Waarom gaan we vreemd? Waarom roddelen we? En andere prikkelende vragen over het menselijk gedrag

In een nieuw boek over de werking van het brein, wordt antwoord gegeven op een aantal prikkelende en vermakelijke vragen over het menselijk gedrag. 

Boeken over het brein zijn populair. In media worden constant nieuwe titels over het brein besproken. Vorig jaar verscheen er nog een nieuw breinboek, van de Vlaamse auteur Luc Swinnen: ‘Waarom wij vreemdgaan en parachutespringen. Ons onbegrijpelijke brein.’ Hij maakt daarin een onderscheid tussen de drie lagen van ons brein: het reptielenbrein, het zoogdierenbrein en het mensenbrein. Oftewel: de hersenstam, het limbische systeem en de hersenschors. Deze drie delen samen vormen het psychologische brein. Aan de hand van die systemen probeert Swinnen te verklaren waarom mensen onlogische en irrationele beslissingen nemen: ‘….we kunnen er veel van leren, want deze drie delen van het brein verklaren een zeer groot gedeelte van ons gedrag en onze gevoelens. Deze drie gebieden verklaren waarom het zo extreem moeilijk is om je gedrag te veranderen. En de samenhang tussen deze delen verklaart hoe we als mensen – goede en foute – beslissingen nemen.’ Swinnen geeft in het boek antwoord op interessante vragen als  ‘waarom roddelen en liegen mensen?’, ‘waarom hebben we sneller vertrouwen in knappe of succesvolle mensen?’, ‘waarom geloven we in crashdiëten?’ en ‘hoe leren we leven met ons impulsieve brein?’

Het reptielenbrein werkt alleen, autonoom, en zorgt voor de reacties vechten-vluchten-verstijven en voor alle functies in ons lichaam die automatisch verlopen, zoals de ademhaling, bloedcirculatie, spijsvertering, bloeddruk en hartslag. Het is ook de oorzaak van impulsieve beslissingen waar je later soms spijt van hebt. Het zoogdierenbrein ligt letterlijk bovenop het reptielenbrein en wordt ook wel eens het limbische systeem of emotionele brein genoemd. Dat heeft het vermogen om te leren door middel van conditionering. Het mensenbrein ten slotte komt nog maar ‘net’ kijken, zo’n honderdduizend jaar. Het geeft ons het denkvermogen en de competentie om te rekenen, te spreken, te lezen en te schrijven. Met andere woorden, het vermogen om rationeel te handelen. Het gaat om beheersing en het in bedwang houden van impulsen, het bewustzijn en het gevoel voor goed en kwaad. Het is als het ware de boekhouder, de manager van het brein.

En dan nu het (verkorte) antwoord op een paar van die interessante en vermakelijke  vragen uit het boek.

Waarom werkt verliefdheid als een drug?
‘Verliefdheid werkt verslavend. Men heeft steeds meer liefde nodig en bij afwezigheid treden akelige verschijnselen van ontwenning op. Afkicken is niet eenvoudig. Vergelijk verliefdheid gerust met een cocaïneverslaving. Op een bepaald moment daalt de hoeveelheid dopamine en neemt oxytocine het over. Er kan een innige band ontstaan. Zo geraken mensen diep ge­hecht aan elkaar, hun leven lang. Dat is het zout en de peper van ons bestaan. We doen alles voor elkaar. Maar dan moet je wel tijd maken voor je geliefde, anders valt het systeem uit elkaar. Seks, aanraking en aandacht zijn sterke promotoren van oxytocine. Dat vergeet je beter nooit.’

Waarom roddelen we?
‘Bij kwaad spreken over een ander is overduidelijk het reptielenbrein aan zet: we zoeken we een zondebok, een schuldige. En we willen geaccepteerd worden door de groep. Want er is altijd de angst om uit de kudde gestoten te worden en om verlaten te worden. Daarom liegen we ook, tegen anderen (leugentjes om bestwil) of tegen onszelf, over ons gewicht, ons intellect, onze sportieve capaciteiten. We vinden ons meestal beter, slimmer, mooier, rijker dan we zijn. We poetsen ons zelfbeeld op. Omdat we onbewust niet kunnen aanvaarden dat we niet perfect zijn. Misschien is dat zelfbedrog gezond. Maar beter is toch een eerlijke leugenaar te zijn. Ban de irrationele gedachten uit je brein. Je hoeft niet perfect te zijn om erbij te horen. Stel jezelf en je omgeving geen onredelijke eisen. Doe niet mee aan het zwart-witdenken.’

Waarom hebben mensen eerder vertrouwen in iemand die succes uitstraalt?
‘Mensen die gelijk een slachtoffer houding aannemen in een groep (I’m not worthy) ziet men liever gaan dan komen, zegt Swinden.  ‘Je vrienden houden meer van succes en zelfvertrouwen en een open, eerlijke en verzorgde houding. Het reptiel gaat niet om met losers. En denkt duaal. Het reptielenbrein verdeelt de wereld in winners en losers.’ Dus pas je kleedstijl aan aan je omgeving, let op je verzorging, hoe je loopt, lacht en op wat je zegt, want de eerste indruk telt.

Waarom werkt belonen?
Het reptielenbrein ziet wanorde en rommel als de vijand. Schuif de belangrijke dingen niet te lang voor je uit. Anders blijf je een hele dag mailen en telefoneren en begin je nooit aan een belangrijk langetermijndoel. Het lijkt weinig aannemelijk, maar om belangrijke dingen te kunnen doen moet je eerst de losse eindjes in je leven opruimen. Je moet wellicht nog wat orde scheppen op je bureau, een aantal telefoontjes of enkele achterstallige betalingen doen, of een bedankje doorsturen naar een vriend, of je kinderen eerst helpen met een belangrijke huistaak voor school… Dat zijn allemaal losse eindjes. Ze beletten je goed te slapen en goed te werken. Wanneer je de losse eindjes aangepakt hebt, ontstaat er weer ruimte voor nieuwe mooie dingen.’ En: beloon jezelf als je een vervelende klus hebt geklaard. ‘Denk aan je dopaminesysteem. Stel een aantrekkelijke beloning in het vooruitzicht: iets lekkers eten als het papier op tijd buiten staat, dat mooie boek kopen precies die dag. Waarom ook niet? Het klinkt misschien wat naïef, maar het werkt.’

Waarom gaan we vreemd?
‘Iedereen kan vreemdgaan, want de mechanismes in het brein zijn dezelfde en niet gendergebonden. Soms kan vreemdgaan een schreeuw om aandacht zijn, zeker als je binnen je eigen relatie moeilijk kunt communiceren over seks of een gebrek aan aandacht. Vooral als een van de partners zich verwaarloosd voelt, omdat de ander vooral met zijn werk getrouwd lijkt. Of met een hobby. Om je verbonden te blijven voelen moet er veel oxytocine aangemaakt worden, het hormoon dat zorgt voor verbinding. Dat bereik je door elkaar veel aan te raken, te knuffelen, intiem te zijn.

Maar…. Van nature zijn mensen geen monogame wezens en monogamie komt slechts bij drie procent van alle dieren voor. Monogame wezens zijn de prairiewoelmuis en de klipspringer. Ze houden het – onvoorwaardelijk – bij één mannetje of vrouwtje. De rest van de dieren is promiscue. En de mens is niet anders.

Kortom: goede afspraken zijn in elke relatie belangrijk. Geen geheimen, seksuele intelligentie, knuffelgedrag. En ook het groeiende besef dat vreemdgaan niet automatisch moet leiden tot een breuk speelt mee.’

 

 

Gerelateerde artikelen

Back to top button