren. En dat ik dan stiekem ’s avonds eigenlijk het liefst naar huis wilde. Of dat ik op vakantie verlangde naar mijn eigen bed. Maar eenmaal ouder ging dat over en miste ik huis en haard niet meer zo snel. Zelfs niet toen ik emigreerde naar Amerika, waar ik drie jaar heb gewoond. Want heimwee, dat is tenslotte voor kleine kinderen. Toch? Dus niet! Veel volwassenen hebben er last van. Zo gek is dat niet.

Een tante van mij was altijd van het reislustige soort. De hele wereld ging ze over met haar rugzakje. Soms samen met haar man, maar ook vaak genoeg gewoon alleen. Nieuwe plekken verkennen, nieuwe ervaringen opdoen, genieten van wat de wereld allemaal te bieden heeft. Geen vuiltje aan de lucht. Tot ze het opeens niet meer goed trok. Op een wit palmenstrand treurig zat te zijn, omdat ze eigenlijk veel liever thuis was. Waar het fijn was en vertrouwd. Met haar tuintje en de hond en alles waar ze zo aan gewend was. Thuis, waar alles beter was.

Net zoals de partner van een vriendin, die tijdens iedere vakantie na een halve week de tent niet meer uit wilde komen van ellende, omdat hij het thuisfront zo verschrikkelijk miste. Iedere vakantie was het raak, na een paar dagen op de Franse campagne raakte hij volledig in mineur en werd de hele trip één groot rampenplan, of moesten ze halsoverkop over de route national toch maar terug naar huis. Gék werd mijn vriendin ervan, maar ja, haar vriend zelf eigenlijk ook. Want hoe belachelijk was het eigenlijk, een volwassen vent met heimwee? Hij voelde zich een infantiele kleuter. Maar dat is onterecht. Want hij en mijn tante (van middelbare leeftijd trouwens) zijn echt niet de enigen.

Maar hoe kun je nou heimwee hebben, als je lekker op vakantie bent? Als je op een prachtige plek bent, waar het warm en mooi is en waar je lekker helemaal niks hoeft te doen? Geen werk, geen stress, alleen maar genieten. Heerlijk toch? Dat zou je zeggen, maar sommige mensen hebben gewoon moeite om zich aan te passen aan een nieuwe omgeving. Want dat is heimwee eigenlijk vooral: een aanpassingsprobleem. De mens is nou eenmaal een gewoontedier, dus zo vreemd is het eigenlijk niet dat we ons unheimisch voelen als we plotseling op een vreemde plek worden neergezet. Dat de omgeving mooi is en er allerlei leuks te doen is, dat zien we heus wel en rationeel wéten we ook echt wel dat het daar goed toeven is. Maar emotioneel voelen we ons ontworteld, plotseling weggerukt uit onze vertrouwde omgeving. Met als gevolg: paniek! En hoe erg je je ook op je vakantie had verheugd, dan zit je opeens toch in tranen voor je tent.

Waarom kijkt de één geen seconde meer om na het dichttrekken van de deur en word de ander al misselijk van het idéé van zelfs maar een nachtje weg? Heimwee speelt vooral mensen parten die van nature al moeite hebben met veranderingen en erg gesteld zijn op structuur en planning en sterk hechten aan hun dagelijkse routine. Doorbreking van dat ritme zorgt dan vaak voor onrust en een onveilig gevoel. De controle valt als het ware weg en dat kan moeilijk zijn om mee om te gaan. Vaak zie je dan dat iemand zich passief op gaat stellen en zich terugtrekt. Nergens zin in heeft en het liefst gewoon met rust gelaten wil worden. Wat natuurlijk niet zo heel gezellig is op vakantie, als je reispartner de hort op wilt en zin heeft in wijntjes op een zonnig terras.

Natuurlijk is op reis zijn met iemand die liever naar huis wil niet zo leuk, maar het is niet alsof diegene zo blij is met zichzelf op dat moment. Want iemand met heimwee zou ook liever gewoon willen genieten. Maar die knop is nou eenmaal niet zo makkelijk omgezet. Belangrijk is om jezelf niet teveel kwalijk te nemen (want nee, het is niet kinderachtig), maar tegelijkertijd ook te proberen niet te verdrinken in je verlangen naar huis. Het lijkt misschien alsof alles daar beter is, maar als je eerlijk bent, realiseer je je ook dat je aan het projecteren bent. Spring dus niet bij de eerste steek in je hart meteen in de auto terug naar huis, maar neem de tijd om te wennen aan je nieuwe omgeving. Besef je dat het je van tevoren leuk leek om hier naartoe te gaan en dat het niet voor eeuwig is. Neem desnoods wat vertrouwde dingen van thuis mee, zodat je je niet helemaal verloren voelt. En ga niet in je eentje stilletjes in de sleurhut zitten lijden, maar praat er eerlijk over met je reispartner. Gedeelde smart is tenslotte altijd halve smart.

Heimwee, niet alleen kinderen op een logeerpartijtje hebben er last van, ook al hebben we de neiging om het af te doen als een kleuterkwaal. Je bent heus niet de enige die het allerliefst gewoon lekker thuis is en schaamte is dus echt niet nodig. Laat je ook vooral niet gek maken om toch maar te gaan backpacken door Zuid-Oost Azië, als je al een rolberoerte krijgt bij de gedachte alleen.  Het kan nog zo hip zijn om de hele wereld over te reizen, maar we kunnen nou eenmaal niet allemaal globetrotters zijn. Maar, af en toe een weekendje weg met je geliefde, of een weekje croissants eten op een Franse camping, dat moet je jezelf eigenlijk niet altijd ontzeggen. Want verandering van spijt, dat doet toch eten. Ook als het allemaal eerst een beetje anders smaakt.

Gerelateerde artikelen

Back to top button