Waarom je best van luxe kunt houden zonder een prinsesje te zijn

Femke is een geboren luxepaard. Iemand die comfort enorm kan waarderen. Iemand die het fijn vindt om verwend te worden of zichzelf te verwennen. Maar dat betekent niet dat ze een prinsesje is. Dat is namelijk een misverstand. Een wijdverbreid misverstand.

Mensen noemen mij wel eens een prinsesje. Als ik boos word in een restaurant omdat de tonijnmoot die ik voorgeschoteld krijg, duidelijk niet vers is maar uit de vriezer komt. Of als ik zeg dat ik nooit van mijn leven meer ga kamperen, maar het liefst in hotels verblijf. Of als ik hardop geniet van het feit dat er wekelijks iemand bij ons komt om ons huis schoon te maken. Of omdat ik vaak eten bestel bij foodora. Of omdat ik naar een ietwat duurdere kapper ga. Of omdat ik een taxi neem als ik iets te ver weg vind en geen zin heb om te fietsen.

Ja, ik houd van luxe en gemak. Dat zit heel diep in me geworteld. Ik ben ermee geboren in een gezin waar luxe eigenlijk niet voorkwam. Mijn jeugd was er eentje van rust, regelmaat en reinheid, bruine boterhammen, twee stuks fruit per dag, aardappels/vlees/groente in de avond, af en toe een snoepje (maar nooit de hele zak), kampeervakanties, één keer per jaar uiteten, op zondag naar de kerk en door moeder genaaide kleding. Heel eerlijk vond ik het leven best saai, maar dat het anders kon, dat er mensen heel anders leven, dat wist ik eigenlijk niet.

Totdat ik naar Amsterdam verhuisde en zelf vorm gaf aan mijn leven. In eerste instantie had ik natuurlijk nog geen geld voor materiële luxe, maar jezelf gewoon toestaan om een dag lang in bed te liggen voelt ook als luxe, wanneer je dat nog nooit gedaan hebt. Toen ik ouder werd, merkte ik dat ik enorm afweek van wat ik meegekregen had vanuit huis. Sparen? Nee, geld moet rollen. Een kampeervakantie zal ik nooit meer ondernemen (met zo’n wc-rol over de camping lopen, vind ik ver-schrik-ke-lijk) en ja, hotels zijn stukken duurder, maar ik geniet er zo van dat mijn bedje elke nacht opgemaakt is en er gezorgd wordt voor ontbijt en schone handdoeken, dat ik het er graag voor over heb. En die kapper, en die massage, en dat vele uiteten bij elk nieuw restaurant in de stad, dat hoeft natuurlijk niet en ik zou al dat geld kunnen opsparen, maar ik geniet er echt enorm van. Het is waarschijnlijk verstandiger om je geld op te potten voor later, maar ik ben niet zo verstandig en hoop dat ik tegen die tijd zo’n klapper heb gemaakt op professioneel gebied dat het wel goed komt.

Dat is namelijk ook waarom ik vind dat ik geen prinsesje ben. Al noemen mijn ouders, vrienden en echtgenoot me soms wel zo. Calvinisme zit heel diep in Nederlanders. Ik word best vaak meewarig aangekeken door mensen als ze horen hoe ik mezelf kan verwennen. Dat ik het belangrijk vind dat iets goed, fijn, lekker is en dat ik daar dan best voor wil betalen. Dat ik niet aas op koopjes en de uitverkoop schuw. Ik vind het onterecht dat ik op die houding lijk te worden afgerekend. De definitie van een prinsesje vind ik iemand die lui is en mensen voor zich laat lopen. Nu kan ik best mensen voor me laten lopen, maar ik betaal ze wel. Ik werk namelijk hard. Keihard. En dat geld geef ik uit. Je kunt dus van me vinden wat je vindt, maar een prinsesje ben ik niet. Ik teer op niemands zak, maar ik weet wel wat ik fijn vind en schroom niet om dat mezelf te gunnen. Ook al vinden anderen het overdreven. Het is mijn geld en mijn keuze. Don’t blame me.

PS Voor wie nu als commentaar wil leveren dat er wel meer mensen zijn die hard werken, maar die daarmee niet het geld verdienen om in redelijke luxe te leven, daar ben ik me van bewust. Ik prijs mezelf gelukkig. (Al verdien ik echt niet de hoofdprijs, hoor mensen, zoals gezegd: het gaat ook om keuzes maken. Ik rijd namelijk wel een auto van 1750 euro, omdat ik 20.000 euro voor een auto echt belachelijk vind)

Lees ook: Tijd om te lachen: mensen delen hun meest beschamende jeugdfoto’s

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button