Een simpel woordje dat je leven kan veranderen

Er is een magisch woord dat de kijk op je leven verandert. Je kijk op anderen. Het is niet het woord ‘bedankt’, of ‘liefde’, of ‘nee’. Nee, ook niet ‘wijn’. Het is eigenlijk best een saai woord, tot je doorhebt wat een kracht erin zit.

Een paar jaar geleden nam ik gitaarles. In het kader van mijn voornemen om eens een tijd niet alleen maar geobsedeerd met werk bezig te zijn, dacht ik dat het een goed idee was om een nieuw instrument te leren bespelen. Mijn moeder had nog enthousiast geprobeerd mij weer aan de accordeon te krijgen, dat had ik immers als kind gespeeld, maar ik vond gitaar toch beter bij mijn gedroomde bohemien-stijl horen. Ik zou met gitaar op de rug de wereld overtrekken, me bij wildvreemde kampvuren aansluiten en daar mensen in het hart raken met mijn tokkelspel. En mijn zang. Daar moest ik ook nog even aan werken, want ik had een zangfobie van hier tot Tokio. Maar alles op z’n tijd, hè.

Een tijd heb ik mezelf gepijnigd met dat ding. En mijn vingers. De bochten waarin ik ze moest wringen om een akkoord uit die gitaar te krijgen waren werkelijk onnatuurlijk. Na een hele hoop lessen kreeg ik er met moeite Stairway to heaven van Led Zeppelin uit. Best cool, als dat niet ongeveer het enige was en ik nog steeds als een soort idioot naar mijn vingers zat te staren tijdens het spelen, omdat ik anders de snaren niet kon vinden. Mijn bohemien-droom werd steeds vager, ik oefende minder en minder.

Een vriend van me keek me geamuseerd aan toen ik eens aan het klagen was over mijn lijdensweg. ‘Ik vind het helemaal niet leuk, dat gitaarspelen!’ riep ik getergd. ‘Want ik kan het niet!’
‘Natuurlijk kun je het niet’, zei hij kalm. ‘Je moet het toch eerst leren?’
Zo’n moment hè, dat iemand helemaal niet eens iets heel wereldschokkends zegt en je toch even volledig van je apropos bent. O ja. Zo werkt dat in het leven. Eerst kun je iets niet. Dan oefen je. En dan kun je het wel.
‘Je kunt het NOG niet,’ zei hij. ‘En elke keer dat je wat speelt, word je weer ietsje beter.’ Ik zat met mijn oren te klapperen. Wat een inzicht.
‘En trouwens, ook als je er altijd slecht in blijft, dan kan het toch nog leuk zijn?’
Toen begonnen de stemmetje in mijn hoofd te steigeren. Ho ho, dacht ik, er zijn grenzen ja.

Maar goed, terug naar mijn punt. Het woordje ‘nog’, hè? Waar ik eerst zei: ‘Ik kan niet gitaarspelen’, zeg ik nu: ‘Ik kan nog niet gitaarspelen’. (En dat kan nog wel even duren, aangezien ik het ding al twee jaar niet heb aangeraakt.) En weet je, het gebruik van dit woord is helemaal niet beperkt tot het beoefenen van een muziekinstrument. Het is echt multi-inzetbaar, je kunt het op allerlei terreinen toepassen!
In plaats van: ‘Ik heb geen baan’, zeg je: ‘Ik heb nog geen baan’.
In plaats van: ‘Ik heb geen relatie’ (‘en zal die ook noooooit krijgen’) zeg je ‘Ik heb nog geen relatie’.
In plaats van: ‘Ik ben een slechte ouder’, zeg je: ‘Ik kan nog niet helemaal constructief omgaan met de woedeaanvallen van mijn kind’.
In plaats van: ‘Ik heb gefaald’, zeg je: ‘Ik heb nog geen succes gehad’.

Hoe komt het dat ‘nog’ zo’n fijn woordje is?

  • Iets is er simpelweg nog niet. Dat wil niet zeggen dat het nooit zal komen. Door de mogelijkheid dat het ooit eens zal gebeuren voelt de situatie minder definitief. Het geeft je de kans frustratie en negativiteit om te buigen, licht en lucht aan te brengen, geduld te hebben. In extreme gevallen geeft het je de ademruimte die je nodig hebt om de dag door te komen.
  • Door het woordje maak je het mogelijk iets te leren. In plaats dat je in een situatie zit waar niets meer aan te doen is, is er gelegenheid voor verandering, verbetering. En jij hebt daar invloed op. Het geeft je de mogelijkheid om met frisse, constructieve ogen naar je situatie te kijken. Een oplossing te vinden, of een alternatief. Misschien is de manier waarop je iets probeert te bereiken namelijk helemaal niet de slimste of beste manier voor jou.
  • Bovendien maakt het je geduldiger met anderen. De collega die zijn werk niet helemaal optimaal doet heeft het simpelweg nog niet onder de knie. Je kind die zich in een fit gooit in de supermarkt omdat hij geen Dora koekjes mag weet simpelweg nog niet om met teleurstellingen om te gaan. Etcetera. Ze kunnen er niets aan doen en als het even meezit zijn ze er op een dag beter in.

Als iets maar niet lukt kan dat ene woordje het verschil zijn tussen wanhoop en hoop. Tussen onmogelijk en mogelijk. Ik ben fan.

Lees ook: Waarom veranderingen eigenlijk altijd alleen maar beter zijn

(Beeld: Unsplash)

Gerelateerde artikelen

Back to top button