Als je levensstijl over de houdbaarheidsdatum gaat…

Merel heeft geen koophuis, geen vaste baan, geen man en geen kinderen. Dat zou ze uiteindelijk wel willen, maar tja, het kwam er tot nu toe niet van. Al 34 jaar niet. Volgend jaar, denkt ze steeds. Maar telkens als ze voor de keus staat: kantoorleven of wereldreis, kiest ze toch weer voor het laatste.

Waar mijn leeftijdsgenoten zich met hun kroost vermaken in een zuid-Europees resort mét entertainment (leuk voor de kids, hè?), hang ik elk jaar weer de backpacker uit. Om de kosten te drukken en met oorspronkelijk het idee om leuke nieuwe mensen te ontmoeten, verblijf ik in hostels. Als een antropoloog die een inheemse stam bestudeert, luister ik naar de gesprekken van mijn twintigjarige reisgenoten. Een Britse jongen roept door de keuken wie mee gaat naar de pub crawl vanavond. Een meisje tilt haar hoofd van tafel en zegt dat ze zich nog steeds dronken voelt en echt even moet slapen.
Sleep?’ lacht de Brit. ‘You can sleep when you’re dead!’
Om het meisje te ondersteunen mompel ik dat het leven toch aanzienlijk leuker is als je je uurtjes rust binnen hebt.
De Brit: ‘Ik ben jong, weet je! Bezig met het creëren van herinneringen. Ik kan niet zeggen dat ik me die ene nacht herinner waarop ik toch zó goed geslapen heb.’
Er klinkt instemmend gelach.

Hoe hard ik ook doe alsof ik ook nog zo jong en onbesuisd ben als deze stoere Brit, ieder jaar als ik tussen mijn piepjonge reisgenoten sta wordt de realiteitscheck groter. Wat ben ik eigenlijk aan het doen? Is de houdbaarheidsdatum van dit leven niet ernstig verstreken? Ik hou van de vrijheid, maar toch hè… Ik noem maar even wat zaken die op de loer liggen: Merel de oude vrijster, kinderloosheid, gapend pensioengat, totaal verlies van mijn geloofwaardigheid. Achter mijn rug om uitgelachen worden, door mijn leeftijdsgenoten én door die jonkies met wie oma (lees: ik) mee probeert te doen. Vind ik dit ongestructureerde leven over tien jaar nog interessant? Is dit een positieve keuze, of een negatieve?

Ik ben niet de enige die maar niet volwassen wil worden. De Peter Pan-generatie wordt het ook wel genoemd: mensen tussen de 25 en 40 die blijven hangen in hun adolescentie. Zo lang mogelijk grote verantwoordelijkheden als huwelijk, hypotheek en kinderen voor zich uit blijven schuiven. Sommigen wonen zelfs nog thuis op hun 35eDe gemiddelde leeftijd dat vrouwen trouwen is in dertig jaar tijd aanzienlijk gestegen, van 23 jaar in de jaren zeventig tot 28 jaar nu. En veel mensen trouwen nog veel later, of helemaal niet. En wachten tot ze tegen de 40 lopen om eens aan kinderen te beginnen. Wat niet een erg gunstig effect heeft op de vruchtbaarheid.

Een huis kopen, daar wachten we ook steeds langer mee. De economie helpt natuurlijk ook niet erg, het is in drukbevolkte gebieden bijna onmogelijk om met een starterssalaris aan een leuk stekkie te komen.  Maar misschien moeten we de schuld niet buiten onszelf leggen. Of steeds zo hard roepen dat we zó ván ónze vríjheid geníeten. Want zijn we niet eigenlijk gewoon doodsbang? Om risico’s te nemen? Te kiezen? Gekwetst te worden?  Vroeger nam je gewoon het bedrijf van je vader over, of werd je lerares. Tegenwoordig zijn keuzes talrijk en dat maakt de druk om iets van je leven te maken heel groot. Aangezien we zelf een heleboel kunnen vormgeven, is het dus onze eigen schuld als we iets verkeerds kiezen, falen of – misschien nog erger – wegzakken in middelmatigheid. Dus kiezen we maar helemaal niet.

Waar zijn we bang voor?

Verandering
Het gaat eigenlijk best prima. En ook al gaat het misschien helemaal niet zo prima, het is tenminste ons eigen vertrouwde rotleventje. Waarom zouden we iets veranderen? Misschien krijgen we er wel iets veel verschrikkelijkers voor in de plaats!

Verantwoordelijkheden
Als volwassene heb je niet alleen maar jezelf om rekening mee te houden. Ook als je ’s ochtends geen zin hebt, zul je er toch uit moeten, voor die baan en dat kind. Kon je als losbol nog wel een tijdje op de bank van vrienden crashen en op bonen leven, nu moet je aan je gezin en je hypotheek denken.

Verwachtingen
Als je dan eindelijk voor de Grote Keuzes van het leven staat – verven we de muren eigeel of mintgroen – dan blijken er opeens allemaal verwachtingen te zijn. Van je ouders of andere mensen in je omgeving. Hoezo word je toch geen advocaat? Waarom vernoem  je je kind niet naar je grootouders?

Verliezen van dromen
Dan hebben we ook nog je eigen verwachtingen. Je dromen. Die villa hè… Hoe mooi zou die staan bij die cabrio? Maar met je magere salaris moet je genoegen nemen met een flatje naast het spoor en een ouwe roestbak. Nogal ontluisterend. En die droombaan blijkt toch ook niet zo fantastisch als je altijd voor ogen had. Is het dan niet fijner om onwetend te blijven dromen op zolder bij je ouders?

Verliezen van onschuld
Het zijn lange dagen op kantoor, waar iedereen zich om hoog aan het ellebogen is. Vervolgen kom je thuis in je mini flatje bij een eveneens overwerkte man en een moe, zeurderig kind. Het is niet makkelijk om dan je optimistische blik te behouden. Je jeugdige onschuld.

Maar het is ook fijn. Je gaat eindelijk eens ergens voor. Je hoort ergens bij. Naast de teleurstellingen heb je ook successen.  Tja, misschien is het zo gek nog niet. Moet ik toch eindelijk eens volwassen worden. Volgend jaar. Écht…

Lees ook: Het wachtkamergevoel (als iedereen verder gaat, behalve jij)

Gerelateerde artikelen

Back to top button