Hoe je een onwillig brein kunt helpen om je wél te laten sporten

Tientallen smoesjes gaan er door het hoofd van iemand die sporten uitstelt. Barbara vindt rennen heerlijk, maar zo vaak wil het er maar niet van komen. Geen zin, geen tijd. Dit zijn de hersenspinsels die je daar doorheen kunnen trekken.

Een stukje hardlopen: het is zo fijn, maar ik kan me er zo vaak niet toe zetten. Ja, ik ben druk, maar dat zijn de meeste hardlopers ook. Juist mensen die druk en succesvol zijn, lijken er wél de tijd voor te vinden om even te bewegen. Kan ik wel denken dat ik er geen tijd voor heb, als ik me realiseer dat Barak Obama en Matthijs van Nieuwkerk er wel tijd voor hebben, wordt het dus duidelijk: tijd moet je maken. En zin dus ook.
Maar er zijn nog zoveel meer gedachten die me tegenhouden.
“Wat heeft één keer nou voor zin?”
“Ik houd het toch geen maanden vol.”
“Je valt toch niet af van maar een paar keer.”
Of: “Ik moet nieuwe hardloopschoenen hebben.”

Allemaal nonsens natuurlijk, want zo wordt het nooit wat. En ik wil het wel, want ik weet hoe goed het voor me is. Als ik maar eenmalig een half uur ga lopen of zelfs snelwandelen, dan stromen de gedachten en de inspiratie door mijn lijf. Laat staan hoe goed het is als je het wel regelmatig doet en volhoudt, de gezondheidsvoordelen hoef ik jullie niet uit te leggen. Toch verkies ik elke keer weer de was ophangen, opruimen, vroeg werken, een serie kijken boven hardlopen. Ook als het niet hard regent.

Dus ben ik me gaan verdiepen in de mindset die je nodig hebt om wél aan de slag te gaan. Dit zijn de 6 inzichten die ik vond en waarvan ik denk dat je er echt wat aan hebt.

Deze inspireerden met het meest:

  1. Laat het uiterlijk erbuiten
    Sporten wordt zo gelinkt aan lijnen en slank zijn dat het onze allerbelangrijkste drijfveer lijkt te zijn. Wie denkt aan sporten, denkt meteen aan afvallen. Ik ook. Maar dan denk ik ook: ja maar voor afvallen moet je wel héél veel lopen. “Laat dat nou eens gaan en focus in plaats daarvan op hoe goed je je voelt na het sporten, en vooral op hoe je voelt als je het niet doet,” las ik als tip van een Amerikaanse pietie.
  2. Train je gedachten eens!
    Oog hebben voor je smoesjesmechanisme kan cruciaal zijn bij het wel of niet in beweging komen. Wat zijn de emoties achter het niet-sporten? “Mensen vinden dat ze dingen meteen perfect moeten doen. Met name bij sporten ligt de angst te falen op de loer. Het resulteert erin dat ze daar zo van verkrampt raken, zonder het door te hebben, dat ze maar besluiten niks te doen, met nog meer schuldgevoel als gevolg.” Die herken ik zeker, dacht ik toen ik deze uitspraak las van een Olympische coach. En die conclusie resulteert meteen in de volgende:
  3. Leeg de lat dus niet te hoog!
    Doelen stellen is natuurlijk een heel goede trigger. Maar er is een kantelpunt tussen ergens naartoe werken en een doel hebben dat zo lastig is, dat de kans op falen te groot is. “Een target stellen dat onhaalbaar is, kan heel goed leiden tot nietsdoen. Je kan veel beter ergens op een comfortabel doel beginnen en dan langzaam bij beetje je doelen verplaatsen.”
  4. Relax tussendoor
    Je kan niet meteen 100 procent gaan sporten. maar iedereen die gaat hardlopen of fitnessen en dan tussendoor wandelt of rust, baalt daarvan, ziet dat al falen. Maar sportcoaches gebruiken juist vaak de 80/20 regel: 80 procent sporten en 20 procent in de rust. Sterker: dat hoort bij je training. Stop voor je echt niet meer kan, relax, en ga dan weer door.
  5. Probeer veel nieuwe dingen
    We hebben allemaal de neiging om goed te worden in één tak van sport: hardlopen, sportschool, yoga. Afwisseling is veel beter. Combineer krachttraining met oefeningen, cardio en ook yoga. Probeer dus graag wat nieuwe dingen uit: het verrast je lichaam en daagt het op verschillende manieren uit.
  6. Doe het in een groep
    Ga ook eens sporten in een klasje. je helpt jezelf er vele psychische barrières over: je schrijft je in dus je wordt verwacht, het begint op een vast moment  dus je kan ’t niet uitstellen, je bent met anderen dus je kan niet zomaar pauzeren of opgeven, je gaat net iets verder door de groepsdruk.

Gerelateerde artikelen

Back to top button