Waarom ik bang ben dat ik mijn kinderen hetzelfde aandoe als mij is aangedaan

Iedereen neemt zich voor om met hun kinderen niet dezelfde fouten te maken als hun eigen ouders maakten. Omdat je je kinderen je eigen jeugdtrauma’s wilt besparen. Maar, dat is makkelijker gezegd dan gedaan, merkt Vala nu ze zelf moeder is.

Ik ben opgegroeid in een nogal elitair Amsterdams gezin, waar de druk om te presteren hoog lag. Mijn ouders waren succesvol en meer dan overtuigd van zichzelf. Zij hadden de wijsheid én de waarheid in pacht; zo was het en niet anders. Ruimte voor nuance en verschillen van mening was er niet. En ook niet voor gevoelens en emoties. Regelmatig kreeg ik te horen dat de dingen die ik voelde, of waar ik mee zat, ‘onzin’, of ‘belachelijk’ waren. Verdriet en hartzeer werden keihard neergeslagen en wat ik vond deed er eigenlijk weinig toe.

Tot op de dag van vandaag heeft dat zijn weerslag op me en ik had me dan ook voorgenomen het heel anders aan te pakken als ik zelf kinderen kreeg. Want ik wilde niet dat zij zich ooit zouden voelen zoals ik me vaak gevoeld heb: alleen, niet gehoord en niet gezien. Maar desondanks kruipt het bloed waar het niet gaan kan.

Het is een algemeen bekend gegeven dat kinderen die vroeger mishandeld zijn, later zelf vaak ook gaan slaan. Omdat dat is wat ze zelf altijd gezien hebben. En zoals goed voorbeeld goed doet volgen, geldt dat dan logischerwijs ook voor slécht voorbeeld. Zoals iedereen ben ook ik een product van mijn opvoeding en die autoritaire houding die mijn ouders hadden, waardoor ik me altijd zo klein voelde, die heb ik nu zelf, als ouder, ook.

Ik heb weinig geduld voor de, in mijn ogen futiele, zorgjes en verdrietjes van mijn kinderen en hoor mezelf dan ook met enige regelmaat dingen zeggen als “Stel je niet zo aan!” en “Kom op zeg, wat een onzin!”. Ik wil het niet, maar het is sterker dan mezelf. En ik lijk het ook niet te kunnen stoppen. Terwijl ik zo helemaal niet tegen mijn kinderen wíl praten, omdat juist ik zo goed weet wat er in hun hoofd en hart gebeurt als ik zulke dingen zeg. Al een hele tijd heb ik zelf geen contact meer met mijn ouders, om precies deze reden. En dan is het best wel wrang om me plotseling te moeten realiseren: lieve help, ik ben mijn moeder.

Ik ben bang dat mijn kinderen zich, later als ze groot zijn, net zo voelen als ik me heel lang heb gevoeld. En dat dat dan mijn schuld is, omdat ik ze niet beter heb gegeven dan ik zelf heb gehad. Terwijl ik natuurlijk wel beter had moeten wéten. Ik weet dat mijn eigen moeder zich óók zo gevoeld heeft, omdat mijn oma ook een koude, autoritaire vrouw was, die alles wat mijn moeder vond en voelde bestempelde als onzinnig. Dat ook zij heel lang gebrouilleerd zijn geweest en dat mijn oma pas op haar sterfbed kon toegeven dat ze het fout had aangepakt.

De kans bestaat dat dat ook voor mij en mijn eigen moeder zal gaan gelden en ik ben nog steeds van mening dat ik in mijn recht sta wat betreft mijn gevoelens ten opzichte van mijn ouders. Maar dan zou ik de cirkel toch juíst moeten doorbreken? Rationeel weet ik namelijk prima welke fouten ik niet zou moeten maken, maar die theorie in de praktijk brengen is blijkbaar zo makkelijk nog niet. Betekent dat dan dat ik over dertig jaar ook geen contact meer heb met mijn kinderen? Ik moet er gewoonweg niet aan denken, maar als ze zich net zo gaan voelen als ik, dan vrees ik dat die kans er best wel in zit.

Realiseerde mijn moeder zich dat ze bij mij eigenlijk precies hetzelfde deed als waar ze bij haar eigen moeder zo’n verdriet van had? Zijn mijn ouders zich bewust van het hoe en waarom van onze breuk, als ze samen thuis zitten en erover praten?  Want als dat niet zo is, is dat misschien mijn redding: dat ik me in ieder geval bewust ben van het feit dat de geschiedenis zich lijkt te herhalen en daardoor met mijn kinderen hopelijk anders de boeken in ga. Bewustwording is tenslotte altijd de eerste stap naar verandering en ik doe echt mijn best om mijn kinderen te besparen waar ik zelf onder geleden heb. Maar, old habits die hard, en ik vrees dat die gewoonten in dit geval al zoveel generaties terug gaan, dat ze waarschijnlijk helaas niet zo één twee drie de nek zijn omgedraaid.

Het lijkt zo eenvoudig: het anders doen. Maar wat je erin zit, krijg je er niet zo makkelijk meer uit. De demonen uit mijn jeugd, waarvan ik dacht dat ik ze achter me had gelaten, zie ik nu dus plotseling toch terug als ik in de spiegel kijk. En dat is een beeld waar ik eigenlijk liever niet mee geconfronteerd wordt. Toch wil ik mijn ogen er niet voor sluiten, want als mijn kinderen later naar zichzelf kijken wil ik dat zij wél iets anders zien. Ik ben helaas op sommige punten heel erg het kind van mijn opvoeding. Maar míjn kinderen hoeven dat niet te worden.

Lees ook: Je kwetsbare kind online zetten, moet je dat wel doen?

Gerelateerde artikelen

Back to top button