Waarom het zo moeilijk is om je ongezouten mening te geven

Haar eigen mening verkondigen die tegen de mening van anderen indruist: daar is Abby Sluijter (34) niet goed in. Waarom is het toch zo moeilijk om te zeggen wat je echt vindt?

Ooit zat ik op een verjaardagsfeestje van een kennis waar de gesprekken pro Wilders waren. Dat was niet mijn idee van een gezellig feestje, daarom hield ik me met plezier buiten de discussie. Totdat om mijn mening werd gevraagd. “Ik vind zaken als milieu, zorg en onderwijs belangrijker dan de problematiek rondom allochtonen”, zei ik. Daar werd geen genoegen mee genomen. Want wat vond ik van de allochtonenproblematiek? Ik, als enige linkse tussen alle rechtsgezinden, had het moeilijk. In plaats van te zeggen dat ik hun uitspraken verbitterd vond, ronduit gezeik als je het mij vraagt, en waar maakten ze zich nou helemaal zo druk om want hoeveel hinder ondervonden ze nou zelf van allochtonen? In plaats daarvan haalde ik mijn schouders op. Eigenlijk vind ik dat nog steeds jammer.

In het boek Op naar geluk van hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis las ik dat buitensluiting gevoelens van angst, pijn en depressiviteit teweeg brengen. Het is mensen er veel aan gelegen om te worden opgenomen in een groep. We leven allang niet meer in het stenentijdperk waarin we met onze medemens in een grot moeten wonen om te overleven omdat we anders doodgaan van de honger en kou. Maar onze hersenen zien buitensluiting als groot gevaar, volgens Dijksterhuis.

In je eigen vriendenkring zoek je daarom mensen uit met wie je zoveel mogelijk gemeen hebt. Onbewust kopiëren we hun houding, manier van kleden en zelfs hun stemgeluid om zoveel mogelijk in de groep op te gaan. Hun oordelen en meningen, die nemen we bewust of onbewust dus ook over. Om dat vast te stellen kun je een heel simpel ‘huis, tuin en keukenexperiment’ uitvoeren. Nodig vrienden uit, zet lekkere koffie en zet daarbij een melkkannetje op tafel. Ruik aan de melk en beweer dat deze zuur ruikt, maar laat het kannetje wel op tafel staan. Niemand zal die melk nog gebruiken. Het zal zelfs zo zijn, dat als je er iemand anders laat ruiken, diegene waarschijnlijk óók zal beweren dat de melk inderdaad bedorven is. Mensen zullen zich er niet eens van bewust zijn: in hun perspectief ruiken ze echt zure melk. Daaronder gaat schuil dat het bijzonder angstig aanvoelt om openlijk tegen andermans stellige overtuiging in te gaan.

Fijn om te weten dat een hoogleraar psychologie als Ap Dijksterhuis wetenschappelijk kan verklaren waarom mensen zulk lafhartig en volgzaam gedrag vertonen. Maar veel liever zou andermans mening mij een worst zijn en bleef ik trouw en wat ik zelf denk, voel en vind. Helaas, ik hoor bij de massa en mijn mening gaat daarin geruisloos op.

Lees ook: Het lieve-meisjes-syndroom: als je altijd maar aardig gevonden wilt worden

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button