Als je jong moeder wordt…

Toen Miriam op haar twintigste in Israël woonde ontdekte ze dat ze drie maanden zwanger was. Zij, die nog nooit met poppen had gespeeld, en niet beter wist dan dat ze wilde reizen en studeren. Zij,  die er nog nooit aan had gedacht dat ze ooit moeder zou gaan worden, was in verwachting.

Vanaf het moment dat ik besefte dat ik een kindje ging krijgen voelde ik me zielsgelukkig. De overige zes maanden leefde ik op een grote roze wolk. Pas toen er tijdens de bevalling aan mij werd gevraagd hoe oud ik was, – want je lijkt pas zestien -, drong het tot mij door dat ik in door de ogen van anderen, wel erg jong leek. Het deerde mij niet. Dit kleine meisje was mijn kind. Ik was haar moeder. Wat anderen daar van zouden kunnen denken boeide mij niet. In Israël was het niet ongebruikelijk om zo jong al moeder te zijn. Hoe anders dat was in Nederland ontdekte ik anderhalf jaar later toen ik naar Nederland terug kwam.

De eerste keer dat het mij overkwam vond ik het nog wel grappig. Een oudere mevrouw stak speciaal voor mijn donkere krullenkopje met haar grote bruine kijkers de straat over, keek mij aan en zei tegen mij, een lange blonde moeder met groene ogen: ‘Oh. Dat is leuk zeg zo’n mooi oppaskindje’. Lachend antwoordde ik: ‘Ik heb haar anders zelf gebaard hoor’. De daarop volgende keren vond ik het iets minder leuk. Ik besloot om mezelf wat meer moederachtig te kleden. Dat hielp. Een beetje. Die eerste keer aan de schoolpoort werd ik meewarig aangekeken. Andere moeders konden mij niet thuisbrengen. Was ik de oppas? Een grote zus? Pas toen Yasmin in mijn armen vloog en mij ‘Mama’ noemde, viel er een stilte. De vraag: ‘Maar hoe jong ben jij dan?’ Heb ik tot in den treuren toe moeten aanhoren. De allerergste opmerking van andere moeders was: ‘Maar kan jij het allemaal wel een beetje áán?’ ja. Natuurlijk. Ik was gewoon een moeder net als dat zij dat waren. Vrij snel werd ik gewoon één van hen.

Het enige waar ik moeite mee had was dat, terwijl al mijn vriendinnen af aan het studeren waren of hun eerste huis kochten, ik alle zeilen moest bijzetten om als alleenstaande moeder werk plus kind te kunnen combineren. Mijn leven en dat van mijn leeftijdsgenoten liep gigantisch uiteen. Vrij snel omringde ik mijzelf met vrouwen in dezelfde situatie als ik. Alleenstaande moeders met kinderen. Dat de meesten van hen een stuk ouder waren was nooit een issue. Wij Waren Moeders. Het kleine leeftijdsverschil tussen mijn dochter en ik werd pas jaren onverwachts pijnlijk toen zij ontdekte dat haar moeder, ikke, wel erg jong was. Ze zat net in de eerste van het Voortgezet Onderwijs en was haar broodtrommeltje vergeten. Ik stapte in de auto en reed naar haar school. In de aula greep ik de conciërge aan zijn mouw en voor dat ik iets kon zeggen vroeg hij mij verbaasd: ‘Moet jij niet in de klas zitten?’ Pas toen Yasmin woedend thuis kwam en naar mij gilde dat ik nooit maar dan ook nooit meer naar haar school mocht komen: ‘Mama? De conciërge dacht dat jij bij mij op school zat. Ik schaamde me kapot. Blijf weg!’ besefte ik dat de impact van ons leeftijdsverschil weleens voor wat probleempjes kon gaan zorgen.

Die kwamen er. En hoe. Elk kledingstuk van mij werd door haar met argusogen bekeken. ‘Mam. Serieus. Dit zou ik óók aan kunnen doen’. Als we samen waren en mensen dachten dat we vriendinnen waren was ze boos op mij. ‘Dat vind jij zeker leuk hè dat ze dat denken?’ Als ik haar onverwachts tegen kwam in de stad terwijl ze met vriendinnen was negeerde ze mij volkomen of wierp een dodelijke blik. Ik mocht niet naar de tien-minuten gesprekjes op school. ‘Hoeft niet mama. Ik sta er gewoon goed voor’. Vriendinnen nam ze sporadisch mee naar huis maar ik kreeg dan wel van tevoren een spreekverbod. ‘Jij stelt altijd van die rare vragen’. Terwijl mijn dochter zich in die puberjaren afvroeg wie zij nou eigenlijk was, raakte ik in hetzelfde proces. Ik was vierendertig en wist het gewoon niet meer. De verslechterde relatie met mijn vriend, haar stiefvader sinds haar vijfde, de zorg voor haar broertje met een autistische stoornis vielen mij zwaar. Wie was ik nou náást het feit dat ik moeder was? Andere moeders, oudere moeders, leefden zo’n gezapig tevreden leven. Mijn vriendinnen gingen nog volop stappen. Ik zat tussen twee werelden ingeklemd. Aan de ene kant wilde ik gewoon zijn zoals alle andere moeders. Aan de andere kant moest ik zelf nog zoveel ontdekken.

Nu, vijftien jaar na dato, realiseer ik me pas dat ik in die jaren niet de prijs krijg voor ‘Good Parenting’. Mijn dochter zette zich af tegen mij. Ik tegen haar. Ik kon met haar bekvechten over kleding. ‘Mam. Serieus. Heb jij nou mijn broek aan?’ ‘Yasmin. Terugkomen. Dat shirtje is van mij!’. In de jaren die daar op volgden ontstond er een verwijdering. Toen haar stiefvader en ik uit elkaar gingen raakte ik haar steeds meer kwijt. Ons leeftijdsverschil werd steeds kleiner. Letterlijk. Mijn dochter dreef steeds verder van mij af en daar was ik zelf debet aan. Nu durf ik te zeggen dat niet het leeftijdsverschil daar de oorzaak van was, of zij met haar pubergedrag, maar de keuzes die ik maakte. Ik. De Moeder. Was ik achteraf te jong? Nee. Ik maakte vanwege bepaalde omstandigheden de verkeerde keuzes. En daar werd zij de dupe van.

Zes jaar geleden werd ik opnieuw moeder. Van mijn dochter. Zij gaf mij de kans om naar haar kant van het verhaal te luisteren. Een kans die ik met beiden handen aangreep. Nadat ze alles had verteld kon ik maar één ding doen. Erkennen dat ik er niet voor haar was geweest tijdens haar puberteit. Ze heeft het mij vergeven. Het leeftijdsverschil tussen haar en mij werd weer zoals het was. Ik werd op mijn drie en veertigste weer haar moeder. Zij werd weer mijn kind.

Lees ook:Waarom alle ouders een soort boeddha’s zijn

(Beeld: Unsplash)

Gerelateerde artikelen

Back to top button