Wensvader gezocht! Merel loopt een blauwtje (deel 7)

De zoektocht naar de vader(s) van Merels toekomstige kinderen is in volle gang. Nadat ze een paar maanden in een luxepositie heeft gezeten, krijgt ze ineens een deur in haar gezicht.

Al hebben twee stellen expliciet uitgesproken dat ze met me verder willen, toch bevalt mijn rol als serial dater me nog uitstekend. Van ieder gesprek met een nieuw homostel leer ik weer iets nieuws over mezelf, komt er weer iets voorbij waar ik werkelijk nog nooit over had nagedacht. Wat als een van de papa’s nauwelijks Nederlands spreekt? Wat als ze beiden al in de vijftig zijn? Wat als er een seropositief is? Wat als de beoogde vader toch eigenlijk wel bizar grote neusgaten heeft?

Ik heb met een nieuw stel afgesproken op de Amsterdamse Nieuwmarkt. Het is afgeladen in het café en we belanden uiteindelijk met z’n drieën op een bankje aan één kant van een tafel, ik tussen Rick en zijn vriend Daniel in. Het breekt het ijs meteen, als ik al hoofdzwaaiend aan ze vraag wie ze zijn en wat ze doen. Ze werken beiden in de ICT, wonen in een groot huis midden op de wallen (weer eens wat anders…), waren al een tijd vrienden tot tijdens het klussen ineens de vonken in het rond vlogen.
Nu ik alweer een stuk of tien wensvader-dates heb gehad, merk ik dat ik minder netjes het kennismakingsrijtje afga – werk, hobby’s, vrienden, relatie, jeugd, – en wat meer het gesprek z’n gang laat gaan. Meer praat zoals ik met vrienden doe, associatief. Een van hen vertelt iets, dat doet me denken aan een gebeurtenis van vorige week (wat niet per se wereldschokkend is, maar best een grappig verhaal) en zo kletsen we de avond vol.
Bij het afscheid zie ik pas hoe lang en goedgebouwd ze zijn en plots overvalt me de gedachte aan een mogelijk natuurlijke bevruchting. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden en zeg: ‘Nou, komende dagen mailen we wel even, hè? Dan hoor ik wel of jullie me eigenlijk maar een vervelend mens vonden!’ Ik lach hard en geef ze een knuffel.

Na een week stuur ik ze een mail: ‘Ik vond het gezellig jongens, wat mij betreft doen we een tweede keer.’ Benieuwd naar hun reactie houd ik mijn telefoon in de gaten, maar de volgende dag heb ik nog geen reactie en de dag daarop ook niet. Bij een vriendin op de bank zeg ik grappend: ‘Zal je zien dat ik word afgewezen. Dat zou weer eens wat anders zijn.’
Als ik twee dagen later voor de supermarkt de boodschappentas aan mijn fietsstuur hang, hoor ik een melding op mijn telefoon. Ik heb een mail van ze. ‘We vonden het een gezellige en nuttige avond,’ schrijft Daniel. ‘Toch ondervonden we te weinig match. Het gevoel van een echte klik misten we.’ Ik voel mijn hart in mijn maag zakken. Beduusd steek ik mijn telefoon weer in mijn zak. Ik ben gewoon afgewezen. Ze vonden me niet leuk. Niet eens leuk genoeg om er nog een date aan te plakken. Waarom? Had ik stomme grapjes gemaakt? Was ik teveel mezelf geweest? Nee, denk ik meteen, dat mag ik niet denken. Toch kan ik mijn gedachtestroom maar moeilijk stoppen. Vonden ze mijn kapsel te excentriek? Mijn kledingkeuze verwerpelijk? Had ik het verkeerde biertje besteld?
Het is even een reality check. De afgelopen maanden heb ik rondgezweefd op een roze wolk. Wat een leuke mannen allemaal! En ik mag kiezen! Ik vond het allemaal enig, een beetje een match vond ik al reden om nog eens een biertje te drinken, want dit hele proces was toch fantastisch?! Maar nu bleken er mensen te zijn die liever niet nog eens met mij wilden afspreken.

Lang heb ik niet om te sippen, er heeft zich weer een nieuw stel aangediend. Jochem en Selim hebben mijn advertentie gelezen en willen graag eens koffie drinken. Selim, denk ik, wat grappig, zo heet mijn ex-vriendje ook. Mijn allereerste vriendje van toen ik zestien was. We hebben nog steeds contact en ik heb wel eens tegen hem gegrapt dat – mocht ik nou relatieloos blijven – ik hem misschien wel zou vragen zijn zaad te doneren. Gegrapt ja, maar ondertussen was ik eigenlijk bloedserieus. Deze jongen was mijn Plan B.
Jochem en Selim vragen naar het verhaal achter mijn babywens, ik vertel dat de grote 35 er inmiddels wel schrikbarend snel aankomt en dat dat voor mijn gevoel altijd een soort deadline was. Het moment waarop ik moest gaan beslissen of ik een kind wilde zónder een relatie.
‘Wanneer ben je jarig?’ vraagt Jochem.
‘Volgende week donderdag,’ zeg ik.
‘O grappig, ik zes dagen later,’ zegt hij, ‘dan word ik ook 35.’
Ik val stil. Zes dagen jonger dan ik. Mijn ex-vriendje Selim was ook zes dagen jonger dan ik. Dus de ene heeft dezelfde naam als mijn ex-vriendje en de ander dezelfde geboortedatum.
‘Oké, dit is even een beetje bizar,’ zeg ik en vertel het verhaal over mijn potentiële zaaddonor. ‘Ik ben normaal niet zo van ‘het-heeft-zo-moeten-zijn’ maar dit is wel heel eh… toevallig. Dus dat lijkt me duidelijk,’ roep ik er jolig achteraan, ‘het is een done deal! Wanneer gaan we aan de slag?!’ Normaal doen Merel, denk ik. De vorige keer dat je jezelf was heeft dat niet goed uitgepakt. En ik heb al door dat ik deze jongens wel erg leuk vind.
Het wordt een wat verwarrende date. Het is aan de ene kant een van de leukste en meest ontspannen ontmoetingen, en tegelijkertijd helemaal niet. Al snel merk ik dat we op een lijn zitten, de manier waarop ze over hun leven vertellen, reageren op mijn verhalen, lachen om mijn grapjes, maar telkens als ik te ontspannen word, schrik ik: Gaat het nog goed? Zit ik niet te raaskallen? Zitten ze niet uit beleefdheid de date uit? Ik ben me hyperbewust van alles wat ik zeg en doe.
Als Selim de drankjes aan het betalen is, zeg ik aarzelend tegen Jochem: ‘Nou, dan mailen we elkaar wel, hè? Of we nog eens willen afspreken.’ En dan denk ik: fuck it. Weg met die onzekerheid, als ik ze leuk vind mag ik daar gewoon voor uitkomen. ‘Nou weet je,’ zeg ik, ‘wat mij betreft wel. Ik vond het leuk.’
‘Ik ook,’ zegt Jochem.
Ik lach, opgelucht.

Lees ook: Wensvader gezocht! ‘We zijn een beetje verliefd op je.’ (deel 6)

Gerelateerde artikelen

Back to top button