Hoe écht open staan (LIKE!) je een gelukkiger mens maakt dan oordelen (UNLIKE!)

Vind ik leuk, vind ik niet leuk. Op social media is het leven maar overzichtelijk. Leuke dingen krijgen een duimpje omhoog of een hartje, stomme dingen een boze emoji. Maar eigenlijk lopen we ook zo door het echte, offline leven. En dat is eigenlijk zonde.

’s Ochtends sta ik op (NIET LEUK, moeehh) en eet ontbijt (LEUK, eten is altijd goed), haal op weg naar werk lekkere koffie bij een tentje op de hoek (LEUK), staar naar de beeldschone bartista (NIET LEUK… of LEUK?), zit de hele dag op mijn werk (hele rits aan LEUK en NIET LEUK), sluip langs de daklozenkrantverkoper in de supermarkt (NIET LEUK, weer niks gekocht), gooi een pizza in de oven (LEUK want JUM en NIET LEUK want DIK).

Terwijl wij de hele dag oordelen vellen over alles om ons heen, zo hebben we ook het gevoel dat we beoordeeld worden. Ik was een kwartier te laat op mijn werk (mijn collega’s dachten vast NIET LEUK), ik maakte een slimme opmerking tijdens de vergadering (zou toch wel LEUK moeten zijn), maar er bleken wel verdroogde etensvlekken op m’n trui te zitten (NIET LEUK, ze vinden me vast een zwerver). Eindelijk weer eens mijn hoogbejaarde omaatje gebeld (LEUK, maar ook NIET LEUK want dat had ik al weken geleden moeten doen, schaam schaam).

Zo bevinden we ons dus de hele dag in een oordeelbubbel. Dit is leuk, dit is niet leuk. Dit wil ik wel hebben, dit wil ik niet hebben. Die persoon vind ik cool, die niet cool. Voordat we echt een volledig beeld hebben van iets of iemand hebben we al een innerlijke LEUK of NIET LEUK knop ingedrukt, gewoon op basis van een eerste indruk. Bij alles wat we prettig vinden, wat we herkennen, wat comfortabel voelt, hebben we de neiging om de LEUK knop in te drukken. Als we iets niet kennen, niet snappen, eng vinden, dan kiezen we vrij automatisch voor de NIET LEUK knop. Omdat wij zelf steeds zo aan het oordelen zijn, hebben we ook het gevoel dat we zelf constant beoordeeld worden.

En dan het uiten. Als we eenmaal een oordeel hebben gecreëerd, willen we die heel graag de wereld inslingeren. Daarom duren vergaderingen ook zo lang. Omdat ie-de-reen nog even wil zeggen wat hij of zij ervan vindt, ook al voegt dat niets toe aan het gesprek. ‘Oké, we gaan dat project nu wel uitrollen, maar weet dat ik het er ABSOLUUT niet mee eens ben.’ Of nog erger: je vriendin aanstoten en wijzen naar de gekke schoenen van de persoon vóór jullie. Kijk, ráááár!!

Labelen, in hokjes stoppen, oordelen, we kunnen eigenlijk niet anders. Het lijkt de chaos van het leven overzichtelijk te maken. Dit is vriend, dit is vijand. Maar het is eigenlijk heel erg zonde. Omdat zo’n label de neiging heeft om te blijven zitten. Die ene collega die een stom grapje maakte toen je hem voor het eerst zag veroordeelde je tot de NIET LEUK hoek en daar is ie tot nu toe blijven zitten, ook al neemt hij printjes voor je mee en lacht hij eigenlijk best schattig. Je nieuwe vriend is een succesvolle, zelfverzekerde vent, die je in de SUPERLIKE toren hebt geplaatst, waardoor het veel te lang duurt voor je er achter bent dat je eigenlijk doodongelukkig met hem bent. Op basis van een paar gegevens, gebrekkige informatie dus eigenlijk, denken we het totaalplaatje te kunnen zien.

Het is alleen niet gelijk verdeeld met de goede en slechte indrukken. De negatieve eerste indrukken vormen zich eerder en zijn hardnekkiger dan de positieve eerste indrukken. We denken minder informatie nodig te hebben om een negatief oordeel te vormen en zijn er dan ook nog eens van overtuigd dat dat het juiste oordeel is. Eenmaal een vervelend label uitgedeeld, dan zijn we geneigd dat oordeel niet zo snel meer te veranderen. Alles wat ons oordeel bevestigt omarmen we (zie je wel!) en wat het tegendeel laat zien schuiven we terzijde of zien we niet eens. Bovendien is het een selffulfilling prophecy: iemand die jij niet aardig vindt behandel je meestal ook niet zo vriendelijk. Dat voelt iemand en die zal als gevolg daarvan niet per se aardiger gaan doen. Zo creëer en voedt je een negatieve ervaring dus eigenlijk zelf.

Waarom hebben we die behoefte toch, dat labelen? Over het algemeen omdat we ons niet goed voelen over onszelf. Omdat we onzeker zijn. Bang. Eenzaam. Jaloers. Dan gaan we maar alvast anderen afwijzen, voor we zelf worden afgewezen. Oordelen geeft een gevoel van macht.

Toch is het zonde. Door meteen een label te plakken op iets of iemand worden we blind voor alle mogelijkheden. We staan afwerend en negatief tegenover het leven, in plaats van open en nieuwsgierig. We laten onszelf niet meer verrassen, geven onszelf niet de kans onze horizon te verbreden. Bovendien kunnen oordelen anderen onnodig kwetsen. Ook als je niet hardop zegt dat je iemand maar belachelijk vindt, dan straal je het waarschijnlijk toch uit. En terwijl je ego je ervan wil overtuigen dat oordelen een goed idee is, dat het jouzelf omhoog stuwt, je je beter over jezelf laat voelen, is het tegendeel waar. Je voelt je juist slechter over jezelf.

Wat als je eens een experiment doet en je oordelen even op pauze zet? Je ego vindt dat vast niet leuk, maar kijk eens wat er gebeurt. Hoe kun je dat doen?

  • Houd je eigen gedachten in de gaten. Wanneer sta jij in de oordeelmodus? Waar baseer je dat op? In hoeverre denk je in stereotypen? Vaak hebben we niet eens door dat we weer aan het labelen zijn.
  • In plaats van meteen conclusies te trekken, probeer te blijven kijken, luisteren, voelen, proeven, ruiken. Ga op onderzoek uit.
  • Als je een negatieve gedachte hebt over iets of iemand, vraag jezelf af: kan het tegenovergestelde ook waar zijn? Wat is juist leuk of bijzonder hieraan?
  • Trek je het gedrag van anderen niet zo persoonlijk aan. Als je het bij de ander kan laten, kun je er vaak ook veel neutraler naar kijken. Iedereen is aan het worstelen, onderschat dat niet. Vervelend gedrag van anderen gaat eigenlijk nooit over ons, maar over henzelf. Over hun twijfels, onzekerheden en pijn.
  • Herhaal de mantra: Net als ik. Voel je een oordeel opkomen, herinner jezelf er dan aan dat deze persoon net als jouzelf is. Zij hebben ook familie die van ze houdt, ze gaan ook naar de wc, ze hebben gevoelens, ze maken fouten, net als jij.
  • En vergeet niet: dit geldt niet alleen voor ándere dingen en mensen, maar ook voor jezelf. Duw je eigen gedrag ook niet meteen in een hokje, het geeft je een beperkt beeld van jezelf.

Het leven is niet zwart wit, het is alle kleuren van de regenboog. En iets kan de ene dag de ene kleur hebben, en een andere dag weer een andere. En is een leven in kleur niet veel mooier dan in zwart wit tinten?

Gerelateerde artikelen

Back to top button