10 persoonlijke bekentenissen van een introvert

Sinds ze zich er in is gaan verdiepen, heeft Liesbeth ontdekt dat ze een introvert is. Met hier en daar wat extraverte trekken, maar alles bij elkaar opgeteld toch: bingo. Daarom vindt ze het hoog tijd voor deze 10 persoonlijke bekentenissen. Want dat hele introvertie-gebeuren is helemaal zo gek nog niet, als je weet wat het is.

Niemand is perfect, ik dus ook niet, maar een beetje zelfkennis om het leven leuk mee te houden is nooit weg. Daarom ben ik er best blij mee dat ik er sinds kort achter ben dat ik -omg- een introvert ben. En dat zou je niet zo zeggen, want ik kom niet verlegen over, kan best een beetje over koetjes en kalfjes babbelen als het moet en ik houd ook écht van mensen. Maar laatst zei een oud-collega die me al jaren kent en me kennelijk van een afstandje had geobserveerd ineens: “Anderen zien écht niet wat jou opvalt, en het kan ze ook niet schelen. Jij bent gewoon érg gevoelig.” En dat laatste is waar. Net zoals dat ik letterlijk dicht kan klappen van een nare sfeer, akelige mensen of een ongemakkelijke opmerking. Ik kan in stilte met open mond kijken naar mensen die, waar ze ook komen, niet gehinderd door enige kennis meteen het hoogste woord voeren. En bij horror of verkrachtingen of andere doffe ellende op tv sta ik serieus al binnen een nanoseconde op de gang. De hele helse boel weer weg te ademen. Dat. En meer.

Introvert dus. En ik ben daar zeker niet alleen in, maar het is niet altijd handig. Want hoe hip en herkenbaar en bespreekbaar deze gevoeligheid ook ineens is geworden de laatste tijd, er zitten ook echt dikke vette nadelen aan. Introvertie kan namelijk óók uitgelegd worden als desinteresse, lompheid of, welja, arrogantie. Want waar een lekkere extravert een ingewikkelde situatie weglacht met een goede grap of het gewoon helemaal negeert en daarna vrolijk verder gaat met het leven terwijl iedereen aan zijn/haar lippen blijft hangen (jawel, jaloers), is de introvert nog zeker drie dagen al imploderend aan het marineren over wat ze eigenlijk had moeten zeggen.

En je kunt dat als gezeur en gepietlut uitleggen, en dat snap ik eigenlijk ook best, maar het is wat het is. Bij introverten komen dingen soms gewoon hard aan, en is er vervolgens best wat tijd nodig om daarvan te herstellen. Dat maakt ze overigens niet specialer dan anderen, wat mij betreft heeft ieder mens een gebruiksaanwijzing en zijn de leukste exemplaren uiteindelijk het minst in hokjes te stoppen. Maar handig om te weten waar dat hele introvertieding soms nou precies over gaat was het wel, in mijn geval. Dus toen ik op website introvertdear.com een lijstje met eigenschappen vond dacht ik: hatsikidee. Niet bij alles trouwens, want daar geloof ik uiteindelijk niet zo in. Maar verdacht herkenbaar was het volgende wel:

1 ik ben soms verdacht stil
En dit fenomeen  is ook wel bekend als de ‘introvert brain lock’, of in goed Nederlands: een potje dichtklappen. Dat gebeurt bij mij alleen nog in nieuwe situaties of bij onaangename personages, maar als het gebeurt dan héb je ook wat: doodse stilte, soms een verwarde zucht, nog een laatste omtrekkende beweging, en klaar. En dat kan ingewikkeld worden gevonden, maar persoonlijk vind ik het minstens even ingewikkeld dat er mensen zijn die werkelijk ál hun gedoetjes en dingetjes eruit gooien zonder op te letten of de ander niet allang geestelijk op instorten staat wegens die moesson van veel te veel persoonlijke informatie. Maar oke, ik ben pas bij punt één, dus dit zal vast een moeilijk te begrijpen introvertendingetje zijn.

2 geroddel geeft me een vies gevoel
En dat is maar goed ook, want over een ander praten is in bepaalde situaties dan wel een soort sociale lijm, maar te vaak of te gemeen en zonder zelfspot of reflectie is een no go. Want roddelen is soms echt best grappig en omg-tterig enzo, maar ik heb er altijd een vies smaakje van na afloop. En krijg vervolgens de behoefte om excuusbrieven aan het object van roddel te gaan schrijven vol dat ik zelf natuurlijk OOK niet perfect ben en alles (wat ik natuurlijk niet doe want dat komt pas écht getikt over). Kortom: roddel brengt mij gewoon niets dan emotionele ravage. Maar blijft nog steeds een reëel mijnenveld in het dagelijks leven, want zeggen dat je niet wilt roddelen is toch net zoiets als klikken bij de meester: je maakt er bepaalde vrienden nogal NIET mee. En die gaan dan vervolgens hun pijlen op jou richten. Dat.

3 heel drukke mensen putten me uit
En als ze tof zijn geniet ik ook echt van ze hoor, met al hun extraverte meningen en lachen, gieren, brullen en watiknouweerhad en hahahahahaHAHAHAHAHA en omgishetalzolaatikmoetrennen en jezusikbenmijnsleutelskwijt en noujaaaaaahebjeditalgehoord en ikpraatnualdrieuuronafgebroken en dan op weg naar huis om het af te toppen nog even het hele stuk terug tegen het verkeer infietsen enzo. Maar als ze weg zijn, willen ik en die fluittoon in mijn hoofd alleen nog maar iets met een pyjama en een zacht dekentje en vooral: stilte. Saai, maar waar.

4 je kunt niet zoveel aan mijn gezicht zien
En het gevaar van die zogenaamde pokerface is dat er wordt gedacht dat je niet oprecht bent. Maar dat wil uiteraard niet zeggen dat ik niets voel (dingdong) of niet met die gevoelens om kan gaan. Ik heb welgeteld drie keer in mijn leven vreselijk gebloosd, huilen doe ik het liefst bij mijn familie of geliefde en als mensen vragen hoe het gaat zeg ik meestal: goed. En dat komt omdat het alternatief niet werkt voor mij, zo simpel is het eigenlijk. En dat geldt in goede, en slechte tijden. Bovendien weet ik soms niet precies wat ik voel op het moment zelf, en heb ik écht tijd nodig voor wat ik -lekker gek mens dat ik me toch ben- emotionele marinade noem: eeeeeeeven de boel laten zakken en dan vanzelf voelen hoe het écht zit, of altijd al zat. Ik geloof dat het niet veel gevoeliger kan dan dat, maar inderdaad: aan de buitenkant zien doe je het meestal niet.

5 snelle beslissingen zijn zelden de beste
Behalve bij écht grote dingen in het leven waarvan ik meteen weet: nu of niet, is haast zelden een goed idee. Ik heb het er bij mezelf dus moeten inrámmen om bij snelle vragen te leren zeggen: ‘dankjewel en ik moet hier even over nadenken dus kom later op je vraag terug’, maar nodig was het wel. Want voor ik het wist vond ik mezelf totaal displaced  terug op een hysterische moderedactie, of op een gabberparty, of met een helblond geverfd kortpittig kapsel. En dat wil je uiteindelijk allemaal écht niet, ook niet een klein beetje.

6 ik ben beter één op één
Groepen: doe maar niet. Zelfs niet als ze alleen maar uit écht leuke mensen bestaan zoals mijn familie en mijn vriendinnen, ben ik meer op mijn gemak één op één. Je krijgt er betere gesprekken van, het gaat vaak wat dieper, en je kunt nog eens een taboe op tafel leggen, of ineens lekker spontaan iets opbiechten zonder dat daar meteen 23 getuigen van zijn. Maar ontkomen doe ik er niet altijd aan, dus toen ik mezelf laatst terug vond op een feestje en ik werkelijk de aller-allerslechtste MOP (jawel) ooit begon te vertellen omdat ik dacht dat dát de stemming wel even zou verhogen (wat het uiteraard niet deed, wel viel er een lange en pijnlijke stilte) wist ik weer: jij bent geen groepsmens, Liesbeth. En moppen vertellen kan je ook niet. #leermomentje

7 ik kan meer dan ik zeg
En déze is irritant. Want een introvert zal gewoon niet zo snel lekker PR-achtig en netwerkerig over zichzelf doen, maar ondertussen kunnen ze natuurlijk wel wat. Het concept van je eigen mythe leven en daarbij het hoogste lied zingen ontgaat ons alleen volkomen (althans: mij) en dus zijn we vaak te bescheiden. Overigens heeft dit onderdeel een sterke overlap met de categorie dichtklappen (zie #1). Al verdwijnt dat naar binnen gekeerde vaak ook weer als we mensen wat beter kennen, en dát heeft weer alles met veiligheid te maken. Kortom: eigenlijk is het gewoon doodvermoeiend om introvert te zijn. Gelukkig zijn we tegenwoordig een hype, dat verlicht de boel enigszins.

8 ik kan heel goed alleen zijn
En dan gá ik er ook voor: dekentjes, boeken, films, een huispak drie kilo chocola, een diepvriespizza en een fles wijn en heerlijk zelfgemaakte #healthyfoods: voor ik het weet ben ik 72 uur verder. In totale stilte, zonder me ook maar een seconde eenzaam of verveeld te voelen. Al denk ik ook wel eens aan alles dat ik in die tijd had kunnen, of misschien wel moeten doen. Maar dan begin ik maar snel aan mijn volgende boek, ja hallo zeg, voor je het weet is dat weekend weer om.

9 vrienden gaan een leven lang mee
Ik ken sommige vrienden al 30 jaar, of 17, of 20. En ook de vrienden die later kwamen waren meteen een kwestie van recht in mijn hart, om daar te blijven. Zelfs met mijn ex ben ik zeer goed bevriend geraakt omdat ik vind: we waren dan wel geen relatiemateriaal maar als vrienden zijn we gelukkig alsnog wél hartstikke leuk. Kortom: mijn loyaliteit naar mensen gaat ver, en kan een leven lang duren. Andersom geldt trouwens hetzelfde: als ik iemand niet moet, komt het niet meer goed. Hoe hard ik verder ook mijn best doe met liefdesvisualisaties en out-of-de-box-denken en harmonieuze mensenmensgedachten en alles: nee blijft meestal nee. Klinkt streng, al vind ik ‘wel lekker duidelijk’ persoonlijk een wat leukere benadering hiervan.

10 ik houd extraverten in de gaten
Want uiteindelijk ben ik diep gefascineerd door al die outgoing fladdertypes die zomaar in een groep binnenvallen en dan een niks-aan-de-hand-gesprek beginnen vol persoonlijke PR en netwerkdingen en sappige roddels en die bomvolle weekenden hebben vol foodtruckfestivals en pop-uprestaurants en die gewoon spontaan in huilen uitbarsten du moment dat de emotie zich aandient want ze zijn een goed leesbaar en lekker open boek en hee HAHAHAHAHA: hadden ze al verteld dat ze het súperdruk hebben en…
Want als ik ergens rustig van word, is het naar extraverten kijken. Omdat ik dan altijd weer weet: ieder z’n ding, als ik maar niet hoef. So thank God I’m an Introvert. Want als je eenmaal weet wat dat betekent, is dat helemaal zo gek nog niet.

Lees ook: Als je houdt van een EI (extraverte introvert)

Gerelateerde artikelen

Back to top button