Waarom vloeken goed voor je is

Studies wijzen uit dat je je vooral niet moet inhouden: vloeken heeft een functie.

Godzijdank, het is bewezen: vloeken is goed voor ons! Auteur Emma Byrne toont het aan in haar boek ‘Swearing is Good for You: The Amazing Science of Bad Language’. De eerste keer dat ik ‘fuck you’ zei was ik een jaar of acht en ik riep het in koor samen met mijn vriendinnen. We hadden het tegen een paar ettertjes in de lokale speeltuin en staken onze middelvingers er heldhaftig bij op. We hadden werkelijk geen idee wat die woorden, noch die middelvinger betekenden, maar het voelde verdomde goed! Sommige woorden zijn nu eenmaal krachtiger en hebben meer impact dan anderen, dat wist ik op mijn achtste allang. Mijn eigen vader kon vloeken en tieren als een bootwerker, ook al was hij dan geen bootwerker, maar een schrijver met lang hippiehaar.

Ik leerde dat het okay was om thuis te vloeken, als ik boos was of pijn had, maar dat ik het in de buurt van mijn gelovige oma gewoon even moest laten. Het idiote ‘chips’ als vervanging voor ‘shit’ (wie neem je in de maling?) was in mijn kindertijd nog niet uitgevonden, dus ik deed het met ‘potverdriedubbeltjes!’.

Vloeken kwetst dus je moet er voorzichtig zijn, als kind, maar ook als volwassene en helemaal als vrouw. Dat laatste vind ik vrij oneerlijk, maar vooruit, die ‘kutzooi’ en ‘godverdegodvers’ van mij klinken inderdaad weinig ladylike, al zijn ze wel allejezus lekker op zijn tijd.

Wat maakt vloeken zo lekker en speciaal, vraagt mevrouw Byrne zich af. Is het de manier waarop het klinkt, of vooral hoe je je voelt als je de woorden uitspreekt? Dankzij de wetenschap weten we er inmiddels behoorlijk wat van. Uit onderzoeken blijkt dat vloeken kan helpen bij teambuilding op het werk, van de fabriek tot het theater: teams die vulgaire taal uitslaan blijken effectiever samen te werken, voelen zich closer en zijn productiever dan teams met een strak vloekregime.

Vloeken zegt ook veel over onze geest. Door te vloeken kunnen we er agressieve gedachten op na houden, zonder daarbij, tegenstrijdig genoeg, over te gaan tot agressief gedrag. En door neurowetenschappers wordt vloeken al meer dan 100 jaar gebruikt als hulpmiddel om de structuur van ons brein te begrijpen, zoals de rol van de amygdala en de regulering van emoties.

Vloeken zegt ook veel over taal en veranderende taboes. Vloeken is anno 2017 ook een heel normale manier om blijdschap te uiten: een orgasme kan ‘fakking lekker’ zijn of een concert was ’teringgoed’. Terwijl je tering en tyfus niet zo lang geleden alleen je ergste vijand toewenste, leren we onze kinderen nu vooral om niet met ‘kanker’ te schelden.

Vloeken moet zeker geen gemeengoed worden, bepleit Emma Byrne, anders verliest het z’n speciale betekenis, maar het heeft wel degelijk een functie en een betekenis. Studies wijzen stuk voor stuk uit dat het vloeken en tieren vooral wordt gebruikt uit frustratie met jezelf (zoals mijn dochter van drie die het ooit niet lukte om haar puzzel te leggen en ‘Kutzooi!‘ uitriep,..), als we ons alleen wanen of juist om een ander te vermaken.. Dus de volgende keer dat je weer allerlei lelijke, gore, blasfemische taal uitkraamt omdat je laptop vastloopt, een vol pak melk op je teen valt, of je je vriend betrapt op Tinder, bedenk je dan dit: ‘Vloeken is okay, vloeken heeft een emotionele en culturele betekenis.’ En bovenal: het is een van de fokking beste uitlaatkleppen die er bestaat!

Lees ook: Waarom we zo boos kunnen worden in het verkeer

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button