Hoe ik nog altijd verdwaal in de stad waar ik geboren ben

Vala is geboren en getogen in Amsterdam. Maar na 35 jaar raakt ze nog steeds regelmatig de weg kwijt in de stad. Is haar innerlijke kompas kapot? Want hoe kun je nou ergens verdwalen waar je iedere dag komt?

Mijn man heeft het richtingsgevoel waar het opperhoofd van een nomadenstam nog een puntje aan zou kunnen zuigen. Hij gaat altijd blind op z’n doel af, heeft nooit een kaart nodig en Google Maps vindt hij een uitvinding voor debielen. Debielen zoals ik, zijn vrouw, dus, die het voor elkaar krijgen om op weg naar hun werk, waar ze dus iedere dag naartoe gaan, nog verkeerd te lopen. En het is niet overdreven, dat doe ik dus. Soms vraag ik me weleens af of ik zonder oriëntatiegevoel geboren ben en eigenlijk is het een wonder dat ik iedere dag weer veilig thuis kom en niet door de politie van de straat gehaald moet worden omdat ik als een soort kip zonder kop tot diep in de nacht over straat loop te dwalen. Ik vermoed dat ik genetisch belast ben, want ook mijn moeder presteert het om na een bezoekje aan de bakker steevast in de verkeerde richting te lopen, in de rotsvaste overtuiging dat dat de goede weg naar huis is. Een toerist weet waarschijnlijk beter dan ik hoe hij in mijn stad van A naar B komt. Sterker nog, soms, als ik weer eens compleet verdwaald in een voor mij volstrekt onbekende straat sta en ik zie iemand op een Yellow Bike aankomen, klamp ik die aan voor een routebeschrijving. Dan is er tenminste nog een kans dat ik kom waar ik moet zijn.

Zo vaak overkomt het mij dat me in mijn eigen stad de weg gevraagd wordt en dat ik echt bij God niet weet waar een bepaalde plek is. Terwijl ik er toch al 35 jaar dagelijks kom. Als ik een afspraak heb met iemand ben ik van tevoren zenuwachtig over of ik de weg wel weet te vinden en ga ik voor de zekerheid een uur eerder dan eigenlijk nodig zou zijn van huis, puur om ‘verdwaaltijd’ in te bouwen. Het is namelijk gewoon een gegeven dat ik op een zeker moment de weg kwijtraak. Hoe goed ik van tevoren ook de route heb uitgestippeld, of ik het nou op een briefje heb geschreven met getekende pijlen erbij (en dat doe ik dus serieus), of ik nou met Google Maps op maximaal volume op mijn telefoon door de straten ga, er is altijd een moment dat ik met klotsende oksels ergens op straat om mijn eigen as sta te draaien omdat ik niet meer weet waar ik ben en welke kant ik op moet. Ik sta bekend om mijn punctualiteit, omdat ik nooit te laat kom. Maar dat is niet zozeer een kwaliteit, maar gewoon het resultaat van het feit dat ik dus noodgedwongen altijd veel te vroeg weg ga zodat ik rustig kan verdwalen. Het is gewoon beschamend.

Gelukkig ben ik niet de enige. Er zijn heel veel mensen die oriëntatie-gemankeerd zijn. En dat komt volgens wetenschappers niet omdat er iets mis is in ons brein, maar eigenlijk voornamelijk omdat we gewoon te afgeleid zijn om ons op de route te concentreren. We denken over van alles na als we onderweg zijn, we zien allerlei dingen en voor je het weet staan we heel ergens anders dan we zouden moeten zijn. Herkenbaar inderdaad, want mijn hoofd draait overuren als ik onderweg ben. Ik ben met van alles bezig, behalve eigenlijk met de weg. Daarnaast schort het ons vaak aan het nodige ruimtelijk zicht (check, inderdaad), waardoor we de figuurlijke kaart gewoon niet voor ons zien. Klopt, want ik probeer altijd van tevoren de route in mijn hoofd te visualiseren, maar na twee straten voor mijn geestesoog ben ik het alweer kwijt. Sterker nog, ik word er gewoon duizelig van. Godzijdank dus, dat er tegenwoordig GPS is, want dan halen we nog eens een sollicitatiegesprek zonder knalrood en hevig bezweet binnen te komen vallen.

Toch is het eigenlijk beter om je telefoon uit te zetten als je onderweg bent en gewoon te blijven oefenen, zeggen onderzoekers. Want van al dat Google Mappen wordt ons toch al krakkemikkige richtingsgevoel er niet beter op. Oefening baart nou eenmaal kunst en dat geldt ook voor je oriëntatiekunsten. Hoe meer je probeert op eigen kracht de weg te vinden, hoe beter je erin wordt. En ja, dan verdwaal je dus soms een beetje (veel). Maar als je je hippocampus en je perirhinale cortex (die je helpen navigeren) niet blijft aanspreken worden ze lui. En God verhoede dat de batterij van je smartphone dan een keer leeg is, net als je tijdens je glamoursafari midden op de Afrikaanse steppe staat. Zie dan je weg naar het tentenkamp maar eens terug te vinden. Want het zou toch jammer zijn als je tragisch aan je einde komt tussen een roedel hongerige hyena’s omdat je het vermogen je coördinaten te bepalen aan de hand van de stand van de zon verloren bent door de technologie en de gemaksmaatschappij.

Ik vrees dat ik nooit een geweldig padvinder zal worden. Maar misschien dat ik voortaan mijn Google Maps toch niet metéén aanzet als ik op de fiets stap. Met een beetje beter opletten en gedegen voorbereiding zou ik best een heel eind moeten kunnen komen. En een beetje verdwalen heeft ook eigenlijk wel weer zo zijn charme. Je komt nog eens ergens, zullen we maar zeggen. Je ontmoet nog eens mensen. Ziet nog eens dingen. Richting is een relatief begrip. Ik ga gewoon waar de wind mij leidt. En zeg nou zelf, hoe bohémien is dat?

Lees ook: Waarom ik liever in een dorp woon dan in een stad

Gerelateerde artikelen

Back to top button