Janneke houdt een week een dankbaarheidsdagboek bij (en DIT gebeurde er)

Oprah Winfrey doet het al jaren en volgens onderzoekshoogleraar Brené Brown is het het beste tegengif tegen ons diep gewortelde wantrouwen tegen geluk: een dankbaarheidsdagboek bijhouden. Janneke probeert het een week, met opzienbarende gevolgen.

Ik had al vaker gehoord dat een dankbaarheidsdagboek bijhouden heilzaam is. Volgens onderzoek maakt het gelukkiger, gezonder én zelfverzekerder. En wie erin schrijft voor het slapen gaan, heeft een betere nachtrust. Oprah Winfrey doet het al jaren en raadt het iedereen aan. En ook Brené Brown, die we kennen van haar Ted Talk en boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’. Volgens de hoogleraar, die jarenlang onderzoek deed naar schaamte en kwetsbaarheid, ontwikkelen veel mensen tijdens hun leven een soort wantrouwen tegen geluk. Als kind nemen we geluk nog in volle teugen tot ons, maar als we volwassen zijn, voelen we ons kwetsbaar bij groot geluk en daarom wapenen we ons er tegen – onbewust uiteraard. We denken: te mooi om waar te zijn. Of: alles loopt op rolletjes; er ligt vast een of andere ramp op de loer. We denken dat we ons hiermee wapenen tegen ongeluk, maar dat is natuurlijk niet zo. Een nare gebeurtenis komt echt niet minder hard aan als je al je hele leven je best hebt gedaan niet al te gelukkig te zijn. En intussen komt geluk minder goed bij ons binnen en snakken we massaal naar wat meer geluk in ons leven. Zonde!

Maar wat schijnt er nou te helpen tegen deze kwaal? Een dankbaarheidsdagboek bijhouden. Het kan trouwens ook een dankbaarheidspot zijn, waar je elke keer dat je dankbaar bent, iets in stopt, of een ander dankbaarheidsritueel. Als je je dankbaarheid maar actief uit. Want waar wantrouwen tegenover geluk voortkomt uit schaarste (er is niet genoeg geluk, het duurt maar kort), erken je door dankbaarheid te beoefenen dat er GENOEG is en dat je genoeg bent. Kortom, het is dé manier om te voorkomen dat het geluk door je vingers glipt. Volgens de hoogleraar. Maar dat wilde ik natuurlijk wel eerst zelf testen. In de vorm van zo’n dagboek, want dat leek me wel nostalgisch gezellig.

DAG 1 en 2: Ik begin met een soort dankbaarheidslofzang op thema. Dag 1: mijn kinderen. Dag 2: mijn relatie. Hele epistels worden het. Zo kan ik de week wel volmaken, maar na een dag of 2 begint deze manier van schrijven toch wat abstract aan te voelen. Ja, natúúrlijk ben ik dankbaar voor mijn gezin. Maar het spreekt wel een beetje voor zich.

DAG 3: Ik gooi het over een andere boeg. Vanaf vandaag beschrijf ik elke avond 3 dingen waar ik die dag dankbaar voor was. Grote of kleine dingen en ik mag het ook in een paar regels of steekwoorden opschrijven. Vandaag zit daar toevallig een groot ding bij: ik heb onlangs een verdachte moedervlek laten weghalen en vandaag hoorde ik dat deze goedaardig was. Nu was ik niet verschrikkelijk ongerust dat er echt iets ergs aan de hand was, maar toch: het had gekund. En als dit nieuws slecht had uitgepakt, was ik waarschijnlijk wekenlang van slag geweest – of nog veel langer, als het echt mis was. Dus laat ik ook eens écht blij zijn dat ik gezond ben. Het is zo vanzelfsprekend – tot je het niet meer bent. Op zich al reden voor een feestje.

DAG 4: Vandaag ben ik dankbaar om een paar kleine dingen. De jampot die uit mijn hand glipte, maar net niet op de grond viel. Het is ook nog eens zo goed als droog als ik vanuit mijn werk naar huis fiets, terwijl het de hele dag keihard heeft geregend. En als ik thuiskom, heeft mijn vriend de soep al opgewarmd. Eigenlijk best een Unox-moment (hoewel het verse pompoensoep is, ook daar ben ik dankbaar voor).

DAG 5: Mijn vriend neemt een dag vrij, zodat ik kan werken. Hoe lief is dat? Sowieso begint me op te vallen dat ik eigenlijk heel dankbaar ben voor mijn relatie, en dat is niet eens omdat ik er op dag 2 een epistel over heb geschreven, maar eerder doordat ik nu meer focus op de kleine, positieve dingen. Ben ik normaal gesproken best snel geïrriteerd over van alles (want: druk en dan slingeren er ook nog overal schoenen en jassen en puilt de vuilnisbak uit precies als ik er een vieze luier in wil gooien), nu zie ik het allemaal wat meer van de zonnige kant. Mijn vriend is óók druk. En hoeveel moeite is het nou als ik ook nog even zijn schoenen in de berging zet? Terwijl ik dat doe, heeft hij ineens de vuilnisbak verschoond. Laten we het maar een positieve spiraal noemen.

DAG 6, 7 en 8: We doen een woningruil met een heel groot huis in Antwerpen. Ik dacht dus altijd dat ik ook een heel groot huis wilde. Maar nu verblijven we twee dagen lang in een huis met vijf verdiepingen en blijk ik het alleen maar heel onhandig te vinden. Ben je net beneden, ontdek je dat je telefoon nog boven ligt – hup, vier trappen op en neer. Nee hoor, ons eigen kleine huis is veel comfortabeler en trouwens ook veel knusser. Ik vind het heerlijk om iedereen enigszins in de buurt te hebben en niet een paar verdiepingen hoger of lager. Ons huis is precies groot genoeg, nu ik er zo over nadenk. En ik heb meteen een nieuw levensmotto neergepend: ik HEB genoeg, ik DOE genoeg, ik BEN genoeg. Volgens mij heb ik die van iemand gejat, maar dat doet er niet toe: hij werkt.

DAG 9: Dat schrijven is er even twee dagen bij ingeschoten, dus officieel is dit dag 7. We zijn weer thuis en ik ben mijn favoriete rokje kwijt en het favoriete flesje van een van de kinderen. Die liggen waarschijnlijk nog ergens in Antwerpen. Normaal gesproken kan ik me behoorlijk druk maken om dat soort futiliteiten (ik kan niet zonder dat rokje! De kinderen kunnen niet zonder dat flesje!), maar gek genoeg kan ik er dit keer niet echt wakker van liggen. Tja, nou ja, dan trek ik wel een ander rokje aan. En zijn de kinderen inmiddels niet groot genoeg om uit een beker te drinken? Hier, kijk eens wat een kekke beker mama heeft, veel leuker dan dat flesje. Probleem opgelost.

Conclusie: volgens mij hebben de onderzoekers gelijk. Al na een paar dagen schrijven voelde ik me kalmer en maakte ik me minder druk om dingen. Ik had minder last van ergernissen en dat kwam mijn relatie en algehele welzijn ten goede. Ik heb trouwens ook ontzettend goed geslapen de hele week, maar of dat door de dankbaarheid kwam? Geen idee. Ik schreef wel regelmatig op dat ik enorm blij was dat ik niet meer zo kapot was als een jaar geleden, toen elke nacht nog een gebroken nacht was. Ja, met twee kinderen van anderhalf zijn we nog steeds best moe, maar alleen al van tegen mezelf zeggen dat ik uitgerust GENOEG was, knapte ik op. Dat motto met al die ‘genoegs’ houd ik er dus nog even in.

LEES OOK: Durf eens imperfect te zijn. Je bent namelijk al goed genoeg

Gerelateerde artikelen

Back to top button