Wensvader gezocht! Is dit… De Klik? (deel 9)

In Merels zoektocht naar de papa’s van haar kinderen komen de zaken steeds meer op scherp te staan. Ze kreeg bijna een zenuwinzinking toen ze een van de homostellen wilde vertellen dat ze twijfelt, en die met babyslofjes aan kwamen zetten. Ze werd über zelfbewust van het leuke nieuwe stel dat ze ontmoette. En dan zijn er ook nog wat intense discussies met mensen in haar omgeving.

Na onze eerste veelbelovende date nodigen Jochem en Selim me bij hen thuis uit. Nadat ik ze hallo gezoend heb, zie ik hun kat Dirk met nieuwsgierige ogen de gang in komen. Ik laat mijn beschaafde gedrag onmiddellijk voor wat het is en stort me naast het dier op de grond. Terwijl ik Dirk knuffel, draait Selim in de keuken het voorgerecht in elkaar en vertelt over zijn dag. Aan de muur hangen trouwfoto’s, ik tuur naar de liefdevolle blikken, de ouders, broers en zussen.

Met mijn benen onder me getrokken eet ik pasta pesto en drink wijn. We houden langdurige bespiegelingen over onze katten, analyseren de baas van Selim en praten net zo makkelijk over politiek als over Kim Kardashian (niet dat we haar leven volgen hoor…!). Het is niet alleen dat we makkelijk een avond volkletsen, ik voel dat er ruimte is voor bespiegelingen, voor gekke zijweggetjes, voor ontspannen stiltes. We snappen elkaar snel, hoeven verwijzingen of sarcastische opmerkingen niet toe te lichten.

Ze vertellen over de wensouderspeeddate waar ze de week daarvoor waren. Met veel gevoel voor drama schetsen ze een aantal van de wensmoeders die ze in negen minuten moesten leren kennen, waar ik smakelijk om lach.
‘Eigenlijk was er maar één vrouw daar waar we echt mee klikten,’ zegt Selim.
Ik knik, mijn gezicht een zorgvuldige mengeling van geïnteresseerd en nonchalant. ‘Ah leuk,’ zeg ik. ‘En, hebben jullie nog contact met haar?’ Ik steek achteloos een nootje in mijn mond.
Ze kijken elkaar aan, nee, ze hebben haar niet meer gemaild. Ze hoeven eigenlijk niet zo nodig met allemaal verschillende dames tegelijk te daten. Want straks hebben ze vier vrouwen verzameld die ze allemaal leuk vinden en ja, wat moet je dan. Ze richten zich liever op één persoon. Sowieso is het een gek proces, je zoekt een goede match, maar kunt niet té perfectionistisch zijn. Want de perfecte kandidaat zal je nooit vinden.
‘Nou,’ zeg ik, terwijl ik een slok van mijn vierde glas witte wijn neem, ‘ik ben anders vrij perfect, hoor. Dus wat dat betreft hebben jullie geluk.’

Het zijn intense tijden. Het intensieve contact met de drie stellen, alle liefde en energie die ik daarin heb gestoken. Het negatieve Facebook-bericht over de islam van Steven. De extra alinea met nogal pijnlijke tekst die per abuis was beland in mijn contactadvertentie. De emoties van Richard en Alex en mijn eigen ambivalente houding tegenover hen (ja! nee! ja! nee!). De horrorborrel met Steven en Jian  afgelopen week, toen ik mijn twijfels wilde uitspreken en zij mij slofjes gaven met I ♡ papa erop. En de dates met Jochem en Selim, die alles opeens een beetje in een ander licht hebben gezet. Ook al is het nog pril, toch snap ik opeens wat andere regenboogouders bedoelden als ze het hadden over ‘de klik’. Dat ik het ‘gewoon zou weten’ als die er was.

Gelukkig heb ik veel aan mijn vrienden en familie, met wie ik grote delen van deze ontdekkingsreis deel. Sommigen kunnen mijn voortdenderende enthousiasme niet altijd helemaal bijbenen. Waar mijn vader vooral in stilte luistert, stelt mijn stiefmoeder bezorgde vragen. Vaker dan ik wil schiet ik in de verdediging en leg tot in de kleinste details mijn overwegingen uit.
‘Poeh, moeilijk hoor,’ verzucht ze, steeds maar opnieuw. ‘Al die keuzes die je moet maken. Ik zou niet in jouw schoenen willen staan.’
Nadat ik een aantal keer heb beaamd dat het inderdaad een hele klus is, merk ik dat haar opmerkingen me beginnen te verwarren. ‘Zo moeilijk is het eigenlijk helemaal niet,’ zeg ik. ‘Elk gesprek dat ik voer vind ik leuk. Want alles wat ik doe brengt mij dichter bij mijn kind. Afgelopen zomer ben ik begonnen met het bouwen van een nestje en ik zie het met elke stap die ik zet mooier worden. Uiteindelijk komt daar een kindje in te liggen, en dat besef vult mij met een geluk dat ik in tijden niet heb gevoeld.’

Ik zie dat ze haar best doet mee te komen met mijn gedachtegang en realiseer me dat ik allerlei aspecten aan dit proces heel logisch en vanzelfsprekend vind, maar dat dat voor hen niet zo is. In een poging wat lucht in het gesprek te brengen, vertel ik anekdotes over de verschillende mannen die ik afgelopen tijd heb ontmoet. Al die verschillende types, verhalen, aspecten waarover ik nooit had nagedacht. Er waren jongens uit Amerika, Macedonië en Burundi. Een alleenstaande heteroman die na de geboorte van het kind dan wél met me wilde samenwonen (‘en dan zien we wel wat ervan komt’). Een jongen met HIV.
Op het moment dat ik dat zeg zie ik de stress weer opvlammen in de ogen van mijn stiefmoeder. ‘O God, dat kan natuurlijk ook. Je moet wel medische dossiers inzien voordat je besluit met iemand in zee te gaan. Maar hoe weet je of je ze kunt vertrouwen…?’
Ik recht mijn rug in een poging mijn energie te behouden. ‘Ik snap niet zo goed waarom jij dit allemaal zo’n gedoe vindt,’ zeg ik. ‘Heb jij van hem ook een medisch dossier opgevraagd toen jullie een kind wilden?’ Ik knik naar mijn vader.
‘Nee,’ zegt ze, ‘maar dan gaat zo’n proces organisch, gevoelsmatig. Nu moet je het zo plannen. Het maakt het allemaal zo berekend en rationeel.’
Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Het is helemaal niet rationeel. Natuurlijk is dit veel meer georganiseerd, maar mijn gevoel en intuïtie zijn nog steeds de belangrijkste raadgevers.’
‘Ik gun het je gewoon zo dat dit makkelijker zou gaan,’ zegt ze, ‘dat je niet alles zo enorm gedetailleerd zou moeten hoeven plannen. Dat het vanzelfsprekend zou voelen, natuurlijk.’

Ik merk dat ik een beetje verdrietig word van haar woorden. ‘Dat zou ik ook wel willen, ja,’ zeg ik. ‘Al jaren wil ik dat. Maar het ís niet zo. Als ik dit proces, het krijgen van een kindje, niet vormgeef door middel van deze plannen, deze dates, deze constructie, dan gebeurt het waarschijnlijk niet. Dus ik moet wel. En ik voel me er goed bij. Ik heb oprecht het gevoel dat dit voor mij de juiste manier is.’
Ze knikt weer, nog wat weifelend. Eigenlijk wil ik nog tien redenen opnoemen waarom dit een goed idee is, maar ik slik mijn argumenten in.

Het verbaast me, alle beren op de weg die anderen kunnen zien, terwijl ik zelf op een roze wolk zweef. Het is niet zo dat de positieve kracht die ik voel vanzelfsprekend is voor mij, als eeuwige piekeraar. Dus dat laat ik me niet zomaar afnemen. Het is dan ook met enige tegenzin dat ik er weer over begin, als ik mijn vader en stiefmoeder weer zie na mijn reis door Azië. Ik besluit open kaart te spelen en geef aan dat ik het gevoel heb dat ik me moet verdedigen voor de keuzes die ik maak.
Ze schudden allebei hun hoofd. ‘Dat hoeft echt niet, hoor,’ zegt mijn vader. ‘Weet dat we je steunen, áltijd. Het is alleen allemaal even wennen voor ons.’
Mijn stiefmoeder knikt. ‘En daar kunnen we je hulp wel bij gebruiken,’ vult ze aan. ‘Betrek ons maar wat meer in de stappen die je zet.’
Opgelucht leun ik achterover en glimlach dankbaar. Hoe positief ik ook ben, zonder hun steun zou ik dit echt niet kunnen doen.

Lees ook: Brief aan mijn toekomstige kind

(Beeld: Unsplash)

Gerelateerde artikelen

Back to top button