Als je geen zin meer hebt in de ratrace

Liesbeth is er klaar mee: het hollen, het vliegen, het altijd maar meer willen of de LEUKSTE, de BESTE of de SNELSTE willen of moeten zijn. Voor haar is dus het klaar met de ratrace. Maar dat is ook best een beetje eng, soms.

Ik denk dat ik wel weet hoe het komt dat ik ineens zo klaar ben met dat wat ook wel de ‘ratrace’ wordt genoemd. Die drang om altijd maar meer te willen of te moeten van jezelf, om jezelf steeds verder uit te dagen, om steeds net iets teveel van jezelf te vragen om ‘mee’ te blijven doen, omdat er altijd wel ergens groener gras is. Of een leukere baan. Of een groter huis. Of meer erkenning.
Ik weet wel hoe het komt dat ik daar ineens zo klaar mee ben, want ik schreef dus een boek de afgelopen maanden. En dat boek ligt over twee weken in de winkels. En daarmee realiseerde ik een grote droom van mezelf, wat ik op zich iedereen kan aanraden omdat het ontzettend leuk en opluchtend is om dromen te verwezenlijken. Wat die dan verder ook zijn. Maar er gebeurde tegelijkertijd iets veel groters dan alleen het feit dat ik een boek maakte: ik merkte gaandeweg tijdens het schrijven steeds sterker dat ik mijn ego niet zo interessant meer vond. Dat ik dus zeker niet aan het schrijven was om te laten zien hoe ‘goed’ of ‘leuk’ of ‘’slim’ ik wel niet was (want hallo, de treurnis) maar omdat ik oprecht een verhaal wilde vertellen. Dat over mezelf ging, maar vooral ook over anderen. Een verhaal bovendien, dat me halverwege in begon te halen en zichzelf duidelijk kenbaar maakte op een manier die ik niet van tevoren had bedacht. Waarna ik daar alleen maar rustig naar kon luisteren, om het vervolgens op te schrijven. En dat deed ik zo alleen en in stilte, dat de wereld om me heen een paar maanden helemaal verdwenen leek. Ontdaan van sociale regels, verwachtingen en sociale drukte kwam ik steeds meer tot mezelf, terwijl ik intussen overal en nergens mijn laptop openklapte en stug doortikte. Ik zei al: ik kan het iedereen aanraden. Al is het maar omdat ik mezelf in die maanden even toestond om niet ‘mee’ te doen, en mezelf dus weer eens te ontmoeten. Los van dat er iets van me werd verwacht. En dat was heerlijk.

 

 

Dus toen ik de laatste zin van mijn verhaal deze zomer eenmaal typte en naar de uitgeverij verstuurde, kon ik daarna eigenlijk alleen maar diep en dankbaar zuchten, een traantje wegpinken en een glas wijn inschenken. Waarna ik dacht: zo, klaar, en nu? Wat ga ik met de rest van mijn leven doen? Want een ding wist ik toen al zeker: ik ging niet meer terug naar hoe het daarvoor was geweest. Ik wilde geen ratrace meer. Vol werk, en lange reistijden, en veel denken en in mijn hoofd zitten, en drukte, en deadlines, weinig vrije tijd, en moeten bijkomen in het weekend om er op maandag weer tegen te kunnen. En dat besloot ik op dat moment, zittend in mijn tuin met een glas wijn en mijn laptop op schoot. Net nu ik het hoogst haalbare voor mezelf had bereikt, bleek de noodzaak om dat doel te bereiken ineens totaal verdwenen. En het grappige was: ik raakte geen moment in paniek van die gedachte. Ik vond het eigenlijk wel leuk. En spannend. En mooi. En bevrijdend. Oke, en een heel klein pietsie doodeng, dat ook. Maar de wijn hielp.

Soms is het goed om stil te staan bij jezelf. Bij wie je bent, wat je doet en met wie, en vooral: waarom. Voor wie richt jij je leven in zoals je dat doet, wat wil je bereiken of realiseren en waarom? Als je vindt dat je hard moet werken of een druk leven hebt: wat is daar de reden van en is dat wel echt JOUW reden of doe je het omdat het nu eenmaal zo loopt, of van je word verwacht? Ego is een enorm groot ding voor veel mensen, al zeggen we dat natuurlijk niet snel hardop. Het klinkt niet sympathiek en het heeft iets oppervlakkigs om je te laten leiden door overtuigingen dat je ‘mee’ moet doen om ‘leuk’ en ‘goed’ te zijn als mens. Soms is dat zelfs zo sterk dat de mening van anderen over jou belangrijker word dan je eigen mening. En je dus dingen (onbewust) tegen je natuur in doet, omdat je bang bent om anders afgewezen te worden. Of, helemaal erg, omdat je ‘beter’ wil zijn dan anderen.
Die overtuigingen zijn vermoeiend, en leiden bovendien af van waar het echt om gaat in het leven, denk ik: je eigen plek vinden, en de weg daarheen bewandelen op een manier waar je rustig en blij van wordt. Nog even los van dat het leven een stuk eenvoudiger is op die manier, is het vooral gezonder en vriendelijker, denk ik.

Dat gaat alleen niet van de een op de andere dag. Loslaten, je eigen weg zoeken en vinden zijn geen kwestie van even in de tuin zitten met een glas wijn en aan alles voelen dat er een nieuwe tijd aanbreekt voor je. Hoe positief en spannend dat ook kan zijn, er komt ook onvermijdelijk afscheid bij kijken. Afscheid van je oude overtuigingen, van financiële zekerheid misschien wel, van mensen, van plaatsen. Maar er komt altijd iets voor in de plaats, als je durft. Als je je ego even parkeert, daar een dikke knipoog aan geeft en onderzoekt waar je behoeftes liggen, hier en nu, kun je denk ik zelfs voor heel leuke verassingen komen te staan. Als je jezelf maar vertrouwt, en vooral dat wat je denkt, voelt, hoopt en droomt. En dat ziet er misschien wel heel anders uit dan je gewend was. Maar aangezien we allemaal maar 1 leven hebben, is het helemaal geen gek idee om dat af en toe eens te onderzoeken. Omdat het leuk is. En belangrijk.

Laatst zag ik een vacature, van de boederijwinkel bij mij in het dorp. Ik dacht: heerlijk. Soms visualiseer ik mezelf als eigenares van een piepklein cafe in de bossen, het type cafe waar ik maandenlang aan mijn boek werkte en waar ik zo genoot van de loslopende kippen en geiten, de landelijke sfeer en het relaxte, vrolijke personeel. Ik vraag me af wat er met mij en mijn zelfbeeld zou gebeuren als ik op een dag gewoon naar de tennisvereniging op de hoek zou fietsen, om de kantine te gaan beheren ofzo. Ik ben onwijs goed in soep maken, ik houd van gezelligheid en mijn gehaktballen zijn ook niet verkeerd: volgens mij zou ik het prima redden.

Ik zeg niet dat ik dit allemaal ga doen. Ik zeg wel dat ik het momenteel heerlijk vind om nieuwe dromen te bedenken, die totaal niet gaan over wat ik toe nu toe deed. Dromen die niet gaan over een ratrace, iets willen bereiken, gezien willen worden, maar over rust, allang compleet zijn, anderen niet (meer) willen overtuigen van dat het allemaal allang goed was met je, en is. Mijn boek heeft mij daar heel erg bij geholpen, maar ik denk dat je dit ook prima kunt zonder eerst maandenlang in stilte achter een laptop te zitten schrijven. Ik zit dus ook zeker niet in een ‘zwart gat’, zoals iemand me laatst vroeg. Ik zit eerder hoog op een berg. Uitkijkend over een gebied dat ik nog nooit eerder zag, maar me heel nieuwsgierig maakt. Zonder angst, en hoopvol naar wat er komt. Want het is allemaal allang goed zoals het is. Maar dat ‘goed’ is vanaf nu dus zonder ratrace, wat mij betreft. Allesbehalve zelfs.

LEES OOK: Carpe Fucking Diem. Waarom je alleen maar mag doen wat LEUK is

Gerelateerde artikelen

Back to top button