Verhuizen voor HSP’ers: “Na de euforie, komt het emotiespook aankloppen”

Verhuizen. HSP’er Saskia Klaaysen deed het drie keer, maar toch denkt ze telkens weer dat het een eitje is. Klussen, inpakken, auto inladen, uitpakken, oude huis schoon opleveren, klaar. Maar voor de hooggevoeligen onder ons is zo’n soort gebeurtenis nogal stressvol. Dit is wat er gebeurt tijdens het verhuisproces. Herkenbaar?

  1. De denkmachine gaat AAN
    Als echte HSP-er overzag ik opeens van alles. En alles had weer ouderwets met van alles te maken. Mijn hoofd flitste alle kanten op. Hoeveel moest er ingepakt worden? Hoeveel weekenden hadden we nog? Wanneer moet alles klaar staan, als we ook nog drie weken moesten klussen? En oh ja, de klustijd was krap. Hoeveel hulp hadden we eigenlijk? Wat kon ik zelf, wat moest ik samen met mijn man doen en waar konden anderen bij helpen? Wie had die weekenden geen sportende kinderen, wie was er niet geblesseerd of had andere fysieke ongemakken? Wie zou het nog enigszins leuk vinden om ons te helpen? En wanneer dan?
    Het grote sorteren begon: moet mee, kan weg, mag naar Kringloop, wil ik weggeven, dit is misschien leuk voor kleine neefjes of zal ik het toch houden? Bij alle voorwerpen die er door mijn handen gingen kwamen de nodige herinneringen boven: een gehaakt vest van mijn oma, het laatste wat ze ooit heeft gemaakt, een oude OV kaart (‘gut wat een jonge koppie’) een mooie foto van onze kitten die inmiddels al dertien jaar is. Overal kon ik bij wegdwalen. En tussendoor kwamen daar natuurlijk de afspraken en planningen bij met leveranciers en monteurs. Je kan nu eenmaal niet schilderen als er ook nog gesloopt moet worden. En wanneer moest zo’n verhuisvrachtwagen eigenlijk gereserveerd worden. Want misschien was het wel een drukke verhuisweek: het was immers een schoolvakantie. Tja dat hadden we natuurlijk weer niet handig gepland. Hadden we nu maar…
  2. Keuzestress
    Ik had maandenlang prachtigste Pinterestborden gemaakt. Vele ideetjes en mooie kamers in tientallen variaties in gedachten gemaakt. In mijn hoofd waren ze al af. De dagelijkse realiteit verstoorde ruw mijn dagdromen en visualisaties vol met mogelijkheden: op het laatste moment moest ik toch definitief kiezen en de boel aanschaffen. Ik kan heel goed kiezen, zie en voel wat ik mooi vind. Maar voor een huis, waar je nog niet in leeft, niet ter plekke staat, krijg ik niet direct een gevoel. Dan blijft mijn brein me bombarderen met mogelijkheden en opties. Keuzes maken voor 1 kamer gaat heel gemakkelijk, maar al die ruimtes tegelijk. Dat is dan weer een ander verhaal! Lang leve de kleurtesters en behangstalen. Ik heb het me uiteindelijk maar makkelijk gemaakt en de aanschaf na de sleuteloverdracht gedaan. Dan kon ik in de ruimte staan en in de ruimte visualiseren en kleurtjes op de muur testen.
  3. Het gezin begeleiden in de verandering
    Wij hadden besloten om te verhuizen. Niet alle jongere gezinsleden vonden dat een succes. Dus als ‘goede moeder’ wilde ik het ze natuurlijk zo fijn mogelijk maken. Stiekem om mijn eigen schuldgevoel te verzachten. En daar was ik me dan vervolgens weer heel bewust van. Hoe maak je verhuizen leuk: door een feestje van hun kamer te maken. Naar hun wensen te blijven luisteren. Ik ben er uren, dagen, maanden, zoet mee in mijn hoofd geweest. Natuurlijk had ik al lang door dat dit leuke “als dan… happy-family- scenario’s” zijn, maar in de werkelijkheid hebben zij net als ik hun verdrietige momenten en stress. Dat mag er zijn, dat kan ik niet voorkomen. En dat is soms niet zo makkelijk…
  4. Overweldigende emoties
    Na alle euforie van verandering en vernieuwing, kwam opeens dat grote emotiespook aan de deur kloppen. Was het nu wel zo’n goed idee om te verhuizen naar twee wijken verderop? We hadden het toch zo goed in ons fijne buurtje waar we de meeste buren door en door kenden, met wie we hadden gelachen en gehuild. Onze kinderen waren samen opgegroeid. En och je kon zo heerlijk uitkijken op de bomen, het water, het park vlakbij. En lopend naar het winkelcentrum.
    Wat liet ik eigenlijk allemaal achter? Ik kan altijd aankloppen bij de buren als de nood aan de man was. Of even aanbellen voor een troost kopje thee als het allemaal even klote ging. En al die leuke, grappige herinneringen. Ze leken opeens nog mooier en fijner dan het ooit misschien in werkelijkheid was. Kortom…ik belandde in een soort afscheid, rouw om datgene wat ik los ging laten. De emotionele intensiteit sloeg genadeloos zijn slag. Mijn brein dook van gedachtes naar diepe intense gevoelens, naar herbelevingen, naar de lach en de traan en dat tegelijkertijd.
    En na de verhuizing, was ik er nog steeds niet. Het huis was geen ‘thuis’. ‘Thuis’ was daar…niet hier. Dat heerlijke ontspannen thuisgevoel, dat liet nog even op zich wachten. Ik liep de eerste weken als een soort visite in mijn eigen huis, regelmatig vol frustratie op zoek naar dat ‘ene zakje’ met dat rode labeltje in die ene doos waar ‘overig’ op staat, die eerst hier stond, maar nu niet meer en wie heeft dat ding verplaatst!
  5. Fysieke aanslag op je lijf
    Na de sleuteloverdracht volgde een fysieke aanslag op mijn lichaam. Wij zijn van het conservatieve soort: wat je zelf kan, doe je zelf en wat je niet zelf kunt, besteed je uit. Een overtuiging die ik nodig eens moet gaan verbannen uit mijn hoofd. Want 3 weken iedere dag klussen met onze kantoor- en praatlijven, en dan nog eens verhuizen is een fysieke overprikkeling die als een soort kers op de taart de stress compleet maakt.
  6. Het besef: alles is relatief!
    Uiteindelijk is verhuizen hartstikke leuk! Geen onderprikkeling aan dit front. En weet je, alles is relatief. Er zijn echt veel ergere dingen op de wereld, mensen op de vlucht, mensen zonder huis, ziekte en geweld. Dat perspectief ben ik gelukkig niet kwijt.. Mijn zenuwstelsel had gewoon een overload. En nu? Nu is het echt genieten. Ik ben thuis.

www.hsptraining.nl
www.anahata-coaching.nl

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button