Zijn jullie echte ‘lovebirds’? Hoe gezond is tortelen?

Je kent ze vast wel, van die stelletjes die permanent aan elkaar vastgeplakt lijken te zitten. Van die echte tortelduifjes. Altijd hand in hand lopen, zoenen midden op straat, weinig zonder elkaar kunnen. Kortom: echte liefde dus. Misschien ben je zelf wel zo met je partner. Schattig toch? Dat willen we allemaal wel, zoveel romantiek in ons leven. Maar ís dat klefbekken eigenlijk wel zo romantisch?
Lees ook: Waarom je nog steeds niet afvalt
Wie helemaal weg is van elkaar, wil het liefst de hele dag samen zijn, altijd aan elkaar zitten. De tortelduif is niet voor niets hét voorbeeld van duurzaam liefdesgeluk. Samen op een tak, lekker kroelend en kirrend, zo zou de liefde moeten zijn. Completerend, allesomvattend, symbiotisch. Dat idee, van elkaar opvullen, compleet maken, vinden we ultiem romantisch. Dus die mensen die op zaterdag op matching fietsjassen en in dezelfde windjacks door de duinen fietsen, die hebben de heilige graal weten te vinden. Gekscherend noemen we ze klef, maar eigenlijk zijn we stikjaloers. Niet nodig, volgens biologen, want dat getortel heeft een heel wat minder romantische oorzaak dan we denken.
‘Mate Guarding’, oftewel ‘Partnerbewaking’ wordt dat geplak genoemd door wetenschappers en het is een ontzettend dierlijk verschijnsel. Dat klinkt al een stuk minder romantisch, toch? Alsof je elkaars cipier bent en eigenlijk komt het daar ook gewoon op neer. In het dierenrijk zijn het vooral de mannetjes die als een soort bodyguard om hun vrouw heen lopen cirkelen, maar bij ons mensen kunnen zowel mannen als vrouwen een sterk staaltje territoriumdrift ten toon spreiden. Het doel? Heel simpel: je partner bezet houden en ontrouw voorkomen. Niks romantiek dus, gewoon puur eigenbelang en ordinaire bezitterigheid: don’t touch my stuff! Hoe erger je op iemands lip gaat zitten, hoe moeilijker hij of zij tenslotte de kuierlatten kan nemen. Vreemdgaan wordt tenslotte best een opgave als je partner altijd in je nek loopt te hijgen.
Dat je in het begin van een relatie het liefst als een soort Siamese Tweeling door het leven gaat is heel normaal. Het is een ontwikkelingsfase, doordat er even weinig anders bestaat dan die ene persoon in je leven ga je je aan elkaar hechten. Dat je dan de, spreekwoordelijke, neiging hebt om om je partner heen te piesen omdat je bang bent dat een rivaal er met je prooi vandoor gaat, is niet gek. Blijft dat echter zo, dan kun je je afvragen of je niet een beetje een probleem hebt. Tortelduifjes mogen dan misschien tot in den treure snavel aan snavel op een takje zitten koeren, wij zijn nou eenmaal mensen en geen vogeltjes. Op een gegeven moment moet er een moment komen dat je je enigszins losmaakt van elkaar en weer wat meer je eigen leven gaat leiden. Dan ben je nog steeds samen, maar je zit niet meer aan elkaar geklonken als twee te heet gesmeden stukken ijzer. Daar ga je namelijk op den duur echt je vingers aan branden.
Verliefd zijn is leuk, afhankelijkheid heel wat minder. Tortelduifjes varen er wel bij,een symbiotische relatie, maar mensen niet bepaald. Hoe gezellig die matchende windjacks ook staan. Voel je dus een stiekeme steek van afgunst als je beste vriendin weer eens op komt dagen met haar geliefde in haar kielzog, waarmee ze dan de hele avond in een hoekje gaat zitten zoenen, terwijl jij en je partner allebei in een andere hoek van de kroeg staan en je het moet doen met af en toe een kneepje in je hand, of een vluchtige kus bij het ophalen van een nieuw treetje bier bij de bar? Niet getreurd, blijkbaar hebben jullie veel vertrouwen in elkaar. En zijn jullie er zeker van dat jullie straks gewoon sámen naar huis gaan, ook als je niet als een soort puma op oorlogspad om elkaar heen hebt lopen cirkelen, grauwend met druipende tanden naar potentiële belagers. Samen zullen we alles delen? Houd ook gewoon maar een beetje voor jezelf. Da’s wel zo gezond.
(Bron: Liefdeslessen uit het dierenrijk, door Dagmar van der Neut)