Hoe je als hsp’er ook naar een festival kunt (en zelfs geniet!)

Johanna Nolet weet het nog als de dag van gisteren… Een kleine tien jaar geleden stond ze midden in een voorbij racende kudde zoogdieren, terwijl Rammstein een pit bouwde in mijn hoofd. Twee minuten na aankomst op Lowlands, overwoog ze zich blind van paniek terug naar de uitgang te bewegen. Maar ze was jong en wilde wat en ‘hoogsensitiviteit’ relateerde ze toen nog aan bultjes op de huid door toedoen van een iets te geparfumeerde bodylotion. 

Het heeft me nog twee keer Lowlands, drie keer Into The Great Wide Open én Sziget gekost om erachter te komen dat festivals aan mij gewoon niet besteed zijn. Niet zozeer om het vrije gevoel, de geweldige muziek, het kamperen en buiten zijn… Ook niet per se om de open en broederlijke sfeer die je alleen op festivals tegenkomt… maar om de mensenmassa en de tsunami aan geluid die de-hele-tijd op je afkomt.

Het komt erop neer dat een festival een 72 uur durende aanval op je zenuwstelsel is. Dat is voor elk mens heftig, maar voor iemand die al gek wordt van een stel tikkende vingers op tafel, is het van tijd tot tijd ondraaglijk. Een goede reden dus om de zomerfestivals de afgelopen jaren aan me voorbij te laten gaan. Ik zag het als een voorrecht dat ik die tijd gehad had en dat ik nu niet meer mee hoefde. Totdat er dit jaar een voorstel werd gedaan om met alle vriendinnen plus aanhang naar Down The Rabbit Hole te gaan en mijn hart een sprongetje maakte. Want, ik mag dan een overgevoelige muppet zijn, maar I LOVE FESTIVALS! Intens voelen is niet alleen een negatieve ervaring. Ik voel de muziek, de geuren en de kleuren ook tot in mijn kleinste teen en kan extreem genieten van de vrijheid tijdens het dansen en de connectie met alle mooie mensen om me heen.

En dus besloot ik dat het weer tijd was voor een vuurproef. Maar ditmaal volledig op mijn voorwaarden en met oog voor mijn behoeftes, oftewel; als volwassene die de regie in eigen hand houdt in plaats van mee te lopen met de kudde. Voor dit experiment leende Down The Rabbit Hole zich uitstekend, bleek. Want, wat heeft een hsp-er eigenlijk nodig om van een festival te kunnen genieten?

  1. Downtime
    Ik moet kunnen ontsnappen aan de chaos. Wat betekent dat ik op maximaal 15 minuten loopafstand rust moet kunnen vinden. Natuur werkt hiervoor uitstekend. Maar een plek waar je even met niemand hoeft te praten en niet door pompende beats wordt weggeblazen, voldoet ook. Daarom was het perfect dat het festivalterrein van DTRH aan een groot meer lag en ik €180 extra had betaald voor een slaapplekje op de Rabbit Resort, waar houten huisjes en tipi’s veel weidser waren opgezet dan op elke andere festivalcamping het geval is. Dit stukje comfort zorgde ervoor dat ik veel langer in mijn cocon bleef zitten dan ik had gedaan wanneer er gevoelsmatig 100 man in mijn tent had gestaan.
  2. Flexibiliteit en onafhankelijkheid
    Om niet volledig overprikkeld te raken, moet ik in het moment kunnen voelen wat ik nodig heb en de ruimte hebben om daar gehoor aan te geven. Dat betekent dat ik de groep moet kunnen loslaten wanneer dat mij uitkomt. En dat kan eigenlijk alleen als je elkaar ook makkelijk weer terugvindt. Door de kleinschaligheid van DTRH was dit heel goed mogelijk. De wifi werkte goed en de verschillende podia en wc’s waren niet meer dan vijf minuten lopen bij elkaar vandaan. Kneuterigheid brengt bewegingsvrijheid!
  3. Een leeg hoofd
    In het moment aanwezig zijn, lukt ook niet heel goed als ik ’s ochtends moet bepalen hoeveel lagen kleding ik moet aantrekken, of ik wel of niet mijn tas moet meenemen en of we überhaupt nog terug naar de tent gaan. Ik ervaar daar geen ontspanning aan. Mijn hoofd loopt over als ik meer dan een uur vooruit moet plannen. In Nederland kan het weer per minuut verschillen en om eerlijk te zijn, doen mijn gevoelens en behoeftes dat ook. Ook in dit geval werkt het dus fantastisch als je zonder al te veel gedoe even het thuishonk kunt aanraken.
  4. Bereikbaarheid
    Ik weet dat ze het vroeger op Woodstock ook zonder deden, maar het scheelt mij een hoop gecoördineer als ik en mijn vrienden gewoon bereikbaar zijn. Dat je niet 20 minuten hoeft te wachten totdat iemand terug is van de wc, voordat jij een patatje kunt gaan halen. Maar dat je gewoon een appje kunt droppen als: “Ik ben even een patatje halen. Laat even weten als jullie ergens anders heengaan.” Voor ons werkte de groepsapp hiervoor goed aangezien er altijd wel iemand even op zijn telefoon kijkt en je ‘m daardoor ook makkelijk uren in je zak kunt laten zitten. Ook is het dan geweldig om erachter te komen dat de techniek niet heeft stilgestaan en dat er tegenwoordig gewoon draadloze opladers worden verhuurd. Jey!
  5. Zelfliefde en acceptatie
    Maar wat vooral nodig is om als hsp-er niet in de overlevingsmodus een festival door te hoeven gaan, is zelfliefde en acceptatie. Je moet accepteren dat je nu eenmaal wat aanpassingen nodig hebt om daadwerkelijk te kunnen genieten. En je moet het jezelf waard vinden om die aanpassingen te maken. Je moet jezelf de juiste setting, vriendengroep en het comfort gunnen om je op zelfgekozen momenten terug te kunnen trekken en over je grenzen te kunnen gaan. Want over je grenzen ga je sowieso. En dat is goed! Hsp-ers kunnen ook heus ruig zijn op zijn tijd!

Lees ook: Waarom rust niet per definitie goed is voor een HSP-er

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button