Ja, ik heb rij-angst en nee, ik doe er lekker niks aan!

Vala is 34 jaar en heeft nog steeds geen rijbewijs. Dat vindt men maar raar. En eigenlijk ook stom. Want halló, hoe moeilijk kan het zijn? Nou, best moeilijk dus. En eigenlijk heeft ze er ook gewoon geen zin in.

Niet dat ik het niet geprobeerd heb, hoor. Maar liefst een jaar lang heb ik rijlessen gehad. Iedere week. Soms zelfs twee keer. Maar ik ben er gewoon niet geschikt voor, om met de vlam in de pijp over de Brennerpas (nou ja, de A2) te scheuren. Mijn ruimtelijk inzicht is dramatisch, ik ben motorisch gestoord (wat bij het remmen nogal eens problemen oplevert) en bovendien vind ik autorijden gewoon doodeng. Echt, ik zweet peentjes op de weg en na een rijles stonden de groeven van mijn nagels standaard diep in het stuur, zo verbeten had ik me eraan vastgegrepen. Ik ben dus één van die stereotype vrouwen die je weleens ziet op de snelweg, als een soort over het dashboard gebogen Quasimodo, stoel in de verste stand naar voren, hoofd zowat door het stuur geduwd. Ik ga als Malle Eppie over het asfalt. Geloof me, daar wil je niet naast staan in de file, want it ain’t pretty.

Maar het schijnt te moeten, als zelf respecterende vrouw anno 2018, om zelf te kunnen rijden. Ik ben het daar niet mee eens en pleit dan ook voor terugkeer naar het jaren ’20 model: de man rijdt, de vrouw zit op de bijrijdersstoel mooi te wezen. Sommige tradities moet je gewoon niet willen veranderen. Het is echter niet langer comme-il-faut om als vrouw niet te willen chaufferen. Iets met zelfredzaamheid enzo. Dus heb ik heel lang gedaan alsof ik ook echt, heus, heel graag mijn rijbewijs wilde halen. Zo’n boek met verkeersborden besteld en uit mijn hoofd geleerd (niet dat dat zoden aan de dijk zette, want ik ben drie keer gezakt voor mijn theorie-examen, wat overigens gewoon kwam omdat de knopjes op die kastjes niet goed werkten, maar dat terzijde). En een klein fortuin gespendeerd aan rijlessen. Zonder resultaat. Want: ik kan het gewoon niet. En belangrijker nog: ik wíl het gewoon niet. Wat waarschijnlijk de voornaamste reden is dat ik het niet kan. Want waar een wil is, is een weg. Maar ik wil die weg dus niet op. Snappie?

Daarom zal ik de schijn niet langer ophouden en er gewoon maar rond voor uit komen: ik ben Vala en ik kan niet rijden (hallo Vala). En daar heb ik vrede mee. Ik kan namelijk met de beste wil van de wereld niet bedenken waarom ik mezelf moedwillig iets zou aandoen waar ik PTSS van krijg. Zo eng vind ik het namelijk. Ik zweer dat ik, toen mijn rijleraar me voor de eerste keer de snelweg op stuurde, een kleine hersenbloeding heb gehad, puur van de stress. En daarna ben ik nooit meer de oude geworden. Hij ook niet trouwens, want ik heb ons meerdere keren in levensgevaar gebracht door ofwel bijna een kanaal in te rijden, of gewoon de verkeerde weghelft op te gaan, wat op een haar na verscheidene kettingbotsingen heeft veroorzaakt. Om over de hartverzakkingen van mijn medeweggebruikers nog maar te zwijgen. Het is dus niet alleen voor mijn eigen welbevinden het meest bevorderlijk als ik niet achter het stuur kruip, ook de algemene volksveiligheid is erbij gebaat.

Handig is het niet nee, want vanuit logistiek oogpunt is het wel praktisch om te kunnen rijden. Wie niet rijdt komt namelijk al snel in een isolement terecht. Zonder mijn man (die wel in het bezit is van een rijbewijs, in mijn geval logischerwijs één van de vereisten bij het kiezen van een partner) kom ik namelijk nergens. Niet eens op mijn werk, want het is best ver fietsen van Utrecht naar Amsterdam. En op het Nederlandse openbaar vervoer kun je nou eenmaal niet vertrouwen, dus ik heb mijn echtgenoot nodig om me naar kantoor te brengen. Ik ben echter graag bereid mij afhankelijk op te stellen, als dat betekent dat ik mezelf een valiumverslaving kan besparen. Emancipatie is een groot goed, maar sommige offers zijn gewoon te groot.

Dus nee, beste mensen, ik ga mijn rijbewijs niet halen. Ik gooi de handdoek in de ring. Of zet de versnellingspook in park dus eigenlijk. Ik heb rij-angst en rij-aversie en ik heb het geaccepteerd. Ik wil niet rijden en echt, jullie willen óók niet dat ik rijd. Mij verplaatsen doe ik wel met de benenwagen, of op mijn stalen ros. Angst is doorgaans een slechte raadgever, maar in dit geval heeft hij gewoon echt een punt. Sommige angsten moet je niet willen beteugelen. Want echt, Vala achter het stuur, iets engers is er niet.

Lees ook: Rijangst? Je bent niet de enige (in 60 gedachten)!

Gerelateerde artikelen

Back to top button