Nee, we zijn geen aanstellers! – Want het moderne moederschap is zo leuk nog niet

Moeders van tegenwoordig worden vaak bestempeld als zeurende zeikwijven die niks meer aankunnen. ‘Ploetermoeders’ worden we ook wel genoemd, omdat we het allemaal zo zwaar vinden. Maar wat lopen we nou te miepen? Vroeger hadden de moeders tien kinderen en geen wasmachine! Toen was het pas zwaar. Maar dat is een beetje te kort door de bocht.

Als ik mijn eigen moeder vraag of zij het moederschap ook zo zwaar vond toen ik klein was, kijkt ze me vreemd aan. Zwaar? Nee hoor, zij vond het helemaal niet zwaar. Sterker nog, als ze mij soms ziet worstelen met mijn moederschap en de stress en onzekerheid die daarbij komt kijken vraagt ze zich af wat er in hemelsnaam mis met me is. Waarom ik me zo opwindt over dingen die in haar tijd niet eens bij haar opkwamen. “Kind, maak je niet zo druk” zegt ze dan. Als je kroost gezond en overwegend vrolijk is, dan doe je het toch goed, is haar credo. Want dat was het voornaamste doel van het moederschap in vroeger tijden: dat je je kinderen in leven hield. Als dat lukte en het werden later geen psychopatische seriemoordenaars dan had je het goed gedaan als moeder. En als het wel psychopatische seriemoordenaars werden, nou ja, dan lag dat hoogstwaarschijnlijk ook niet eens aan jou, maar dan zat er gewoon bij je kind een steekje los. Gevalletje van jammer maar helaas en shit happens. Hoe anders is dat nu, in een tijd dat het moederschap niet langer iets is wat je een soort van toevallig overkomt, maar een prestigieus project dat je perfect dient uit te voeren. Want moderne moeders hebben dan weliswaar meer handige tools en technologieen tot hun beschikking die het moederschap in praktische zin eenvoudiger maken, mentaal is het er voor ons zeker niet makkelijker op geworden.

Dat is geen gezeur van een stelletje zwakke vrouwen zonder ruggengraat, het is wetenschappelijk bewezen. Internationaal onderzoek wijst namelijk uit dat de druk die er op moeders ligt tegenwoordig vele malen groter is dan vroeger. Wetenschappers interviewden zwangere vrouwen, jonge moeders en oma’s over hun ervaringen en gevoelens omtrent het moederschap. De conclusie was eenduidig: vrouwen die nu oma zijn ervoeren hun moederschap als een stuk minder zwaar dan hun dochters dat nu doen. Hun leven als moeder was namelijk een stuk eenvoudiger. Ze hadden weliswaar gemiddeld genomen meer kinderen en minder luxe, er werd ook veel minder van ze verwacht. Moeders van vroeger werden niet geteisterd door sociale druk om de perfecte moeder te zijn. De perfecte moeder bestond destijds helemaal niet. Iedere vrouw vulde haar moederschap naar eigen inzicht in en er was niemand die zich daar mee bemoeide of er over oordeelde. Er waren veel minder regels waar je je aan moest houden tijdens je zwangerschap. Je hoefde je niet te verantwoorden over je manier van bevallen. Wilde je borstvoeding geven, dan deed je dat. Gaf je liever de fles, ook goed. Er waren geen verschillende opvoedgroeperingen die als kemphanen tegenover elkaar stonden en elkaar om de oren sloegen met vermeende hechtingsstoornissen en onvermijdelijke Oedipuscomplexen. Iedere moeder deed haar eigen ding en iedereen vond dat prima. Jouw kind, jouw manier. Maar tegenwoordig is jouw kind iedereens kind. En iedereen weet het beter dan jij.

Het onderzoek laat zien dat de invloed van (social) media, de gigantische brij aan informatie over het moederschap en opvoeden en alle contrasterende meningen daarover in de samenleving, die bovendien ook nog te pas en te onpas door iedereen geventileerd en als waarheid gepresenteerd worden, leiden tot grote onzekerheid en verregaande prestatiedrang bij moeders. Vrouwen krijgen constant te maken met ongevraagde meningen en advies en alle keuzes die zij maken worden direct onder een vergrootglas gelegd en vervolgens bijna zonder uitzondering veroordeeld. Moeders worden constant bekritiseerd om hun manier van moederen, wat funest is omdat het moederschap op zichzelf al een heel moeilijke en onzekere taak is. Ook zonder de mening van de goegemeente vraagt iedere moeder zich al vaak genoeg af of ze het allemaal wel goed doet en de scepsis van haar omgeving maakt dat er niet beter op. Sterker nog, het heeft geleidt tot een generatie van vrouwen die collectief bijna burn-out raakt door het moederschap. Omdat niet zozeer hun kinderen, als wel de volwassenen om hen heen ze kapot maken.

Als ik om me heen kijk naar al die gestreste, hysterische jonge moeders, vraag ik me steeds vaker af waar we in godsvredesnaam mee bezig zijn. Ik ben inmiddels aan het andere eind van de tunnel gekomen, voor mij zijn de tropenjaren grotendeels voorbij. En nu mijn kinderen wat groter zijn en alles niet meer nieuw en moeilijk is, zie ik in hoe belachelijk de maatschappij zich is gaan verhouden tov moeders. Hoe gek we ze maken door constant in hun nek te hijgen en ze in dat keurslijf van perfecte moeder proberen te drukken. Hoe doorgeslagen we zijn als het gaat om kinderen en opvoeden, met onze opvoedreligies en regeltjes. Want mijn moeder heeft gelijk: als je je kroost in leven weet te houden en ze zijn meestentijds vrolijk, dan doe je het goed. Meer is er eigenlijk niet belangrijk. Er is niet een manier om te moederen, er is niet een opvoedmethode die goed is. Hoe het moederschap het beste kan worden ingevuld is voor iedere moeder anders. Maar leuk is het de laatste jaren inderdaad eigenlijk gewoon niet meer. En dat is doodzonde.

Moeders van tegenwoordig zijn geen zeurende zeikwijven. We zijn geen ploetermoeders. We mogen dan verwarmde billendoekjesdispensers en supersonische kinderwagens hebben, het moederschap is desondanks zwaarder dan het ooit geweest is. En als we zo doorgaan, dan gaan moeders er binnen afzienbare tijd massaal aan onderdoor. De maatschappij moet ophouden met het moederschap neer te zetten als een wedstrijd die gewonnen moet worden. Als een wet van Meden en Perzen die minutieus nageleefd moet worden, omdat je anders in overtreding bent. Het gevoel dat je het nooit goed kunt doen moet terug naar het gevoel dat je het eigenlijk altijd goed doet. Dat gevoel dat onze eigen moeders hadden toen zij ons opvoedden. Want de kans is groot dat jij heel anders bent opgevoed dan ik. Maar we zijn toch allebei goed terecht gekomen. Misschien zijn jouw borstvoedende thuisblijfmoeder en mijn flesvoedende carrièremoeder elkaar weleens tegengekomen. En toen hebben ze elkaar vriendelijk aangekeken en gedag gezegd. Omdat ze allebei moeders waren en dat gegeven hen verbond. Niet de manier waarop zij hun moeder-zijn vormgaven. Daar moeten we naar terug. Want een kind grootbrengen een enorme prestatie, hoe je dat ook doet. En het enige dat de maatschappij daarover te zeggen heeft is hoe knap dat is.

Gerelateerde artikelen

Back to top button