De man van Renee is nondualist: hij gelooft dat het leven komt zoals het komt

De man van Renée kwam ermee thuis. Nondualiteit. Een filosofie die je bevrijdt van alles wat moet. Een filosofie waar je, naar het schijnt, knettergelukkig van wordt.

Hij had er online iets over gelezen. Nondualiteit. Nou is mijn man niet zo’n zweefteef, om het zo te zeggen, dus als hij zich erin verdiept, dan moet het wel wat zijn. Als een goede echtgenote was ik geinteresseerd. Ik zag dat hij er blij van werd, maar het lukte hem niet om me goed uit te leggen wat het dan inhield. Hij zei dingen als: “Er is geen twee.” Of “Het is de eenheid in beweging.” Nou, mijn ogen werden van dat soort zinnen alleen maar groter. Dus dan zelf maar op onderzoek uit. Op internet vond ik een film gemaakt door Paul Smit, een nondualiteitsvoorvechter, onder de titel ‘Alles over Niets’. Nog zo’n vage titel, maar ik gaf het een kans. Een Oscar verdient het toneelspel niet, maar na afloop begreep ik wel wat nondualiteit nu ongeveer is.

Je moet het zo zien: het leven is als een boom. Die groeit vanzelf, die krijgt bladeren, die wordt sterker. Hij denkt daar niet bij na en doet daar in principe niets voor. Het gebeurt gewoon, omdat het zo de bedoeling is. Nondualisten geloven dat dat ook voor de mens geldt. Wij hebben onszelf ervan overtuigd dat we ons leven zelf sturen. Door een opleiding te volgen, door partnerkeuze, door het wonen in een bepaalde buurt. Onzin, zegt de film en alle mensen die deze upcoming stroming volgen: het leven komt zoals het komt. Niet dat dat je nou volledig vrijpleit van enig initiatief, natuurlijk. Want daar wordt het leven niet echt leuker van. Maar veel is allang bepaald, voor jij erover na gaat denken. Ik voelde wel wat voor die overtuiging. Het bevrijdt je van een hoop ‘moeten.’ Dat valt van je af, als je oprecht hierin gelooft.

Dat was wat ik ook bij mijn man zag. Hij leek relaxter, maakte zich niet meer zo druk om al die zaken waar normaal het stoom over uit zijn oren kwam. Nog een belangrijk onderdeel van nondualisme is het loslaten van je eigen ‘ik.’ We hebben het altijd maar over ik. Ik ben. Ik zie. Ik vind. Ik bestaat niet, zeggen nondualisten. Het hele idee van je eigen ik, is een trucje van het brein. Om jou het idee te geven dat jij degene bent die het leven stuurt. Onzin, natuurlijk. Alles gaat vanzelf. Je ademt vanzelf, daar denk je niet over na. Je organen werken vanzelf, daar denk je niet over na. En veel dingen waarvan je denkt dat het bewuste keuzes zijn, zijn dat helemaal niet. Het brein verzint daar achteraf een reden voor, waarmee het verklaart waarom je dit deed. Bijvoorbeeld wat je zegt of wie je aardig vindt. Eigenlijk was het allang besloten dat het zo zou gaan.

Klop, klop. Hallo. Ben je er nog? Het is pittige stof, dat klopt. Des te meer ik me erin verdiep, des te meer vragen ik heb. En een man die overtuigd nondualist is geworden is ook niet altijd fijn. Wanneer we na een aanvaring met een onvriendelijke serveerster in de auto stappen en ik mijn gal spuug, zegt hij kalm en bedeesd: “Dat is ook maar een mening. Dat is ook maar een gedachte.” Zo bevrijd als hij door zijn nieuwe overtuigingen raakt, zo erg frustreert het mij soms. Ik wil helemaal niet weten dat mijn ik niet bestaat. Misschien bevrijdt het de één en krijgt de ander het er doodsbenauwd van. Misschien ben ik nog niet zo ver. Wie weet kom ik daar niet. Misschien ben ik gewoon niet zo verlicht als mijn vent is. Maar ach, dat is ook maar een gedachte..

Lees ook: Waarom het ‘grotere plaatje’ zien gelukkiger maakt

(Beeld: iStock)

Gerelateerde artikelen

Back to top button