Stuffocation: hoe je met minder spullen meer leeft

Het hebben van meer spullen maakt niet gelukkig, maar werkt verstikkend. Dat zegt James Wallman, schrijver van het boek Stuffocation. Hij legt uit hoe je met minder spullen een beter leven krijgt.

Iedereen heeft in huis wel een plek waar alles waarvan je niet weet wat je ermee moet zich ophoopt. Bij de een is dat een bescheiden rommellaatje, de ander moet een aparte kelderbox huren. Bij mij thuis is die rommella een soort bezemkast met een bonte verzameling koffers, kerstversiering, bordspelletjes, cadeautjes van onze housewarming (een lichtgevende ananas, iemand?), dozen met tassen, dozen met schoenen, een oude fles whisky, verfrommelde sjaals, een Rick Felderhof-hoed en nou ja, je snapt het idee. Totale anarchie.

Nou moet je wel weten waar we vandaan komen. Of liever gezegd: waar mijn vriend vandaan komt. Want voordat we gingen samenwonen, woonde hij in een studio in Den Bosch waar overal waar je keek wat stond. O-ve-ral. De eerste nachten bij hem heb ik niet geslapen omdat ik alleen maar kon rondkijken in dat mini-museum. Mijn vriend is namelijk een ontzettende nerd (komt-ie zelf rond voor uit) met een stevige verzameldrift. Hij verzamelde dvd’s, bordspelletjes, action figures, boeken, Lego-poppetjes, retro-games – zo’n beetje alles wat in de nerdscene statusverhogend werkt, stond daar in dat mini-huisje.

Maar ja, toen ging hij samenwonen met iemand met een geestdriftige Zara-hobby. Lang verhaal kort: Marktplaats is je beste vriend. Binnen een paar weken tijd kregen we een dwarsdoorsnede van de maatschappij op de thee die met liefde zijn Star Wars-poppetjes kwam overnemen. Over al die fantastische Marktplaats-mensen kan ik een boek apart schrijven, maar dat komt een andere keer – het gaat erom dat je in mum van tijd van je troepjes af bent en er nog geld voor krijgt ook. Wat een fantastisch concept! Geniaal! Alsof het iedere dag Koninginnedag is! Voor ik het wist, was ik alleen maar bezig met bedenken wat ik allemaal nog meer kon verpatsen.

We begonnen dus met een leeg huis. Heer-lijk. Al die ruimte! In m’n hoofd fantaseerde ik iedere dag wat ik zou kunnen kopen en waar ik het neer zou zetten. Dat bleef natuurlijk niet bij een fantasie alleen. We zijn nu dik acht maanden verder en zitten met een bezemkast die we alleen op een kiertje durven te zetten om snel iets naar binnen te gooien. Er ligt meer kleding naast dan in mijn kledingkast omdat ik er gewoon geen ruimte voor heb. Nou hebben we in my defense echt schrikbarend weinig kastruimte, maar toch is het te gênant voor woorden.

Al die spullen waarvan ik, we, denk(en) dat die ons gelukkig maken, maken namelijk helemaal niet gelukkig. Nou ja, ze geven je even een kick, je aait het een paar keer liefkozend, je vangt wat complimenten en dan is de grootste lol er wel weer vanaf. Dat zegt ook James Wallman. Hij is schrijver van het boek Stuffocation en beweert dat al die spullen ons meer kwaad doen dan goeds. Sterker nog: volgens hem worden we diep ongelukkig van al dat hoarden.

Sommige mensen leven als tegenreactie volgens het minimalisme. Dat zijn de types die graag opscheppen over hoe weinig dingen ze bezitten. Allemaal leuk en aardig, maar volgens Wallman zijn spullen niet per definitie slecht. Een fiets is immers hartstikke handig als je een sociaal leven hebt en een goed leren jasje kan je oprecht heel vrolijk maken. Het wordt pas een probleem als je 23 leren jasjes hebt en altijd op zoek bent naar een nog mooier exemplaar.

Dan zijn er ook nog de mensen die er een simpel leven op na houden. Met simpel bedoel ik: in een afgelegen berghut wonen waar je je eigen geiten hoedt en geitenmelk drinken en schoenen maken van geitenleer – of whatever die types ook precies doen. Het probleem daarmee is volgens Wallman dat simpel leven behoorlijk gecompliceerd is wanneer je moet leren hoe je je eigen voedsel verbouwt en hoe je je moet weren tegen extreme weersomstandigheden.

Er is ook nog iets wat hij ‘medium chill’ noemt: nee zeggen tegen een promotie omdat je liever meer tijd doorbrengt met familie dan dat je meer geld verdient om spullen te kopen. Dat vindt hij ook maar een matige optie, want het toont niet echt aspiratie – al is het natuurlijk afhankelijk van wat je aspiraties precies zijn.

Ja hoor ‘es meneer Wallman, wat wil je dan? Zijn antwoord: ‘experientialism’. We moeten ons focussen op fijne ervaringen in plaats van fijne spullen. In de psychologie zijn ze het er inmiddels redelijk over eens dat ervaringen leiden tot meer geluk leiden dan het 24ste leren jasje. Ik vraag me af of meneer Wallman de A/W 2016 collectie van Acne heeft gezien, maar vooruit: er zit wat in.

“Ervaringen maken ons gelukkiger omdat die ons minder snel vervelen, we ze meer zien door een roze bril, ze beschouwen als een onderdeel van wie we zijn en ons daardoor dichter bij andere mensen brengen. Ervaringen zijn moeilijker met elkaar te vergelijken dan spullen.”

De lijn tussen niet-ervaringsgebonden spullen en ervaringsgebonden spullen is echter nogal klein. Een superdeluxe kite kopen of je geliefde meenemen naar een sterrenrestaurant, gaat niet echt ten koste van de welvaart. We geven nog steeds bakken geld uit, maar dan aan spullen die leiden tot een herinnering. Da’s dus beduidend wat anders dan achterin je kast een jurkje vinden waar de kaartjes nog aan hangen en waarvan je het hele bestaan eigenlijk al een beetje vergeten was (guilty).

Dubbel is wel dat een op ervaringen gestoeld leven zo nog steeds klinkt als een dure hobby – we kunnen immers niet allemaal vijf keer per jaar op vakantie om te genieten van diepzeeduiken en zonsondergangen. Met een beetje kleiner denken kom je er ook heus, maar eerlijk is eerlijk: ook ervaringen kosten geld. Alleen heb je dan dus wel iets waar je nog jaren met warme gevoelens aan terug kan denken en een bezemkast waar je daadwerkelijk een bezem in kwijt kan.

Lees ook: People pleasers opgelet: zo leer je eindelijk nee zeggen

De mooiste artikelen in je mail? Abonneer je dan op de Mynd-nieuwsbrief:

[wysija_form id=”2″]

Bron: The Guardian

 

Gerelateerde artikelen

Back to top button