Heb jij ook een puber in huis? Dan herken je dit!

Ineens ligt de tijd van de kinderboerderij en de Minions mijlenver achter je. Heb jij net als Marlies een puber in huis? Dan herken je dit vast:

Je krijgt een keiharde peut tussen je ribben als je het waagt te zingen in het openbaar, of zelfs maar te ádemen. Dansen? Een nekslag kun je krijgen.

Als je kind ‘isg’ of ‘wjw’ naar je appt en praat over ‘nakken’, ‘dissen’, ‘random’ en ‘epic’, voel je je antiek – een staat die je nooit dacht te zullen bereiken. Proberen niet-antiek terug te doen door xoxoxo (hugs & kisses) terug te appen, maakt je definitief tot een fossiel in de ogen van je schatjes.

Overal in huis staan potjes gel.

Zelfs ons keurigste kind laat ineens z’n spullen liggen op de plek waar ‘ie besluit ze los te laten. De kamer van zijn zusje die altijd al een sloddervos was, is ondoordringbaar geworden. Pogingen hen wekelijks de boel te laten cleanen kosten zeer veel energie. (Heeft iemand nog een tip?)

Dagelijks klinkt gevloek uit de prépuberkamer: ‘Ik heb HELEMAAL NIKS om aan te trekken! Het zit allemaal nog in de was!’ Waarop de Grote Broer dan reageert met: ‘Het is inderdaad een probleem dat niet vaak wordt gewassen in dit huis.’ Pardon? Ik heb net twee wassen gedraaid. Daar zaten alleen amper kleren van die kleine smeerlappen bij, want die gooien ze nooit in de wasmand. (zie vorige punt. Onderbroeken en sokken liggen ook nogal eens onder bedden of achter kasten te rotten. Of op mama’s kantoor).

Dit weet je misschien niet, maar check even Instagram: grote kans dat jullie poes/hond/paard/cavia/Russische dwerghamster z’n eigen account heeft. Met honderden volgers. Is vast een ware rage onder brugklassers.

Op elke foto die je van ze maakt, prijkt een middelvinger. Op Facebook mag je vanzelfsprekend niets meer van/over ze plaatsen.

Daarentegen wordt ons gehele interieur prijsgegeven op het internet, dankzij onze Instacat.

’s Morgens stik je bijna in de deo-dampen. Ze wolken door het gehele huis, zelfs tot in de trapkast aan toe. Er is geen ontkomen aan.

Mijn computer is geconfisqueerd. Wil ik mijn mail checken, dan kan dat niet: mijn gezellige poederroze designvaasje is op de muis geplant (‘klik! Klik! Klik! Het ding maakt overuren) en op het toetsenbord ligt een papier dat schreeuwt: OOK NIET AAN DE COMPUTER KOMEN!! (Heeft iets te maken met Minecraft, uren maken, hoger in de pikorde komen. Ofzo).

Of het nou om chips, koek of douchegel gaat: ze jassen alles er binnen twee dagen doorheen.

Vraag je of ze hun ontbijtenborden even in de vaatwasser willen zetten, dan hoor je – als je groot, groot geluk hebt!: ‘Doe ik zo’. Ze zijn namelijk ‘even bezig’. Met appen, vloggen, Youtubekanalen. En daarna zijn ze ineens naar school vertrokken.

Elke ochtend is het weer hetzelfde verhaal: niet uit bed kunnen/willen komen. Elke avond het omgekeerde: met geen stok in bed te krijgen.

Ineens word je om onverklaarbare redenen volledig stijf gescholden. Je bent een rotmoeder, je verpest haar hele leven! Alles wat er misgaat in het leven ligt aan jou. Er wordt gestampt, gevloekt, gehuild, deuren trillen in hun sponningen.

’s Avonds word je op de bank getrokken en compleet plat geknuffeld. Ergens in je trui klinkt gemompel: ‘Ik weet ook niet waarom ik zo gemeen tegen je deed’. (Ik wel: hormonen. Hoop ik).

Elke zaterdagmorgen hetzelfde gevloek: waar is mijn voetbaltas? Die blijkt al een week in de gang te liggen en ruikt naar een marmot in verregaande staat van ontbinding. (De combinatie van rottend gras onder de noppen en een schimmelende handdoek doet ‘t ‘m).

Had ik al gezegd dat ze lui zijn? De spleten tussen de kussens op de bank puilen uit van de snoeppapiertjes (‘Anders moest ik helemaal naar de keuken lopen’.). Wiskundesommen worden niet gemaakt (‘Ik begrijp niet wat ik moet doen’ – iets wat jij na een minuut Googlen weet te achterhalen) en ‘Wil je meegaan om piepschuim te kopen voor die maquette’ betekent: ‘Maar dat zou jíj toch gewoon ff halen?’

Loeidure schoenen die nú gekocht moesten worden omdat ze helemaal de bom zijn (gebruik dat ouderwetse woord nooit in het bijzijn van je kind!) zijn volgende week al niet meer ‘om aan te zien’. ‘Ik heb echt nieuwe schoenen nodig, mam.’

Ze zijn ook heel lief. Moet je horen hoe ze tegen de poes praat of peutertjes verderop uit de straat op sleeptouw neemt. Of hoe hij erop staat om samen met mij ineengestrengeld op de bank naar De gevaarlijkste wegen ter wereld wil kijken (‘Mam! Je móet komen! Je grote vriend uit Flikken Maastricht zit erin, Wolfs!). En hoe opmerkzaam ze ineens kunnen zijn, en nadenken over Grote Dingen. Dat maakt toch alles goed?

Lees ook:Tien redenen waarom de relatie tussen vader en dochter uniek is

Gerelateerde artikelen

Back to top button