Ook altijd de drang om te reizen? Dat zijn je genen

De meeste van ons houden wel van een reisje of twee per jaar. Heerlijk tot rust komen of juist alleen maar onderweg zijn: ieder zo zijn ding. Nu blijkt dat die o zo bekende reislust dus met je genen te maken heeft, als we verschillende psychologische onderzoeken over reizen ten minste mogen geloven.

Het zo gaan om het DRD4-FR gen gaan. Dit gen is al eerder gelinkt aan nieuwsgierigheid en rusteloosheid. Zo’n 20 procent van de huidige bevolking bezit dit gen, blijkt uit onderzoek Dit gen komt steeds naar voren in onderzoeken die kijken naar de motivaties om te reizen en steeds verder te reizen. Het DRD4-gen is gekoppeld aan het stofje dopamine, die vaak vrijgegeven wordt als een soort beloning wanneer een taak is volbracht.

Uit een van de onderzoeken blijkt dat gemeenschappen waarvan de voorouders in een vroeg stadium zijn geëmigreerd vanuit Afrika, volgens de wetenschap de geboorteplaats van de mens, een hoger niveau hebben van het gen. Wetenschappers trekken hieruit de conclusie dat de bevolking dus meer geneigd is om te reizen en op onderzoek uit te gaan dan andere bevolkingen.

De resultaten geven nog niet volledig uitsluitsel dat dit gen de reden is waarom je zo vaak op reis wilt, maar het is wel fijn om iets de schuld te kunnen geven wanneer je portemonnee weer leeg is na zo’n mooie vakantie.

Lees ook: Wetenschappelijk onderzoekt bewijst: reizen maakt gelukkiger dan materiële rijkdom

(Bron: Wanderlust: A genetic basis to a globetrotting fanatic, hoofdbeeld: Unsplash)