Lieve vreemde voorbijgangers: dank voor jullie hulp!

Járen geleden werd Janneke eens geholpen door twee wildvreemde voorbijgangers. Ze is ze tot op de dag van vandaag dankbaar. Daarom schrijft ze ze een brief.

Lees ook: Levenswijsheid: een sprookje over geluk

Lieve voorbijgangers,

Het is inmiddels alweer járen geleden, want ik woonde nog in een studentenhuis, ergens aan de rand van Amsterdam. Ik had een eetafspraak met vriendinnen in de stad. Het regende pijpestelen – niet zomaar pijpestelen, echt zo’n stormachtige tropische bui waar geen einde aan lijkt te komen. Daarom besloot ik de tram te nemen. Vervolgens stond ik een half uur bij de tramhalte, en toen was er nog steeds geen tram. Waarschijnlijk lagen er bladeren op de rails of was de bliksem ingeslagen in een bovenleiding, hoe dan ook, mijn vriendinnen zaten waarschijnlijk al gezellig te eten, terwijl ik nog steeds bij die verrekte tramhalte stond.

Dan toch maar de fiets. Uit mijn studentenhuis jatte ik een paraplu, een wit-groen geval met reclametekst dat zijn beste tijd had gehad. Dat ding hield ik zo goed en zo kwaad als het ging boven mijn hoofd, terwijl ik, verwoed trappend, bij elke gracht die ik passeerde mijn best deed niet met paraplu en al omver geblazen te worden door een rukwind. Kijk, eens, daar was het Rembrandtplein al! (Het was de tijd dat ik eetafspraken maakte op het Rembrandtplein.) En ik was nog droog! En slechts drie kwartier te laat! Op het moment dat ik dat dacht, slipte mijn wiel op een putdeksel en viel ik van mijn fiets, midden in een plas. Mijn groen-witte paraplu belandde verderop op straat, geknakt als een bloem. Ik kon wel huilen, sterker nog, waarschijnlijk deed ik dat ook, maar het was moeilijk te zeggen, omdat ik met mijn gezicht in een plas lag.

En toen kwamen jullie eraan. Twee mannen, zag ik door een waas van tranen en regenwater heen. Ook dat nog, dacht ik. Want jullie konden er zomaar met mijn tas vandoor gaan, die ergens verderop naast de paraplu lag. Maar dat deden jullie niet. In plaats daarvan hielp een van jullie me overeind.
“Gaat het wel?’ vroeg je. Je vriend gaf me mijn tas aan en inspecteerde mijn paraplu, die duidelijk de parapludood was gestorven. ‘Daar heb je niks meer aan,’ concludeerden jullie. ‘Hier, neem deze maar.’ Jullie overhandigden me de deftige grote blauwe herenparaplu met houten handvat waaronder jullie aan waren komen lopen.
Ik was zo verbouwereerd dat ik niet eens meer weet of ik nog ‘dankjewel’ heb gestameld. Daar liepen jullie alweer verder, onder mijn geknakte groen-witte paraplu, of wat daar nog van over was. Ik bleef achter, doorweekt, onder jullie paraplu, met een enorme glimlach op mijn gezicht.

Lieve voorbijgangers, ik ben jullie vriendelijke gebaar nooit vergeten. Vandaar dat ik nu, zoveel jaar later, deze brief schrijf. Niet alleen om jullie alsnog te bedanken, maar ook om te zeggen dat jullie mijn leven een klein beetje veranderd hebben. Tot die tijd was ik ook wel eens getuige van iemands valpartij. En meestal dacht ik dan: die redt zich wel, of: er staat al iemand anders bij. Maar vanaf het moment dat jullie me je paraplu gaven, heb ik volgens mij nooit meer iemand die gevallen was aan zijn lot overgelaten. Ik heb wel eens een meisje dat ik vanuit mijn raam in de regen onderuit zag gaan, op de thee uitgenodigd en haar kleren op de kachel te drogen gehangen. Of een onbekende achter op mijn fiets naar zijn werk gebracht omdat zijn eigen fiets het had begeven. Ik deed dat omdat ik hoopte ook iemand blij te maken zoals jullie dat bij mij hadden gedaan, maar wat bleek nu? Ik werd er zelf ook blij van! Nu las ik laatst dat iemand helpen behalve een sociale vooral ook een egoïstische daad is, onder meer volgens ‘geluksexpert’ Paul Dolan, professor aan de Londense School of Economics. Het verlaagt je stressniveau en is een bron van geluk voor jezelf. Gedurende zes weken iedere week een vriendelijk gebaar maken, zou al leiden tot een verhoging van je geluk (waarbij het wel belangrijk is dat je varieert, anders wordt het een soort routine). Kortom, ik deed het weliswaar voor anderen, intussen werd ik er zelf gelukkiger en gezonder van! En als het even meezat, had ik along the way ook nog een paar andere mensen blij gemaakt. Wie weet gaf ik jullie positieve energie wel door, en maakten zij daar op hun beurt weer andere mensen blij mee – maar dat blijft gissen natuurlijk.

Hoe dan ook, lieve voorbijgangers: enorm bedankt. Jullie hebben me niet alleen op die regenachtige dag zoveel jaar geleden blij gemaakt, maar ook nog alle jaren daarna. Omdat ik van jullie een waardevolle levensles heb geleerd. Jullie kleine heldendaad was eigenlijk een grote heldendaad. Kleine heldendaden kunnen iemands leven veranderen – in elk geval wel dat van mij, en ik ben vast niet de enige met een verhaal zoals dit. Volgens mij zijn kleine heldendaden ook precies wat we zo hard nodig hebben in deze tijd, waarin we elkaar maar al te vaak wantrouwen of veroordelen – of elkaar gewoonweg niet zien omdat we druk zijn met onze eigen dingen. Verbondenheid, dat is volgens mij wat zo gelukkig maakt. Het gevoel dat de ander is zoals jij en jij zoals de ander. Dat je er niet alleen voor staat als je een keertje onderuit gaat. Dat we er voor elkaar zijn, ook al kennen we elkaar niet. En dat is precies het gevoel dat jullie me gaven toen jullie me je paraplu aanreikten.

Met dankbare groet,

Janneke

Lees ook: Dit herkennen alleen mensen die altijd te aardig zijn

Gerelateerde artikelen

Back to top button