Je hoofd als ‘denkmachine’: HSP op het werk

Regelmatig komt bij mij in de praktijk allerlei werk gerelateerde HSP problematiek op tafel. Zo ook de combinatie  ‘vergaderen en de HSP denkmachine’. Op een normale werkdag op kantoor, tijdens een reguliere vergadering heb jij het vast ook wel eens: het gevoel dat je een overload krijgt aan informatie.

Er komt een inhoudelijke discussie over een belangrijk onderwerp of project op gang. Iedereen lijkt er een mening over te hebben. De argumenten, voordelen en nadelen vliegen over de tafel heen. Niet iedereen laat elkaar uitpraten. De één is erg aanwezig en voert de boventoon. Weer een ander is introvert en komt nauwelijks aan het woord. Het ene argument is weloverwogen en de ander lijkt complete onzin.

Luisteren naar wat ze inhoudelijk zeggen. Je hoort de toon waarop het gaat en wat er eigenlijk gezegd wordt, of je hoort juist dat wat ze niet zeggen. Je ziet heel veel gezichtsuitdrukkingen, leest de lichaamstaal en je ziet wie er afhaakt en wie vol vuur zijn standpunt verheldert. Je bent je bewust van de onderlinge dynamiek, de stokpaardjes, de kansen en de persoonlijke pijnpunten. Je merkt het spanningsveld en je ziet de gemeenschappelijkheid, ondanks de verschillende woorden die je collega’s eraan geven. Je lijkt alle informatie op te zuigen, wikt en weegt de argumenten, overdenkt de redenaties, denkt na waarom je collega die mening heeft. Analyseert de belangen, denkt na over de verbindende factoren of wat het grotere plaatje is. Je ziet de rode draad en allerlei haken en ogen. Je hoofd tolt en je bent terwijl de discussie gaande is, heel druk met analyseren & overwegen. De HSP-denkmachine is op volle kracht aan de slag.

Waar loop jij tegen aan? Voorbeelden die ik veel hoor:

  1. Je denkt na over het moment dat het verstandig is jouw overweging te vertellen, probeert je tekst alvast goed te verwoorden in je hoofd zodat het bij de anderen goed over komt. Tegen de tijd dat jij zo ver bent om iets te vertellen, is het momentum voorbij. En heb je weinig ingebracht. Je voelt je vervelend omdat je denkt dat de collega’s denken dat je geen mening hebt.
  2. Je hoort zoveel goede inbreng van de verschillende collega’s dat je vooral bezig bent met hoe je die kunt verbinden en je houdt je niet bezig met jouw mening. Die heb je niet.
  3. Je raakt ‘afwezig’ en associeert door, je lijkt opeens in de 5e versnelling te schieten. Opeens plopt er een lampje op, zie je de rode draad en de stappen waar het heen moet gaan. Voordat je het door hebt, vertel je jouw inzicht en plan. De ene keer schiet je raak en is iedereen enthousiast. Maar soms valt de rest stil en staart je glazig aan. Ze kunnen je niet volgen. Je probeert terug te schakelen naar de eerste versnelling. Helaas weet de collega’s niet goed mee te nemen in je gedachtesprongen, omdat je zelf eigenlijk ook niet meer goed weet hoe je ertoe gekomen bent.
  4. Of vallen jouw zoveel haken en ogen of kansen en mogelijkheden op, dat je veel vragen gaat stellen. Het kan de discussie de nodige diepgang en verbreding geven. Maar soms ervaren je collega’s je als lastig of een te grote idealist. Dan krijg je antwoorden als: ‘daar heb ik nog niet over nagedacht’, ‘dat zien we dan wel weer’, ‘doe niet zo moeilijk’ ‘dat is veel te groot gedacht’, ‘daar gaat het nu niet over’. Een periode later blijken jouw opmerkingen uit te komen en overvalt je het gevoel van ‘duh…dat zei ik toch!’.
  5. De discussie is al vaker gevoerd en de onderprikkeling neemt bezit van je, je haakt af, … ‘daar gaan we weer’….’saaaaai’, je lijkt opeens niemand meer te horen en houdt je ondertussen bezig met je eigen overpeinzingen of schrijft ondertussen hele andere dingen of besluit maar koffie voor iedereen in te schenken. Je valt stil en kijkt glazig als een ander jou een vraag stelt.  ‘Sorry, ik was even afgeleid. Wat zei je?’.
  6. Je focust opeens op de collega die steeds stiller wordt of de 2 collega’s die elkaar maar niet te lijken begrijpen, terwijl ze hetzelfde bedoelen. Je merkt de emotie op en je begint je op te stellen als de vertaler, een verbinder of een mediator. Je herstelt de harmonie aan tafel en iedereen elkaar weer begrijpt. Het draagt bij als het je rol in de groep is en jij daar plezier in hebt. Het kan je ook uitputten op het moment dat dit niet jouw verantwoordelijkheid is en het een soort automatisch helpersgedrag is.
  7. Je raakt overprikkeld van alle informatie en het geeft je stress.

Bovenstaande situaties horen allemaal bij een belangrijkste kenmerk van Hoogsensitiviteit: de diepgaande informatieverwerking van alle prikkels die je ziet, hoort, voelt, proeft, ruikt en de prikkels die ontstaan door bewegingen. Al die informatie wordt diep in het brein verwerkt, doordacht en gecombineerd. Dat maakt dat heel veel HSP-ers lang kunnen nadenken over allerlei gebeurtenissen. Zich bezig houden met als dan…, had ik maar…, de ander, de diepere waarom vragen, oorzaak-gevolg redenaties en de samenhang zien.

Dit brengt vele kwaliteiten mee, maar ook valkuilen. Een aantal tips zijn:

  1. Zorg dat je naast het bewust zijn van alle gedachtes, bewust blijft van je lichaam. Let op de signalen die het af geeft bij het bespreken van opties. Regelmatig weet je intuïtief welke de beste zijn. Richt je in je hoofd op ondersteunende argumenten i.p.v. alle opties te analyseren. Dan wordt je efficiënter in het denken en spreken.
  2. Leer te switchen tussen de ander, de groep en jezelf. Zorg dat je niet te veel of te lang in de schoenen gaat staan van de ander of wat het belang van de groep of het bedrijf is. Als je jouw mening op een duidelijke manier wilt vertellen, heb je met aandacht te blijven bij jouw lichaam, jouw ademhaling, jouw gevoel, jouw mening en jouw daadkracht.
  3. Zorg dat je brein alert blijft en voeg andere zintuiglijke prikkels toe, zodat je blijft horen wat er gezegd wordt (denk bijvoorbeeld aan het activeren van een ander zintuig dan horen: maken van aantekeningen of tekeningetjes, spelen met een pen/kneedgum, iets drinken/eten).
  4. Zorg dat je brein tot rust komt, door in een andere ontspannende houding te gaan zitten of bewegen, je even terug te trekken op het toilet. Gun jezelf ruimte juist niet te reageren.
  5. Realiseer je wat wel en niet jouw verantwoordelijkheid is en handel daar naar.
  6. Gun jezelf denktijd (dat heeft je brein nodig). Geef aan dat je het nog niet weet omdat je alle nieuwe informatie en meningen wilt overdenken. Een nachtje er over wilt slapen of nog iets wilt uitzoeken. Kom er dan zo snel als mogelijk op terug.
  7. Wees je bewust wat maakt dat je jezelf afremt om te spreken in de groep. Leer wat je nodig hebt om het wel te kunnen doen.
  8. Accepteer dat jouw brein soms ‘gekke’ gedachtesprongen en associaties maakt. Probeer deze gedachtes niet te verwoorden (ze zijn namelijk niet logisch). Maak in plaats daarvan je eindplaatje/associatie duidelijk met tekeningen, metaforen, schema’s of processen. Vaak kunnen anderen je dan wel weer volgen.
  9. Accepteer dat je soms geen mening hebt, maar dat jouw toegevoegde waarde, het verbinden is van de verschillende inbrengen van anderen.

Tekst: Saskia Klaaysen  http://www.anahata-coaching.nl en http://www.hsptraining.nl

Lees ook: Wie is er bang voor de HSP-draak?

Gerelateerde artikelen

Back to top button