Rot op met je ayahuasca! Janneke doet niet mee met de hype

Ayahuasca wordt beschouwd als een harddrug, maar het geestverruimende middel is inmiddels bijna net zo ingeburgerd als yoga. Je zou er diepe inzichten van krijgen én je gaat ervan kotsen. Janneke slaat even over.

LEES OOK: Als je nog nooit drugs hebt gebruikt. Ben je dan saai?

In mijn kennissenkring hoor ik mensen al jaren over ayahuasca. Het gebruik ervan zou een therapeutische, bijna religieuze ervaring zijn die je ondergaat tijdens een ceremonie onder begeleiding van een sjamaan. Je gaat er ongekend van kotsen, maar dat is het allemaal waard, volgens gebruikers. Het middel helpt je diepere bewustzijnslagen te onderzoeken, je ervaart een verbondenheid met alles en iedereen en je ruimt op een diep niveau oude blokkades op – permanent. Facebookvrienden spreken op hun profiel openlijk hun dank uit naar het middel. Ik ben ook weleens uitgenodigd voor een ceremonie. Moest ik niet ook eens bij mezelf naar binnen gaan en zien wat mijn onderbewuste me te vertellen had? Ehm, nee dankjewel. Hoe verleidelijk de verkooppraatjes ook zijn, ik sla mijn beurt over.

Niet dat ik faliekant tegen drugs ben – ik heb in mijn twintiger jaren het nodige uitgeprobeerd. XTC, coke, MDMA, paddo’s – ik was nieuwsgierig en blijkbaar niet verslavingsgevoelig, want de volgende ochtend vond ik het altijd fijn om weer nuchter te zijn. Het geestverruimende effect zorgde er inderdaad voor dat ik me meer verbonden voelde met alles en iedereen, ook de volgende dag nog, en de dagen erna. Maar ik kwam ook al vrij spoedig tot een inzicht. Ik had die drugs niet nodig om open te zijn. Of verbonden. Of om mijn onderbewustzijn te verkennen. Of blokkades op te ruimen. Alles wat ik nodig had was mezelf en diezelfde onderzoekende nieuwsgierigheid waarmee ik zo’n pilletje achterover had geslagen – alleen dan zonder het pilletje. Het kwartje viel toen een wijze vriendin tegen mij zei: ‘Met drugs open je met een breekijzer wat je ook met een sleutel zou kunnen openen.’ Dat vond ik zó mooi gezegd. Ik stopte met experimenteren en ging op andere manieren onderzoeken wie ik was. Door te schrijven. Heel veel te lezen. Op yoga te gaan. In therapie. Te onderzoeken waar ik blij van werd – en van wie. De lange, langzame weg naar verbondenheid in plaats van de shortcut.

Ik geloof best dat ayahuasca een heel krachtige drug is en dat het gebruik ervan, onder begeleiding van de juiste personen, een bijzondere ervaring kan zijn. Maar het lastige is dat iedereen zichzelf sjamaan mag noemen en het dus maar de vraag is onder wiens hoede je je ceremonie gaat beleven – drugs maken je kwetsbaar en je bent op zo’n moment overgeleverd aan je begeleider. Er zijn veel onervaren sjamanen, en ze hebben, zo las ik, ook niet allemaal goede bedoelingen, zelfs niet als je ervoor naar Zuid-Amerika afreist. Heb je al psychische klachten (al dan niet onbewust), dan kun je door ayahuasca in een psychose belanden, zo benadrukt een artikel in de Volkskrant. Maar los van die risico’s is er voor mij een veel belangrijker reden om niet mee te doen aan zo’n ritueel. Ik geloof niet meer in de ‘quick fix’. In de snelle weg naar verlichting of geluk. Inzicht krijgen in jezelf en je onderbewustzijn is een traag, intens, en lastig proces. En tegelijkertijd is het juist doodsimpel. Je hóéft namelijk helemaal niet op zoek. Je hoeft niet af te reizen naar de Amazone of naar Lutjebroek om daar in een emmertje te kotsen. Je hoeft eigenlijk helemaal niets te doen. Je hoeft alleen maar te zijn, gewoon wie je bent, inclusief al je emoties en onzekerheden en wat niet al. En daar niet over te oordelen. Maar er nieuwsgierig naar te zijn. Of, in de woorden van Chade-Meng Tan, software-ontwikkelaar bij Google en schrijver van Search Inside Yourself: ‘Gewoon “zijn” is zowel de meest normale als de meest kostbare ervaring in het leven.”

Ook ik was lange tijd ‘zoekende’. Zoekend naar inzichten, zoekend naar verdieping, naar méér, en ook wel naar kicks, naar avontuur. Zo was daar mijn ‘reïncarnatiefase’, toen ik veel las over vorige levens en dacht dat het een goed idee was om in regressietherapie te gaan, om eens te kijken wat ik in mijn vorige levens zoal had uitgespookt. Totdat alweer een wijs persoon tegen mij zei: ‘Het gaat niet om je vorige levens. Het gaat om dit leven.’ Waarop er alweer een kwartje viel. Want als er al zoiets bestaat als vorige levens, dan zal het wel niet voor niets zo zijn dat we er weinig meer van weten. Zo kwam het dat ik op een goede dag gestopt ben met zoeken naar mezelf. Met het zoeken naar inzichten en naar ‘iets nieuws’. En gewoon mijn leven ging leven.

Want nieuwe dingen, die zijn er elke dag. Het is de glimlach van je vriend die hij je schenkt bij het ontbijt. De rake opmerking van een vriendin. Het is je kind dat voor het eerst het woord ‘fantastisch’ zegt. De sneeuwklokjes die voorzichtig opkomen in de tuin. Het is de ochtendzon die op je theeglas schijnt. Het leven is verrassend mooi en complex en doodeenvoudig. Voor dat inzicht heb ik geen ayahuasca nodig.

LEES OOK: Dit zijn de eigenschappen van evenwichtige mensen, aldus een bekend psycholoog

Gerelateerde artikelen

Back to top button