Wensvader gezocht! Er breekt een nieuwe fase aan (deel 10)

Inmiddels is Merel al vijf maanden bezig met de zoektocht naar de vaders van haar kinderen. Ze heeft intensief gedate met drie homostellen, en met nog veel meer andere stellen koffie gedronken. Ze voelt het, er is verandering op komst.

Mijn contactadvertentie staat nog steeds online en ik krijg af en toe nieuwe mailtjes van wensvaders die een leuke mama zoeken voor hun kindjes. Ik spreek nog af met een stel uit Rotterdam. Ze vertellen dat ze het eerst met een goede vriendin hebben geprobeerd. Zij raakte twee keer zwanger maar verloor beide keren het kindje al snel. Nu zijn de jongens ook in gesprek met andere dames. Aan het eind van het gesprek vertel ik ze eerlijk dat ik al een tijd aan het daten ben met drie stellen en dat ik wellicht binnenkort exclusief door wil met een van hen.
‘Prima hoor,’ zeggen de Rotterdammers. ‘Kijk maar of het met hen lukt. En laat anders maar wat van je horen. Want ja, elke maand heb je toch weer een kans!’
Brainfreeze. Hoor ik dat goed? Bedoelt hij wat ik denk dat hij bedoelt? ‘Zeg je nou dat ik het de ene maand met hen kan proberen en dan de maand daarop met jullie?’ vraag ik voorzichtig.
‘Nou dat zou ik niet áánraden,’ zegt hij gehaast. ‘Maar weet je, als je wil kan je bellen!’
Hardop lachend zit ik op mijn fiets naar huis. Wat een heerlijke mensen bestaan er toch. Allemaal leukerds, die dan opeens iets zeggen waar je oren van gaan klapperen.

Samen met een vriendin sta ik in de kassa-rij bij de bioscoop. Ik kijk om me heen en – heee – daar zie ik Jochem en Selim! Ik wurm me tussen de mensen door en spring voor hun neus tevoorschijn.
‘Hai!’ roep ik enthousiast en geef ze een zoen en een knuffel. Ze zoenen wat verdwaasd terug.
Mijn vriendin komt erbij staan, ik zeg: ‘Weet je nog, van mijn babyproject?’ en stel de jongens aan haar voor.
‘Merel is heel leuk!’ roept ze.
Jochem en Selim lachen wat schaapachtig, ze zijn behoorlijk van hun apropos zie ik, en ze vragen ons naar welke film we gaan. Arrival, zeg ik, een sciencefiction film.
‘O ja, die heb ik ook gezien,’ zegt Selim. ‘Ik vond het een beetje eh… apart.’ Zij gaan naar een Italiaanse film, vertelt hij. We lachen wat, haha gelukkig niet naar dezelfde, en vallen dan stil. Ongemakkelijk staan we naast elkaar.
‘En toen…’ zegt Jochem.
Als we ieder in onze eigen bioschoopzaal in onze stoelen zitten voel ik me nu ook nogal verdwaasd. Wat gebeurde daar net? Dat was wel heel ongemakkelijk. Het begin van de film gaat in een waas aan me voorbij. Heb ik me vergist over onze klik? Vinden ze me stom? Zijn zij stom? Of zie ik spoken?

De volgende dag stuur ik ze een bericht met de vraag of ze al bijgekomen zijn van de shock dat ik opeens voor hun neus stond, en of de film leuk was. Ik krijg een enthousiast bericht terug van Jochem, Selim stuurt een hele rij alien emoji en ik ben weer iets gerustgesteld. Toch blijft het knagen. Misschien vinden ze mij gewoon niet zo leuk als ik hen. Ze hebben ook nauwelijks vergelijkingsmateriaal; ik ben hun eerste en enige date. Dat ík vind dat we een bijzondere klik hebben, betekent nog niet dat zij dat ook vinden. Misschien klikken zij wel met iedereen. De neuroot in mij heeft eindelijk wat te kluiven, na die relatief rustige maanden.

Een paar dagen later zie ik dat ze onze WhatsApp-groep hebben voorzien van een afbeelding: drie cartoon poesjes. Het zijn sprekend onze eigen drie katten, de tekeningen op hun vachtjes kloppen precies. Ik raak helemaal van de leg van enthousiasme.
‘O my lord, dat zijn onze katten!’ schrijf ik.
Het blijft een tijd stil van hun kant. Bijna verdrink ik weer in onzekerheid (waarom reageer ik zo hysterisch??), maar dan roep ik mezelf tot de orde: Merel, calm the fuck down. Als dit een reden zou zijn om me te dumpen, dat is het dus geen match. En bovendien: als ze me niet leuk vonden dan zouden ze ook niet zo’n fantastische WhatsApp-afbeelding kiezen. ‘Poesjes poesjes,’ zingt het in mijn hoofd terwijl ik manisch door mijn huis huppel, ‘onze poehoesjes!’ en constateer dat ik nu toch echt officieel gek ben geworden.

Een nieuwe week breekt aan, waarin ik afspraken heb met de twee andere stellen waar ik de afgelopen tijd mee heb gedate: Steven en Jian, en Richard en Alex. Ik voel dat er iets veranderd is, het vrijblijvende oriënteren is afgelopen. Ik raak nog even van mijn pad als Richard en Alex een hilarisch bericht sturen over een schoudertas die ze op straat hebben gevonden met een telefoon en een kokosnoot erin (‘We hebben de kokosnoot direct naar de politie gebracht, want stel dat je die bent verloren! En de telefoon hebben we er ook maar bij gedaan’). Liefde gaat door de maag, én via de lach, bij mij in ieder geval. Op dat soort momenten twijfel ik – jamaar ze zijn zo léuk! – maar telkens weet ik het weer zeker: nee, niet zo leuk als Jochem en Selim. En ook als het met hen niets wordt, dan kan ik hier niet mee doorgaan. Ik heb nu aan méér geroken, aan echt vanzelfsprekende aansluiting, aan een ‘mijn soort mensen’-gevoel. Dat wil ik.

Met allebei de stellen plan ik een afspraak in. Ik voel me al ziek worden bij het idee ze te moeten afwijzen. Maar het moet. Er is een nieuwe fase aangebroken.

Het vorige deel lezen van de wensvader serie? Wensvader gezocht! Is dit… De Klik? (deel 9)

(Beeld: Unsplash)

Gerelateerde artikelen

Back to top button